Wachten op een Marokkaanse Erdogan

Mohamed Ikoubaân

05 mei 2017
Opinie

Wachten op een Marokkaanse Erdogan

Wachten op een Marokkaanse Erdogan
Wachten op een Marokkaanse Erdogan

Dankzij Erdogan heeft Vlaanderen zijn trotse Turken herontdekt. Het is nu wachten op een Marokkaanse Erdogan om de Marokkanen hun fierheid terug te geven, schrijft Mohamed Ikoubaân van Moussem. ‘Als Erdogan iets gerealiseerd heeft voor veel Turken in ons land en in West-Europa, dan is het hen waardigheid en fierheid te schenken.’

Melissa Youngern (CC BY-NC-ND 2.0)

Mohamed Ikoubaân: ‘In afwachting van een volwaardig burgerschap voor iedereen, zijn we misschien beter af met “goede” Turken en “goede” Marokkanen dan met “slechte” Belgen?’

Melissa Youngern (CC BY-NC-ND 2.0)​

Het stemgedrag van de Belgische Turken in het Turkse referendum lokte felle reacties uit in Vlaanderen. Sommigen zagen in de steun van een deel van de Belgisch-Turkse gemeenschap aan de Turkse president een keuze voor een autoritair boven een democratisch systeem, en daarmee een afwijzing van hun Europees zijn.

Wat als we deze redenering toepassen op “oer-Europeanen” die voor extreemrechtse en populistische politici kiezen, even autoritair of zelfs extremer dan Erdogan? Gaan we dan ook het “Europees zijn” van de aanhangers van Geert Wilders, Filip Dewinter, Marine Le Pen, Viktor Orban & co in vraag stellen? Absurd in dit verhaal is dat vooral identitaire partijen, die van polarisering en het propageren van het wij-zij-denken hun handelsmerk gemaakt hebben, problemen hebben met een sterke Turkse identiteit, of hoe de pot de ketel verwijt dat hij zwart ziet.

Erdogan gaf aan veel Turken hun fierheid terug

Deze heisa wijst ook op gebrek aan inzicht in de interne ontwikkelingen binnen de verschillende gemeenschappen in ons land, en in de impact van de afwezigheid van een echt integratiebeleid gericht op respect en inclusie, tegengesteld aan het huidig beleid van systematisch bashen en segregatie.

Toen ik tien jaar geleden actief was in het allochtone middenveld, was ik jaloers op de Turkse gemeenschap in België

Toen ik tien jaar geleden actief was in het allochtone middenveld, was ik jaloers op de Turkse gemeenschap in België. Jaloers op de organisatie- en mobilisatiekracht van haar verenigingen en op haar sterke banden met Turkije en met de Turkse cultuur. Tot voor kort behoorde de Turkse gemeenschap, althans in de perceptie, tot de meest “geïntegreerde”, lees een gemeenschap die minder problemen veroorzaakt in onze samenleving dan de Marokkaanse bijvoorbeeld.

De Turkse overheid deed er alles aan om de banden met het herkomstland te behouden en te versterken door de Turkse gemeenschap te omkaderen; op religieus vlak via het netwerk van moskeeën dat vanuit het ministerie van Religieuze Zaken in Ankara wordt georganiseerd, door de militaire dienstplicht… Aanvullend kon de Turkse gemeenschap rekenen op grote en kapitaalkrachtige organisaties à la Milli Görüş en de Gülenbeweging, en de Turkse Koerden op een sterke politieke beweging.

Marokko verwaarloosde gedurende decennia zijn burgers in Europa

In de beginjaren van de Marokkaanse migratie (de jaren ‘60 en ‘70) was de enige zorg van de Marokkaanse overheid de controle over haar immigranten te behouden, en de transfers van geld naar Marokko verzekeren. De eerste moskeeën zijn opgericht door de Belgisch-Marokkaanse gemeenschap zelf, soms met de steun van het Vlaamse middenveld. Dit netwerk bleef autonoom en zelfbedruipend functioneren zonder enige steun vanuit Marokko.

Het vervagen van de banden van de tweede en derde generatie Belgische Marokkanen met het herkomstland heeft zowel voor- als nadelen

Nochtans had de Marokkaanse gematigde en pragmatische islam soelaas kunnen bieden voor vele aan geloof gerelateerde problemen. In die periode ontstonden ook strijdende organisaties, gelieerd aan de vakbeweging en aan de Marokkaanse studentenbeweging en politieke dissidenten… Omdat in de jaren ’70 en ‘80 de terugkeergedachte nog manifest aanwezig was in de geest van vele Marokkaanse migranten, had het Marokkaans regime geen baat bij een gepolitiseerde en gesyndiceerde gemeenschap. Om tegenwicht te bieden, stichtte Rabat een rist verenigingen, de zogenaamde Amicales, gelinkt aan consulaten en ambassades.

Controle was de hoofdzorg van Marokko. Er werden hier en daar Arabische lessen georganiseerd maar van enige religieuze, politieke of culturele omkadering was geen sprake. De eerste generatie Marokkanen onderhield desondanks en sterke band met het land van herkomst. Ze gingen er jaarlijks op vakantie en investeerden er hun spaarcenten. Gaandeweg ontstond er een kloof tussen de oude en de jonge generaties, ook op gebied van cultuur- en islambeleving, en vervaagde de band met het land van herkomst.

Vandaag probeert de Marokkaanse overheid een ander beleid te voeren en die achterstand in te halen, door zelfs een ministerie van Marokkanen in het buitenland op te richten. Maar de impact op de Belgisch-Marokkaanse gemeenschap blijft gering.

De integratie-paradox

In zijn essay Moorddadige identiteiten; een betoog tegen zinloos geweld schreef de Frans-Libanese auteur Amin Maalouf al in 1998 het volgende: “…a_ls onze medemensen niet worden aangemoedigd hun diverse achtergronden in acht te nemen, als ze hun behoefte aan identiteit niet tot overeenstemming kunnen brengen met een eerlijke en complexloze openheid ten aanzien van verschillende culturen, als ze zich gedwongen voelen te kiezen tussen zelfontkenning en ontkenning van de ander, zijn we bezig hele legioenen bloeddorstige dwazen op te leiden, grote scharen mensen die het spoor bijster zijn”_.

Het vervagen van de banden van de tweede en derde generatie Belgische Marokkanen met het herkomstland heeft zowel voor- als nadelen. Meryem Kanmaz stelde naar aanleiding van haar doctoraatsonderzoek over Vlaamse moskeeën vast dat Marokkanen beter geïntegreerd zijn dan de Turken, maar toch meer geproblematiseerd worden. Marokkanen beheersen bijvoorbeeld beter het Nederlands.

Terwijl Belgische Turken het Turks consequent blijven gebruiken als omgangstaal onder elkaar, is de gemeenschappelijke taal van de Vlaams-Marokkaanse burgers het Nederlands, een compromis tussen de Arabisch- en de Tamazight (Berbers )- sprekenden.

Maar een paar decennia later, is de ontgoocheling groot bij deze gemeenschap. Marokkanen zagen dat hun pogingen tot integratie en soms tot assimilatie niet in respect en aanvaarding uitmonden. Een ware identiteitscrisis bij velen was het gevolg. Deze situatie maakte van sommige jongeren een gemakkelijke doelwit voor conservatieve en obscurantistische religieuze opvattingen.

Het wordt tijd, na meer dan 50 jaar Turkse en Marokkaanse migratie, dat Vlaanderen kleur bekent en voor eens en voor altijd zegt welke samenlevingsmodel het wil

Als Erdogan iets gerealiseerd heeft voor veel Turken in ons land en in West-Europa, dan is het hen waardigheid en fierheid te schenken. De boodschap van Erdogan aan Turken in West-Europa die het gevoel hebben tweederangsburgers te zijn is simpel: er is een alternatief, je behoort tot een sterke en fiere natie die Turkije heet. Grote interne verdeeldheid is de zware prijs die de Turken moeten betalen voor deze herwonnen fierheid, maar velen hebben het er blijkbaar voor over.

Bij gebrek aan een Marokkaanse Erdogan zijn salafisten en religieuze extremisten in dit vacuüm gesprongen. Hun boodschap is in wezen dezelfde. Als deze samenleving je niet aanvaardt, sluit je aan bij de Umma, de grote islamitische wereldgemeenschap. En als jouw bestaan op aarde een puinhoop is, is het eeuwige leven in het hiernamaals een waardig alternatief. Jihadisten gaan nog een stuk verder en vragen hun aanhangers wraak te nemen op de samenleving die hen uitgespuwd heeft door angst, dood en verderf te zaaien.

Sommigen spreken van een integratie-paradox. Hoe beter mensen geïntegreerd zijn, hoe hoger hun verwachtingen van de samenleving zijn, en des te harder discriminatie en uitsluiting aankomen. Hoe kunnen we anders verklaren dat de overgrote meerderheid van Syrië-strijders van Marokkaanse origine zijn, en dat er amper Turken vertrokken zijn naar Syrië, of betrokken zijn bij terroristische aanslagen, wetend dat beide gemeenschappen in een vergelijkbare sociaal-economische positie verkeren.

Het wordt tijd, na meer dan 50 jaar Turkse en Marokkaanse migratie, dat Vlaanderen kleur bekent en voor eens en voor altijd zegt welke samenlevingsmodel het wil. Een inclusief maatschappijmodel waar plaats is voor verschillende identiteiten, binnen de grenzen van ons democratisch kader weliswaar, of een gesegregeerd monocultureel homogeen model gebaseerd op de dominantie van een cultuur.

In afwachting van een volwaardig burgerschap voor iedereen, zijn we misschien beter af met “goede” Turken en “goede” Marokkanen dan met “slechte” Belgen?

Mohamed Ikoubaân is artistiek directeur van Moussem Nomadisch kunstencentrum.