100 kilometer wandelen voor meer begrip
Len Buggenhout
16 augustus 2014
Om de Vlaamse en Brusselse jeugd te laten kennismaken met niet-begeleide minderjarige nieuwkomers en jongeren uit instellingen, wandelen ze samen vanuit verschillende plaatsen in Vlaanderen naar Brussel. De initiatiefnemers roepen intussen de mensen die ze onderweg tegenkomen op om te luisteren naar hun verhalen. MO* wandelde mee tussen Leuven en Tervuren.
Tien jongeren wandelen honderd kilometer voor meer verdraagzaamheid
(c) Len Buggenhout
‘Everywhere we go.
People want to know.
Who we are,
Where we come from.
So we tell them.
We‘re from Belgium,
Frietje, frietje Belgium’
Het liedje, een klassieker bij jeugdbewegingen, weerklinkt onder een stralende hemel in het uitgestrekte park van Tervuren. Dat Enano* (16) niet weet dat het laatste lijntje eigenlijk ‘pretty, pretty Belgium’ moet zijn, zorgt voor hilariteit. Het einde van de dagtocht is in zicht, het grapje dan een welgekomen afwisseling.
Enano heeft zijn familie op veertienjarige leeftijd in Angola achtergelaten en woont ondertussen anderhalf jaar in België. Hij leert nog elke dag bij, over het land en de taal. De zachte Hollandse tongval verraadt dat hij eerst twee maanden in Nederland heeft gewoond, bij een oom waar hij sindsdien niets meer van heeft gehoord.
Rappen
Als niet-begeleide minderjarige nieuwkomer wordt hij opgevangen door Minor-Ndako & Juna in Anderlecht. Hij krijgt er een goede begeleiding, zegt hij, maar in al die tijd heeft hij nog geen contact kunnen opnemen met zijn familie in Angola.
‘Deze tocht is heel zwaar, maar de beloning zal groot zijn’, zegt Enano.
(c) Len Buggenhout
Die onthechting is zwaar om te dragen, waardoor hij zich een tijdje kraste. De Brusselse jeugd is ook geen goed voorbeeld, vindt hij, want ze steelt, ze is agressief en ze gebruikt drugs. ‘Liever zou ik ergens in Vlaanderen wonen en naar school gaan’, zegt Enano. Om die vertwijfeling een plaats te geven, schrijft hij Nederlandstalige rapteksten.
Hoe onzeker zijn toekomst ook is, hij kijkt er positief tegenaan. In september mag hij naar het vijfde middelbaar en zal de richting verzorging volgen.
‘Een goede opleiding is voor mij het belangrijkste’, zegt hij. ‘Mijn grootste droom is begeleider worden in een centrum als Minor-Ndako. Of rapper.’
[100km Verderdraagzaam]
Zeulend met een zware rugzak trekt Enano samen met negen andere jongeren van Bierbeek naar Brussel. De groep is heel divers, want telt ook drie Afghaanse niet-begeleide minderjarigen, twee jongeren uit de bijzondere jeugdzorg en enkele Brusselse jongens en meisjes. Ze stappen honderd kilometer voor ‘verderdraagzaamheid’, net zoals een vijftal andere groepen vanuit heel Vlaanderen naar Brussel wandelt. Het initiatief komt van het Leuvense Nature dat door avontuurlijke kampen jongeren hun grenzen wil doen verkennen en verleggen.
‘Verdraagzaamheid is een vreemd woord’, zegt begeleider Lies Boncquet. ‘Het lijkt alsof we de anderen alleen moeten dulden, niet aanvaarden.’ Daarom wil deze groep verder gaan dan verdragen, ze wil bruggen bouwen en banden smeden. De tocht staat symbool voor de lange, vaak traumatische weg die de nieuwkomers achter de rug hebben.
Het laatste deel van de wandeling gaat door het park van Tervuren
(c) Len Buggenhout
Handvast
De dag trekt zich langzaam op gang. Zwoegend en zwetend weerklinkt relatief snel een eerste klaagzang. Iedereen heeft pijnlijke schouders en vermoeide ledematen. Ze zijn halverwege, maar Brussel is nog veraf.
‘Onderweg stierven kinderen en vrouwen van uitputting’
‘Voor ons, Afghanen, stelt deze wandeling weinig voor’, zegt Namir* (17). Ook hij strandde na een maandenlange zwerftocht in België, zonder familie of vrienden. ‘In Iran en Turkije liepen we soms twee dagen onafgebroken in onherbergzaam gebied. We moesten rennen voor ons leven als in de verte een patrouille opdook. Onderweg stierven kinderen en vrouwen van uitputting.’
Namir woont nu in Leuven en gaat er naar school. Hij heeft er Handvast opgericht, een groep mensen die elkaar wekelijks ontmoet. ‘Iedereen heeft talenten, maar als nieuwkomer ben je vaak onzeker’, zegt hij. ‘We voetballen of gaan zwemmen, maar eigenlijk houden we elkaars hand vast, steunen we elkaar.’ Zijn talent? ‘Fotografie. Ik wil fotograaf worden, portretten maken van mensen in oorlogsgebied.’
Zonder familie
Ook Habib (18) komt uit Afghanistan. Zijn tocht loopt ongeveer gelijk met die van Namir. Heel nuchter vertelt hij over de ontberingen en vrieskou die hij moest ondergaan in de Iraanse bergen. Over de duizenden euro’s die hij aan smokkelaars moest betalen. ‘Gelukkig had ik twee vrienden bij mij’, zegt hij. ‘Alleen zou je in Iran ontvoerd worden, en als vijftienjarige zijn die ervaringen moeilijk te verwerken op je eentje.’
Habib (18) rust uit. De groep logeert in de scoutslokalen van Tervuren
(c) Len Buggenhout
Gevoeliger wordt het als hij over zijn familie praat. Het valt op dat geen van hen vanuit België contact heeft gehad met zijn ouders. Met de hulp van het Rode Kruis kan je hen proberen bereiken, maar dat heeft voorlopig niets opgeleverd. Daarom zal hij hier zijn best doen en zijn school afmaken, zegt Habib. In Leuven, waar hij intussen begeleid zelfstandig woont.
‘Ik wil later militair of journalist worden’, zegt hij. ‘Een militair moet goed kunnen doorstappen, met dubbel zoveel gewicht in zijn rugzak.’
Toch stelt het gewicht van zijn rugzak niets voor in vergelijking met zijn ervaringen uit het verleden.
Zichzelf overstijgen
De hele dag worden op aangeven van de het groepje Afghanen Perzische liedjes gezongen, over de liefde en over de bril van Mohammed. De Belgische meisjes zingen ze luidkeels mee. Als een verkenner loopt Mirwais (19) voorop. Hij wacht ons op aan knooppunten en loopt heen-en-weer om rugzakken te dragen als iemand het moeilijk krijgt.
Als iedereen aan het einde van de dag in het gras aan de scoutslokalen van Tervuren neerzijgt, kijken vermoeide maar gelukkige gezichten mij aan. Er staat morgen nog een laatste wandeling op het programma. Als een hechte groep zitten ze even later rond de tafel. ‘Ik heb het heel zwaar met deze wandeltocht’, zucht Enano. ‘Maar ik weet ook dat de beloning en de trots achteraf heel groot zullen zijn.’ Daar gaat het immers om, jongeren zichzelf laten overstijgen.
Mirwais (19) loopt als een verkenner voorop.
(c) Len Buggenhout
Slotevenement
Op zondag 17 augustus is iedereen welkom op de slotmanifestatie in Minor-Ndako & Juna. De jongeren krijgen de kans om hun indrukken van de tocht in de vorm van gedichten, muziek of collages aan het grote publiek voor te stellen.
Tijdens het evenement ontvangt Minor-Ndako & Juna ook de prijs van het Fonds Lydia Chagoll. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan ‘een vereniging die bijzondere inspanningen levert om het respect van kinderen en hun rechten te promoten.’
* Om privacyredenen werd gebruik gemaakt van schuilnamen.