Erik Aerts
“‘Taalfrustraties: de 1001 slapeloze nachten van een arabist’
Interessante tijden voor arabisten: de regio ontwaakt eindelijk uit haar winterslaap. De nieuwe wind beroert ook de Belgische nieuwsredacties. Dat betekent meer reportages over de Arabische wereld, waardoor een genuanceerder beeld kan ontstaan van 'de bebaarde schreeuwer' en 'de onderdrukte sluierdraagster'.
Geweldig, denk je, en je hebt gelijk! Maar ondertussen wordt het ook pijnlijk duidelijk hoe hard Belgische media worstelen met niet-Westerse namen. Op Frans en Engels gebied loopt het allemaal vlotjes en ook Duitse, Spaanse of Italiaanse namen zorgen voor weinig problemen. Zelfs IJslandse vulkanen worden met gemak overwonnen. Arabische of Aziatische namen, aan de andere kant, blijken dan weer een horde te ver. En dat, beste lezer, bezorgt ons, neurotische arabisten, slapeloze nachten.
Over namen en nagels
Neem nu een uitzending van Terzake van enkele dagen geleden: De jonge Saudische Manal al-Charif wordt opgepakt omdat ze in een auto rondreed. Het wringt, maar valt nog mee. Even op de tanden bijten, geen vuiltje aan de lucht. Dan, even later: “We vragen het even aan de arabist Majd Khalife.” Als nagels die over een bord krassen, zo klinkt de uitspraak in onze oren. Matsj chulufu!?
Taalfetisjisten?
Toegegeven, in verhouding met de problemen die de wereld teisteren is het maar een klein vergrijp, maar toch liggen wij taalfetisjisten wakker van de manier waarop zelfs de VRT, vaandeldrager van taalregels en goede uitspraak, met niet-westerse namen omgaat. De verminking van relatief eenvoudige namen als Ahmedinejad of Fatah laat groeven na op onze zielen. We mogen misschien niet verwachten dat nieuwslezers zich de harde keelklanken van het Arabisch of het melodieuze systeem van het Chinees eigen maken. Maar enige consistentie in de uitspraak zou al een groot deel van de frustraties wegnemen.
Toegegeven, in verhouding met de problemen die de wereld teisteren is het maar een klein vergrijp, maar toch liggen wij taalfetisjisten wakker van de manier waarop zelfs de VRT, vaandeldrager van taalregels en goede uitspraak, met niet-westerse namen omgaat.
Ach ach Achmedinejad
In de naam van de Iraanse president Ahmedinejad komt bijvoorbeeld helemaal geen harde g-klank voor. Waarom dan toch die klank binnensmokkelen? Wil VRT benadrukken dat het hier om een schuimbekkende gek gaat? Ach-me-die-nee-zjaad, zoals veel Nederlandstalige nieuwsmensen het uitspreken, klopt gewoon niet. Zelfs de VS, naast Israël de favoriete vijand van de islamitische staat, pakken dit op een elegantere manier aan: zij laten de probleemletter gewoon weg en bereiken met Am-me-die-nee-zjaad een uitspraak die relatief dicht bij het origineel aanleunt.
Een andere oude bekende, de Palestijnse organisatie Fatah, is vaak een doorn in het oor van menige arabist. Toegegeven, de laatste klank – die in taalkundige middens bekend staat als de stemloze faryngale fricatief — bezorgt veel studenten Arabisch nachtmerries omdat ze moeilijk is uit te spreken. Maar waarom wordt de probleemletter niet opnieuw gewoon weggelaten in plaats van vervangen door de schurende g-klank? Fat-taa klinkt arabisten en Arabieren authentieker in de oren dan het schabouwelijke Fat-tach!
Wat hebben we vandaag geleerd?
Het is dan ook een raadsel waarom zoveel nieuwslezers en correspondenten ervoor kiezen de aanbevelingen van de VRT-uitspraakdatabase in de wind te slaan. Belgen zijn over het algemeen gezegend met een goed taalgevoel en het systeem van de VRT is consistent en overzichtelijk: laten we ons aan die consistentie houden en de regels van de uitspraakdatabase volgen. Am-me-die-nee-zjaad, Fat-taa en Mazjd Chaa-lie-fee zullen u dankbaar zijn.
Voor meer informatie kun je steeds de uitspraakdatabase van de VRT raadplegen op www.vrt.be/taal
© 2011 — StampMedia - Erik Aerts