Waarom de strijd tegen homofobie ook een strijd tegen racisme vergt

Sarah Bracke, Chia Longman en Shaireen Aftab

18 mei 2012
Opinie

Waarom de strijd tegen homofobie ook een strijd tegen racisme vergt

Waarom de strijd tegen homofobie ook een strijd tegen racisme vergt
Waarom de strijd tegen homofobie ook een strijd tegen racisme vergt

Gisteren, 17 mei vonden wereldwijd acties plaats ter gelegenheid van de International Day Against Homophobia and Transphobia (IDAHO), en ook de Belgian Pride afgelopen zaterdag stond in het teken van het geweld tegen holebi’s de laatste maanden, in het bijzonder wat de eerste homomoord genoemd wordt in ons land. Ihsane Jarfi uit Luik maakte deel uit van een etnische en religieuze minderheid in België of wat in het dominant taalgebruik meestal met de label ‘allochtoon’ wordt geduid. De jonge man werd op brutale wijze gedood door een groepje mannen dat voor het merendeel uit de etnische meerderheid – wit van huidskleur – bestond.

En simpelweg dat gegeven valt moeilijk te verzoenen met de manier waarop in onze samenleving vaak over homoseksualiteit, etnische minderheden, en islam in het bijzonder wordt gedacht. Deze problematische en stigmatiserende manier van denken over etnische, religieuze en seksuele diversiteit willen we dan ook sterk bekritiseren.

Ten eerste werd pas écht geloofd dat die jonge man doodgeslagen werd omwille van zijn seksuele geaardheid nadat de daders zelf bekenden dat ze het noorden verloren toen duidelijk werd dat de man in hun auto homo was. En binnen de holebi-beweging, waar wel meteen geloofd werd dat het om een homofobe moord ging, suggereerden de eerste reacties dat de daders voornamelijk ‘allochtonen’ zouden zijn.

Dat deze jonge man kon rekenen op een familie die hem aanvaardde en steunde, hem liefhad zoals hij was, deed bovendien menige wenkbrauwen fronsen en wordt nog steeds door velen in vraag getrokken. ‘Het zal hier wel om een uitzonderlijke familie gaan’, wordt dan gezegd. Of er rijst twijfel over de oprechtheid van de woorden van de familie.

En het is niet vergezocht om te speculeren over de eerste reacties mocht het scenario omgekeerd zijn geweest – witte homo doodgeslagen door een groepje dat vooral uit moslimjongeren bestaat. De racistische reacties naar aanleiding van de incidenten van ‘gaybashing’ enkele maanden geleden zijn een indicatie van hetgeen we zouden kunnen verwachten.

Uithangborden van de beschaving

Het valt al een aantal jaren op: daar waar eerder thema’s met betrekking tot vrouwenemancipatie, zoals hoofddoeken, gezichtsluiers en eergerelateerd geweld, het onderwerp waren om etnische en religieuze minderheden te viseren, mocht homoseksualiteit de laatste jaren de rangen van dit arsenaal vervoegen. Op die manier moeten vrouwenemancipatie en homoseksualiteit als uithangborden van de ‘verlichte’ Westerse beschaving gelden.

Zoals bij de Noorderburen de gepaste reactie van nieuwkomers op een foto van twee kussende mannen scorepunten oplevert voor het behalen van de inburgeringstoets, wordt de acceptatie van homoseksualiteit, naast op tijd zijn en het sorteren van huisvuil als norm gehanteerd in het pas gelanceerde starterspakket voor Marokkaanse nieuwkomers in Vlaanderen. Op deze manier worden racistische denkwijzen steeds weer opnieuw bevestigd.

Maar de emancipatiestrijd van vrouwenbewegingen en holebibewegingen wordt er ook niet gemakkelijker op. Het geloof dat er nauwelijks nog homofobie zou bestaan onder de meerderheidsgroep maakt het des te moeilijker om de homohaat die tot een brutale moord leidde, aan te pakken. En aan de kant van etnische minderheden helpt de suggestie dat homofobie intrinsiek aan hun cultuur of godsdienst zou zijn, evenmin om homofobie te bestrijden.

Coming in

Hiermee is niet ontkend dat er homofobie bestaat binnen etnische en culturele minderheden. Integendeel, juist om die homofobie te bestrijden moet dringend het racistisch denken over homoseksualiteit in vraag worden gesteld. Zoals uit onze jarenlange ervaring in het werken met jongeren van diverse origines rond relatiethema’s blijkt, staan we nog ver van een samenleving waarin seksuele vrijheid, gelijkheid en genot voor alle jongens en meisjes, mannen en vrouwen, vanzelfsprekend zijn.

Aanvaarding van homoseksualiteit, maar ook voorhuwelijkse en gemengde relaties kunnen moeilijk liggen binnen etnische minderheden, maar soms wordt er ook op andere manieren mee omgegaan. Een individu kan er ook voor kiezen om zich niet te ‘outen’ voor de gehele wereld maar zijn/haar geaardheid enkel in beperkte kringen te delen. Dat principe heet ‘coming in’. De maatstaf in de dominante samenleving voor de aanvaardbaarheid van homoseksualiteit gaat vaak immers ook vaak gepaard met clichés en onwetendheid over homoseksualiteit, zoals het beeld van een dertiger, blank, rijk en mannelijk of kennis beperkt tot publieke manifestaties zoals de gay pride.

Maar laten we onszelf niet wijsmaken dat binnen de etnische meerderheid de kleinburgerlijke norm en de omgang met diversiteit de evidentie zelve is. Zowel conservatieve als meer tolerante visies op seksualiteit doorkruisen categorieën van etniciteit, religie, socio-economische achtergrond en gender, eerder dan dat ze toegeschreven kunnen worden aan een bepaalde groep.

We mogen er echt niet omheen lopen: België’s eerste homomoord dwingt ons om de heersende ideeën over homoseksualiteit, etniciteit en religie serieus in vraag te stellen. Hoeveel geweld is er nodig voor er serieus werk gemaakt wordt van de strijd tegen homofobie, zo wordt er nu terecht gevraagd. En wij voegen daar aan toe: hoeveel geweld moet er gepleegd worden voor die bestaande, racistische houdingen naar de prullenbak verwezen worden?

Sarah Bracke, Chia Longman en Shaireen Aftab
Ella, kenniscentrum gender & etniciteit