Vijf op zeven, soms zeven op zeven dagen, staan ze klaar voor hun leerlingen. Musti en Abdel van de Mechelse boksschool Royal Gym zijn bruggenbouwers. Wij en zij bestaat niet in hun boksschool, wel de liefde voor sport en lichaam, respect, zelfbeheersing, zelfvertrouwen en discipline.
De zaal waarin de trainingen plaatsvinden, wordt door een lokale school ter beschikking gesteld van de boksclub.
© Wiepke Boogaerts
Vijf keer per week stromen ze toe, kinderen en volwassenen. Vanavond is het geen full maar half house ‘want examens’, vertellen de twee trekkers van de Mechelse boksschool, Abdelkhakek El Oualkadi - ‘Abdel’ en Mustapha Lahrach – ‘Musti’. Gelukkig maar, lijkt ons, want het is nu al krap in de sportruimte die de school ter beschikking stelt van Royal Gym. Dit is de grootste boksclub van Mechelen, die volledig op vrijwilligers draait, en maar liefst 170 leerlingen telt.
‘Hier leren jongeren met hun lichaam omgaan, en met elkaar’, zeggen Abdel en Musti. ‘Ze leren respect, zelfvertrouwen, zelfbeheersing en discipline. Wie de regels schendt, ook buiten de muren van de school, wordt gesanctioneerd.’
‘De burgemeester kent ons, weet en apprecieert wat we doen.’
© Wiepke Boogaerts
‘Vleselijke sociologie’ en ‘lichamelijke ambacht’, zo omschrijft socioloog Loïc Wacquant zijn intense boksonderzoek in het boek Body and Soul. Wacquant dompelde zichzelf drie jaar onder in een boksschool in een zwart-Amerikaans getto in Chicago, een sociologisch onderzoek dat een persoonlijk verhaal werd van zelftransformatie en het overstijgen van sociale kloven.
Acht jaar geleden gingen Abdel en Musti aan de koffie. Het was tijd om iets terug te doen voor de samenleving, vond Abdel die een streep wou trekken onder het moeilijk parcours dat hij zelf had afgelegd. In 2008 was Royal Gym een feit. De boksschool werd een investering in sport met extra aandacht voor jongeren die gemakkelijker tussen wal en schip dreigen te vallen door sociale segregatie en uitsluiting. Abdel en Musti trokken er na hun dagjob op uit om jongeren op te pikken en hen een alternatief voor de straat te bieden.
‘Sommige jongeren komen hier binnen als een hoopje ongeregeld, hangjongeren die geen blijf weten met hun energie, die ze omzetten in negatieve attitudes, agressie soms ook. Na een tijdje zien we onze gasten veranderen, vinden ze hun zelfvertrouwen, een doel en discipline.’
‘Onze leerlingen komen ook naar ons met vragen en zaken waar ze persoonlijk mee worstelen.’
© Wiepke Boogaerts
‘Onze leerlingen komen ook naar ons met vragen en zaken waar ze persoonlijk mee worstelen’, vertellen Musti en Abdel. Zoals na de Parijse aanslagen, die voor de vele jonge moslims van de boksschool nieuwe stress, angst en veel vragen naar boven brachten. Of er was een oudere leerling, ‘een niet-moslim’ wiens frustraties ze hielpen bekoelen, nadat hij na zeventwintig jaar dienst was ontslagen wegens “te oud”. ‘
Acht jaar geleden gingen Abdel en Musti aan de koffie. Het was tijd om iets terug te doen voor de samenleving vonden ze.
© Wiepke Boogaerts
De groep die de boksschool vormt, werkt de verschillen en politieke disputen tussen mensen weg. ‘Het wij-zij-discours dat in de samenleving zo hardnekkig lijkt, bestaat hier niet’, zegt Musti. Hij somt op: Marokkanen, Turken, Assyriërs, Koerden, Armeniërs, Nederlanders, Afrikanen, BBB’s (of Blanc Bleu Belgen), vormen samen de boksschool. Binnen en buiten de muren geldt de regel van respect voor elkaar. Wie zondigt, wordt op een tijdelijke time-out gezet.
‘Het wij-zij-discours dat in de samenleving zo hardnekkig lijkt, bestaat hier niet.’
© Wiepke Boogaerts
‘In Mechelen hebben we nog geen Syriëstrijder gehad. Maar dat wil niet zeggen dat je rustig achterover kan gaan zitten in de zetel’, zegt Musti. ‘Ik denk dat het sneeuwbaleffect van zo’n eerste Syriëstrijder niet te onderschatten is. Het is cruciaal om maximaal aan preventie te doen. En dat kan je enkel door zowel dicht bij de ouders als bij de jongeren te staan.’
Abdel: ‘Je ziet het vooral bij gasten die al iets op hun kerfstok hebben. Het verleden drukt op hen, ze hebben geen diploma, voelen zich uitgesloten, zien geen werk, geen hoop, geen toekomst. Ze voelen zich gemakkelijker aangesproken door extremisten.’
Vier jongeren die niet ver van een ticket naar Syrië stonden, konden ze ompraten. Ze hadden de signalen gezien: de baardgroei, de verandering van kledingstijl, het obsessieve trainingsgedrag, de stugheid naar meisjes, het verwerpen van geneugten als muziek. Ze praatten uren met de jongeren, verwittigden de ouders, gingen om juiste wederwoorden langs bij de stadsmoskee, garandeerden discretie. Het werkte.
De groep die de boksschool vormt, werkt de verschillen en politieke disputen tussen mensen weg.
© Wiepke Boogaerts
Musti en Abdel zijn de bruggenbouwers waar de samenleving zo’n behoefte aan heeft. Zonder het zo bedoeld te hebben, vullen ze het gat dat werd gecreëerd toen diversiteitsconsulenten en diversiteitsplannen bij het arbeidsmarktbeleid, straathoekwerkers in Antwerpen, overlegplatformen en onafhankelijke actoren gaandeweg werden aangepakt in de hervorming van het inburgerings en-integratiebeleid.
‘Het is crisistijd. Meer dan ooit zien we dat er nood is aan vertrouwenspersonen, mensen die de situatie in de wijken, in families, die de jongeren kennen.’ Vandaag vervult Royal Gym ook een brugfunctie tussen jongeren, scholen, niet Nederlandstalige ouders, het centrum voor leerlingenbegeleiding.
‘Hier leren jongeren met hun lichaam omgaan, en met elkaar.’
© Wiepke Boogaerts
‘De burgemeester kent ons, weet en apprecieert wat we doen’, zegt Abdel. ‘We hebben ook een goed contact met de deradicaliseringsambtenaar. Maar hoelang kunnen we dit nog volhouden zonder overheidssteun?’
De zaal waarin de trainingen plaatsvinden, wordt door een lokale school ter beschikking gesteld van de boksclub. Het is een kwestie van goodwill, een contract is er niet, ook niet bij de nieuwe directie. De school en het team staat het water aan de lippen. Vijf op zeven dagen werken ze voor de boksclub, waar veel leerlingen niet betalen voor hun lessen, omdat ze het geld niet hebben.
‘We hebben liever dat ze hier gratis komen boksen dan dat ze op straat rondhangen met grote kans om de connectie met de samenleving te verliezen.’
‘De jongere het idee geven dat hij of zij kansen kan krijgen, dat iemand naar hen omkijkt en dat ze ergens terecht kunnen, dat is wat de boksclub wil doen.’
Soms lijkt het antwoord op complexe vragen in logische zaken te liggen.