16.000 euro. Dat is wat smokkelaars tegenwoordig aan een vluchtelingengezin vragen

Reportage

16.000 euro. Dat is wat smokkelaars tegenwoordig aan een vluchtelingengezin vragen

16.000 euro. Dat is wat smokkelaars tegenwoordig aan een vluchtelingengezin vragen
16.000 euro. Dat is wat smokkelaars tegenwoordig aan een vluchtelingengezin vragen

De afgelopen weken volgde Pieter Stockmans een Syrische familie die in Istanboel in een acute noodsituatie is beland. Zo kwam hij de nieuwe routes en prijzen van smokkelaars in Turkije te weten. Mensonwaardige omstandigheden in Griekse kampen schrikken af. Maar duurzame integratie in Turkije, een belofte van de EU-Turkije deal, is een jaar later nog altijd onmogelijk.

© Xander Stockmans

Een Syrische vrouw in een clandestien naaiatelier in Istanboel (dit is geen personage in het artikel)

© Xander Stockmans​

Een oude man beklimt de straten van één van Istanboels vele volkswijken. Hij lijkt diep in gedachten verzonken, met zijn handen op de rug, wandelend. De boormachines en bouwkranen van de nieuwe appartementsblokken die als paddenstoelen uit de lucht schieten om tegen woekerprijzen te worden verhuurd aan wanhopige vluchtelingen staan nog onaangeroerd in de ochtendzon, maar in de naaiateliers zijn de vluchtelingen al sinds het ochtendgloren aan het werk.

Naliya*, één van de dochters van de oude man, staat elke dag vijftien uur per dag recht achter een hoop leren vellen, in een kelder, onder de grond. Ze klopt nagels in de vellen, en maakt er handtassen van. Die gaan later naar winkels in de stad, om met hoge winsten te worden verkocht. Ze krijgt er een hongerloontje voor.

De noodsituatie

Merdan, de oude man, gaat zitten op een bankje op een plein aan het naaiatelier. Hij praat met andere oudjes over Aleppo, over de tijd van toen. Hij denkt aan Rajan, zijn andere dochter, die zwaar ziek thuis zit. Gisteren werd ze in allerijl in het ziekenhuis opgenomen, maar ze werd alweer ontslagen met een voorschrift voor pijnstillers. Zo gaat het al drie jaar.

Rajans ziekte is een ramp voor het gezin: een inkomen minder. Ben je ziek en kan je tijdelijk niet werken? Bedankt voor bewezen diensten.

Haar ziekte is een ramp voor het gezin. Geen ziekteverlof, en ook geen vervangingsinkomen. De meeste van de drie miljoen vluchtelingen in Turkije hebben nog altijd geen verblijfsstatuut, en dus geen toegang tot regulier werk, geen bescherming tegen ontslag, geen recht op minimumloon, geen sociale zekerheid.

Merdan weet niet hoe hij de 850 verloren lira’s per maand zal compenseren. Er is nu nog maar één dochter die werkt.

Na het karige avondmaal van rijst en eieren trekt hij zich even terug in de slaapkamer en laat hij zich neerploffen op de enige matras. Zijn diepe zucht is het enige geluid dat de stilte doorbreekt. De ene dochter ligt ziek in de zetel, de andere afgepeigerd na misschien wel de duizendste uitzichtloze werkdag van slavenarbeid.

Hij schrijft de nieuwe financiële situatie van zijn huishouden op een briefje.

Maandelijkse inkomsten: 850 lira, één maandloon. Minder dan de helft van Turkse werknemers in hetzelfde naaiatelier.

Maandelijkse kosten: 750 lira voor de huurprijs, 300 lira voor pijnstillers voor Rajan, 200 lira voor eten.

En o ja, 50 lira voor de conciërge. Een paar dagen geleden was Merdan in een verhitte discussie verwikkeld met de conciërge, die niets meer doet dan wat patrouilleren in de trappenhal, voor de zogenaamde veiligheid van het gebouw. ‘Ik heb geen geld’, zei Merdan. ‘Dan kieper ik jullie buiten’, blafte de conciërge.

Syriërs hebben na drie jaar uitbuiting en vernedering geleerd om protest in te slikken. Als ze ervoor kiezen het toch te uiten, weet je dat de situatie alarmerend is.

© Xander Stockmans

Syrische kinderen aan het werk in een clandestien naaiatelier (dit is geen personage in het artikel)

© Xander Stockmans​

Gelukkig heeft Merdan een zoon en drie dochters in België. Zij zijn zelf in 2012 en 2015 naar Europa gekomen en in België als vluchteling erkend. Om een oude man van 76 en een zwaar zieke dochter van de straat te houden, gaat er noodgedwongen een deel van het Belgisch leefloon naar Istanboel.

Turkse uitbuiting kost België geld. Een nevenwerking van de EU-Turkije deal. Een falend beleid heeft altijd zijn prijs.

Elke avond, als de kinderen slapen, wacht Dano, de zoon, op het telefoontje uit Istanboel, van zijn vader Merdan. Hij kijkt er niet naar uit, het zijn altijd moeilijke en confronterende gesprekken.

‘Heb je al een oplossing gevonden’, vraagt Merdan. ‘Als ik werk zou hebben, zou ik meer geld kunnen sturen’, zegt Dano. ‘Maar in België is niet eens mijn rijbewijs erkend. Hoe kan ik hier ooit aan de slag als taxichauffeur? Ik moet eerst Nederlands leren, zegt het OCMW.’

Jarenlang pijnstillers in Turkije. Na twee maanden in België: operatie, en genezen.

‘Hoe lang gaat dat duren? Vijf jaar? Morgen staan we misschien op straat. Zorg dat we naar Europa kunnen. Eender welk land. Zweden, Nederland, België, Duitsland, maakt niet uit. Een land waar we voor een waardig loon kunnen werken, waar jullie naartoe kunnen reizen zodat ik mijn kleinkinderen kan zien opgroeien. Ik zou 1000 kilometer stappen om mijn kleinkinderen terug te zien. Een land waar Rajan een operatie kan ondergaan, waar ze een behandeling kan krijgen in plaats van pijnstillers.’

Dano kent het leven. Tot een jaar geleden was hij met zijn vrouw en drie kleine kinderen nog deel van het huishouden in Istanboel. Zelf had hij nierstenen. Pijnstillers en inspuitingen, daarmee moest hij van de Turkse dokters de pijn verbijten.

Na twee maanden in België – de dokters van het Rode Kruis in het opvangcentrum hadden hem onderzocht – had hij een operatie ondergaan en was hij genezen. Dat is het verschil dat vluchtelingen uit Turkije weg duwt.

‘Ja, vader’, zegt hij. ‘Ik doe mijn best. Ik heb contact met een paar smokkelaars.’

De contacten met smokkelaars

Merdan wandelt door Istanboel.

© Pieter Stockmans

De volgende dag komt de smokkelaar bij Merdan op bezoek in Istanboel. Ze bespreken de opties bij een glas thee. Te voet over de landgrens tussen Turkije en Griekenland, en dan met de auto naar Oostenrijk.

Of met de bus van Istanboel tot in Athene. Aan de grens zouden de smokkelaars Merdan en zijn dochters valse Griekse identiteitskaarten geven. In geval van problemen zou de smokkelaar tussenkomen en de grenspolitie omkopen. Prijs voor vier personen: 6000 euro. Dan vanuit Athene met de auto naar Oostenrijk.

Aan de vijf volgende landsgrenzen – Griekenland-Macedonië, Macedonië-Servië, Servië-Kroatië, Kroatië-Slovenië, Slovenië-Oostenrijk – zou de smokkelaar, die meerijdt in de auto, contacten met de grenspolitie hebben. De Balkanroute is niet gesloten. Ze is gesloten voor de armen, en wordt geopend voor de rijken, of voor de armen die zich in de schulden steken. Prijs voor vier personen: 10.000 euro.

Duizenden kilometers westwaarts zit Dano in de zetel. Hij staart uit het raam, naar de volle maan die de stille straten van zijn Vlaamse stadje verlicht. De kinderen zijn juist gaan slapen. Morgen weer een vrolijke schooldag. Zijn telefoon gaat over. Het is Aboe Salah, de smokkelaar waarmee Dano en zijn gezin eind 2015 de oversteek van Izmir naar Lesbos maakten in een klein rubberbootje.

‘Je vader en zussen kunnen met de ferry gaan’, zegt Aboe Salah. Aboe Salah is zelf een Syriër die in de oorlog alles kwijtraakte en nu al vier jaar aan een karig loontje voor de Turkse maffia werkt. ‘Ja, dat zei je tegen ons ook’, zegt Dano. ‘En dan is het elke dag “morgen Griekenland” en na drie weken toch een rubberbootje dat vol opeengepakte volwassenen en kinderen speelgoed is van de hoge golven?’

De Balkanroute is niet gesloten. Ze is gesloten voor de armen, en wordt geopend voor de rijken, of voor de armen zich in de schulden steken. Prijs voor vier personen: 10.000 euro.

Aboe Salah moet er eens hartelijk om lachen. Hij is één jaar na het EU-Turkije akkoord nog altijd actief in de smokkel, nog altijd in Izmir. Maar de routes die hij aanbiedt, zijn veranderd en de prijzen die hij van de Turkse maffia moet vragen, zijn gestegen. Vandaag probeert hij vluchtelingen ferryreizen van Izmir naar Italië door de Egeïsche, Middellandse en Ionische Zee aan te smeren.

‘Hoeveel kost dat?’, vraagt Dano. ‘Voor vier personen 20.000 euro’, zegt Aboe Salah. Zowat een gemiddeld jaarloon in een rijk westers land. Onbetaalbaar dus, voor de gewone man. Het zijn luxesmokkelreizen voor rijke vluchtelingen.

‘Ik ken ook mensen die voor je familie paspoorten kunnen maken, Zweedse paspoorten’, zegt Aboe Salah. ‘Dan kunnen ze gewoon het vliegtuig nemen. Als je geld hebt, kan dat allemaal.’

‘Maar ik betaalde je voor mijn hele gezin in 2015 4000 euro. Nu is het vijf keer meer.’

‘Ja, maar de grenzen zijn gesloten. De onderneming is veel moeilijker geworden, en er zijn veel meer kosten. Dat doet de prijzen stijgen.’

Na het gesprek met Aboe Salah neemt de stilte de kamer weer over. Dano steekt een nieuwe sigaret op en slaat de ene tas koffie na de andere achterover. Al drie dagen heeft hij geen oog dicht gedaan. Sigaretten en koffie, heel de nacht. Aan het begin van de week werkte hij urenlang om de sigaretten voor de komende maand te rollen. Om de stressvolle dagen door te komen.

Hij kon 8000 euro verzamelen. Van een vriend in Istanboel, en een vriend in België. De drie zussen die al in België zijn, deden ook een duit in het zakje. Ze verkochten juwelen, en legden maandelijks een deel van hun leefloon apart in een gemeenschappelijk spaarpot van de familie. Een soort familiale verzekering waar familieleden in noodgevallen hun deel uit kunnen vragen.

‘Goed’, denkt Dano. ‘Voor 8000 euro kunnen ze naar Griekenland, daar kunnen ze wachten. Dan zijn ze tenminste al weg uit Turkije.’

© Carmen Dupont

Reddingsvesten liggen als afval op de kusten van Lesbos.

© Carmen Dupont​

De twijfels over Griekenland

Die avond gaat Dano met een gerust gemoed slapen. Een paar dagen later belt hij naar Istanboel om het plan toe te lichten. ‘Jullie kunnen naar Griekenland gaan en wachten. Het resterende bedrag om naar Oostenrijk te gaan, sprokkelen we de volgende maanden bij elkaar’, zegt hij, maar Rajan protesteert al op de achtergrond.

‘In Griekenland wachten?’, vraagt Rajan. ‘Dat kan lang duren. Ik heb gehoord dat er tienduizenden vluchtelingen in overbevolkte kampen zitten en dat de gezondheidszorg er ook heel slecht is. Daar hebben ze ook alleen maar pijnstillers en geopereerd zal ik er zeker niet worden. Mensen worden ziek in die kampen, laat staan dat ik er zou kunnen genezen. Ik zou er alleen maar zieker worden.’

‘En toch is dat beter dan in Turkije blijven’, werpt Dano tegen. ‘Zelfs als jullie er een jaar moeten blijven, na dat jaar weet je dat je een toekomst tegemoet gaat. In Turkije zal die toekomst nog vele jaren op zich laten wachten of nooit komen. Hoe sneller jullie uit Turkije weg zijn, hoe sneller de maanden van wachten en daarna de toekomst kunnen beginnen.’

‘Als de maanden van wachten op een toekomst nooit beginnen, wat dan? Dan blijven jullie voor de rest van jullie levens slavenarbeid verrichten, dan zal je aftakelen van al die pijnstillers, dan belanden jullie misschien zelfs op straat. Hoe gaan jullie de huur blijven betalen? Het is nu kiezen tussen de straat in Turkije of een kamp in Griekenland. Mijn vriend Reshan heeft acht maanden gewacht in Griekenland, maar nu is hij wel in Duitsland. Zijn leven kan weer beginnen.

‘Wat als de maanden van wachten op een toekomst niet eens beginnen? Als jullie eerder waren vertrokken, waren jullie al lang in België geweest.’

‘We zullen in een gevangenis belanden’, zegt Rajan.

In de nacht van 19 op 20 maart 2016 werden de chaotische opvangcentra op de Griekse eilanden met steun van de Europese Unie getransformeerd tot detentiecentra.

‘Niet noodzakelijk. De broer van mijn vrouw is vrij in Griekenland.’

‘Maar geraakt hij weg uit Griekenland?’ vraagt Rajan.

Zijn kinderen en zijn vrouw zijn in Duitsland, maar hebben een verblijfsvergunning van slechts een jaar. Gezinshereniging is dus niet mogelijk. Hij is al meer dan een jaar van zijn gezin gescheiden. Toen de Balkanroute exact één jaar geleden gesloten werd, werd hij opgepakt in Servië en teruggestuurd naar Griekenland, waar hij nu geblokkeerd zit.

Dano denkt dat, als ze Griekenland via de landgrens binnenkomen, ze dan op elk moment onder de radar van de Griekse overheid weg kunnen blijven. Maar vluchtelingen kunnen niet zomaar wachten en dan verder reizen. Als de Griekse politie hen aantreft, is de kans reëel dat ze in een detentiecentrum belanden.

Sinds de EU-Turkije deal hebben Europese leiders vluchtelingen opgestapeld op de Griekse eilanden in de verwachting dat ze hen van daaruit zouden terugsturen naar Turkije. Maar Griekenland heeft lange tijd alle asielprocedures behandeld.

Vluchtelingen moeten in Griekenland wachten op antwoord in hun asielaanvraag. Als ze erkend worden, zou het kunnen dat ze overgeplaatst worden naar een andere EU-lidstaat. Die procedures kunnen maanden aanslepen. Ondertussen is de gezondheidszorg in de Griekse kampen ondermaats.

© Pieter Stockmans

Het appartement van Merdan en zijn dochters in Istanboel is niet gemeubeld. Daarvoor is geen geld.

© Pieter Stockmans​

In een Grieks detentiecentrum moeten ze ook hun vingerafdrukken geven. Zelfs als ze dan verder naar België zouden reizen, zou België de vingerafdrukken in het Eurodac-systeem terugvinden en hen naar Griekenland kunnen terugsturen, ook al druist dat in tegen een plan van Europese Commissie om slechts asielzoekers naar Griekenland terug te sturen als een bepaald maximumaantal asielzoekers in Griekenland niet overschreden is.

De Europese Commissie wil het liefst dat Griekenland de asielprocedures snel afwijst zonder in te gaan op de grond van de zaak, op basis van een veronderstelling dat Turkije een veilig land is waar een asielprocedure voorhanden is. Merdan en zijn dochters weten wel beter.

Teruggestuurd worden naar Turkije, zou een drama zijn dat ze maar moeilijk te boven zouden komen.

Dano’s enige optie is dus om de smokkelaar de volle 16.000 euro te betalen om direct van Turkije naar Oostenrijk te rijden, met een tussenstop in een huis op een geheime locatie in Griekenland, zonder dat Griekse overheid hen opmerkt.

Rajan alleen laten gaan is geen optie. Een vrouw alleen onderweg in de schimmige wereld van de smokkel en de georganiseerde misdaad, is not done. Merdan zou kunnen meegaan, maar dan zouden de twee andere zussen alleen achterblijven in een appartement in Istanboel. Ook not done. Het is de vader en zijn drie dochters samen, of helemaal niemand.

Het geld dat smelt als sneeuw in de zon

Dano wandelt door de straten, piekerend zoals zijn vader in Istanboel. Hij komt terug van bij een Syrische vriend die al 22 jaar in België woont. Bij de koffie sprak hij over zijn vader en zussen. Op het einde kwam de vernedering: de vraag of hij geld kon lenen. Zo gaat hij van de ene vernedering naar de andere.

‘Ik sprak met vijf smokkelaars. Nu weet ik voldoende over de verschillende routes en prijzen. Pas als ik het geld heb, zal ik weer met smokkelaars spreken.’

De gedachten razen door zijn hoofd: ‘Kreeg ik mensen maar zover om ons geld te lenen. Eenmaal vader en mijn zussen hier zijn, hoeft er ook geen Belgisch leefloon meer naar Turkije te gaan. En dan kunnen ze met hun leefloon ook onze schuldeisers mee helpen afbetalen. Na één jaar is alles afbetaald.’

‘Tijdens dat jaar zullen we extra bescheiden leven, maar daarna kunnen we allemaal verder met ons leven. En hopelijk werken in België, zodat de staat ons geen geld meer hoeft te geven, maar we voor onszelf kunnen instaan.’

De volgende ochtend, onderweg naar de Nederlandse les, belt Dano’s vader. Dano kan zich al wekenlang niet concentreren in de les, en soms dommelt hij in omdat hij ’s nachts geen oog dicht doet. ‘We hebben gehoord dat Europa binnen maand misschien geen vluchtelingen meer zal toelaten’, zegt Merdan. ‘Heb je al een oplossing?’

‘Neen’, antwoordt Dano geïrriteerd. ‘Ik sprak met vijf smokkelaars en ik stop ermee. Nu weet ik wel genoeg over de verschillende routes en prijzen. Pas als ik het geld heb, zal ik weer met smokkelaars spreken. Ik heb schrik dat mijn telefoon afgeluisterd wordt door de Belgische inlichtingendiensten.’

Het is een race tegen de klok. Dano heeft het geld niet, maar hoe langer hij nodig heeft om het totale bedrag bij elkaar te schrapen, hoe hoger de prijs zal stijgen. Wie zegt dat de 16.000 euro binnen een half jaar nog 16.000 euro zal zijn?

Dano gaat langs bij Nesrin, één van zijn zussen in België. Ze kampt met een lage bloeddruk en werd al eens in het ziekenhuis opgenomen nadat ze was flauwgevallen. Diagnose: stress. Al haar nekspieren zitten muurvast. Hele dagen piekert ze zich suf over haar vader en zussen in de nachtmerrie van Istanboel.

Ook zij stuurt maandelijks alles wat ze in België niet absoluut nodig heeft richting Turkije. Voor haar kinderen, die na vijf jaar in België op en top Vlaams zijn, is het niet makkelijk dat het gezin op de kin moet kloppen.

Kledingstukken van vluchtelingen drogen in de zon in een detentiecentrum op één van de Griekse eilanden.

Nesrin’s oudste zoon Roman begint een monoloog: ‘Het begin van de Syrische opstand dateert van zes jaar geleden, en nog altijd is een deel van onze familie achtergebleven in die oude wereld. Het wordt tijd dat we er komaf mee maken. De toekomst van onze volledige familie ligt in Europa. Er komt een moment waarop wij ook verder willen met ons leven. Onze ouders houden niks over voor ons, hun kinderen hier en nu. Mijn broer wil het huis uit en gaan werken als hij achttien wordt. Hij is het beu. Hij wil ook eens op vakantie kunnen gaan en doen wat zijn klasgenoten doen. En ik wil eindelijk trouwen, een gezin stichten, een eigen zaak openen. Maar ook een deel van mijn maandloon gaat naar Turkije. Dat geld bouwt niets duurzaam op, het houdt mijn grootvader en tantes in leven, meer niet. Het bouwt geen fundament onder onze familie. Het is als sneeuw in de zon, het zakt weg in het Turkse moeras. En zo blijven wij ter plaatse trappelen, in Turkije en in België. En ja, geld aan smokkelaars geven om hen naar hier te halen, dat is een duurzame investering. Het bevrijdt ons van een blok aan ons been. Voor mijn grootvader is het een bevrijding van de slavenarbeid, voor ons een bevrijding van het feit dat wij ons leefloon en maandloon zien verdwijnen naar Turkije. Ik heb mijn vader van in het begin in 2012 overtuigd om ons huis in Aleppo te verkopen. Hij kon het niet over zijn hart krijgen. Ik begrijp dat wel, dat is onze ziel. Maar dan werd het gebombardeerd en moesten ze noodgedwongen vluchten. En mijn grootvader kon het tot vandaag niet over zijn hart krijgen om zijn huis in Syrië te verkopen. Ik weet het, generaties zijn in dat oude huis opgegroeid, herinneringen dwalen rond in alle kamers. Maar zet je erover, het is verleden tijd.’

Merdan was welgesteld. De oorlog heeft de leegte gebracht. In 2014 moest hij zijn geliefde vaderland achterlaten en naar Istanboel vluchten. Zijn oude Syrische huis is ontzield. Een paar maanden later besloot één van de zussen na maandenlang twijfelen en sparen al in de zomer 2015 om naar Europa te gaan, met de grote exodus mee. Via Kos, en dan de Balkanroute, te voet door bossen en met de trein, naar België. Tijdens die weken kwamen tientallen familieleden naar Europa.

‘Maar niet grootvader’, zegt Roman. ‘Hij is altijd al een koppig man geweest. En kijk, nu moeten ze toch vertrekken en is de prijs vijf keer zo hoog en is het tien keer zo moeilijk. Kijk hoe ze van zeven uur ’s morgens tot ’s avonds laat moeten werken als slaven. Kijk hoe ze daar leven, in een leeg appartement zonder meubels. Ach, in het begin wilde ik nog nadenken over een oplossing, maar soms denk ik dat er geen oplossing is. Ik ben gestopt met mijn hoofd erover te breken, anders word ik depressief.’

‘Het geld dat wij vanuit België sturen, lost niets duurzaam op. Het houdt hen in leven, meer niet. Het bouwt geen fundament onder onze familie. Het is als sneeuw in de zon.’

‘Als we geld hebben, kunnen mijn kinderen hun grootvader zien’, zegt Dano. ‘De Turkse president Erdogan kent geen visa meer toe aan Syriërs om naar Turkije te gaan. Moeten we dan wachten op onze Belgische nationaliteit? Hoe lang? Vijf jaar? Zeven jaar? Misschien is vader dan al dood?’

Nesrin kon in 2015 wel naar Istanboel reizen voor een emotioneel weerzien met haar vader. Zij heeft een reispaspoort, Dano niet. ‘Er is geen dag in een mensenleven waarop je zoveel moois bij elkaar ziet. Iedereen weer samen’, zei ze toen. Toch was die gezinshereniging slechts een vakantie. En na de vakantie moest Nesrin gewoon weer naar België, en haar vader en zussen voor een tweede keer in de Turkse nachtmerrie achterlaten. In de afscheidskussen- en tranen zat een onuitgesproken vraag: wat is toch die vernietigende kracht die onze hele familie, ooit hecht en samen in een klein gebied in het noorden van Syrië, uit elkaar heeft gerukt en als puin van gebombardeerde gebouwen heeft verspreid over de halve wereld? Waarom moest dit ons overkomen?

Misschien toch wachten op integratie in Turkije? Om de Europese miljarden van de EU-Turkije deal te ontvangen, heeft de Turkse ambtenarij enorme wettelijke aanpassingen door hun parlement geloodst om tot 67 ingevulde voorwaarden te stranden, van biometrisch paspoort tot grensbewaking. Het struikelblok is de hervorming van de Turkse terreurwetgeving en het mensenrechtenklimaat na de couppoging.

Het gezin van de Merdan wacht nu al drie jaar.

‘Waar is opa?’, vraagt Dano aan zijn tweejarig zoontje Merdan, naamgenoot van zijn grootvader. De kleine Merdan wijst lachend naar het schilderij van opa aan de muur.

Een jaar na de EU-Turkije deal zijn vluchtelingen nog steeds gevangen, hun hoop verpletterd, hun toekomst onzeker. En dat laat zich voelen tot in Vlaamse straten.

*Alle namen zijn veranderd om de privacy en veiligheid van de betrokkenen te beschermen. De namen zijn bekend bij de redactie.