Izabelle Devulder
“‘Luc Van den Bossche, vader van de GAS-boete, herkent zijn kind niet meer’
Luc Van den Bossche was in 1999 minister van Binnenlandse Zaken. Hij was het die de federale regering van het nut overtuigde om gemeentebesturen de mogelijkheid te geven zelf op te treden tegen kleine overlast.
Mogen we u de vader van de GAS-boetes noemen?
Luc Van den Bossche: “Bwa, vaderschap… Een wet maak je niet alleen. Het is als een voetbalspel, een samenwerking. Uiteindelijk moet iemand de laatste trap geven.”
In Mechelen is een jongen beboet voor broodkruimels. Deelt u het gevoel dat uw wet in veel gemeenten zijn doel voorbij is geschoten?
“Nee, toch niet. Het is niet één fout die maakt dat het hele systeem slecht is. Er zou wetenschappelijk onderzoek moeten komen om te zien hoe groot het foutpercentage is. Je moet meer kennen dan de verklaring van betrokkene, die niet de facto waarheidsgetrouw is. Die knaap kan ook naar de rechtbank stappen. Als het is gegaan zoals hij het vertelt, zal geen enkele rechter hem een sanctie geven.”
Procederen is vaak duurder dan de boete zelf.
“Als je gelijk hebt, moet je daarvoor vechten. Ik vind het zeer merkwaardig dat als iemand beweert gelijk te hebben daar toch in berust. Als ik morgen een GAS-boete krijg en ze onterecht acht, zal ik ze aanvechten.”
In uw wet van 1999 stond dat de ambtenaar die overlast vaststelt nooit dezelfde mag zijn als degene die de boete oplegt.
“Dat is juist, en ik vind dat dat principe gehandhaafd had moeten blijven.”
In 2005 is dat artikel eruit gehaald, daarna volgden de excessen.
“Dat denk ik ook. Het was fout om het artikel eruit te halen. De basisprincipes van een rechtssysteem moeten gehandhaafd blijven tot het einde. Dat principe opgeven is zeer slecht. Er is een vergissing begaan, waarschijnlijk omwille van de vox populi, omwille van de effectiviteit. In dit geval moeten effectiviteit en rechtsprincipes elkaar een hand geven. De ene moet de andere beperken. Zoals vrijheid en willekeur elkaar moeten beperken. Ik zou de wet terugbrengen tot wat ik in 1999 neerlegde. Daar geloof ik in. Niet in de wijziging.”
In 1999 verklaarde u dat een GAS-ambtenaar geen speciale opleiding moet hebben, maar ‘verstandig en evenwichtig’ moet zijn.
“Juist. Ik zeg niet dat hij een grote jurist moet zijn. Het gaat erom dat iemand met verstand en evenwicht oordeelt.”
In 2002 werd u zelf betrapt op het roken van een sigaar in het ziekenhuis.
“Inderdaad. Ik vind dat voor dat soort banaliteiten geen GAS-boetes moeten worden uitgeschreven.”
Dit interview is onderdeel van een themanummer van PIDMAG, het magazine van het jongerenmedia-agentschap StampMedia, en handelt volledig over GAS-boetes. Het magazine is beschikbaar op www.stampmedia.be/pidmag