Twee jaar na de opstand in Nicaragua
Belgische jongeren blikken terug op ontmoetingen met Nicaraguaanse leeftijdsgenoten
100.000 Nicaraguanen vluchtten sinds de politieke en sociale crisis uit 2018 het land uit. Dat meldt de VN-vluchtelingenorganisatie (UNHCR). Enkele Belgische scholieren ontmoetten vorig jaar gevluchte jongeren uit Nicaragua in Costa Rica. En dat liet een diepe indruk na.
De Nica’s en Belga’s bouwden een band voor het leven op
100.000 Nicaraguanen vluchtten sinds de politieke en sociale crisis uit 2018 het land uit. Dat meldt de VN-vluchtelingenorganisatie (UNHCR). Ook nadat het geweld, dat met die crisis gepaard ging, afnam, hield de uitstroom van studenten, mensenrechtenactivisten, journalisten en boeren aan. Vorig jaar ontmoetten Belgische scholieren gevluchte jongeren uit Nicaragua in Costa Rica. En die ontmoeting liet een indruk na.
De Belgische scholieren Gwen Martens (17) en Arthur Wils (18) maakten vorig jaar kennis met gevluchte Nica’s, zoals de Belga’s hen noemen. Hun thuisstad Sint-Truiden heeft een stedenband met Nueva Guinea in Nicaragua. In dat kader geeft het uitwisselingsproject Intercambioso jongeren uit de twee steden de kans elkaar te ontmoeten en zo hun wereldbeeld te verruimen.
Normaal gezien zouden de Truiense jongeren naar Nicaragua zijn getrokken, maar vorig jaar liep dat anders. Door de onstuimige situatie in het land was het veiliger om in Costa Rica te verblijven. ‘We waren daar wel op voorbereid. In oktober 2018 kwamen drie Nicaraguanen naar België. De schooldirectrice vertelde over de opstanden en het alternatief om in Costa Rica te verblijven. Daar ontmoetten we uiteindelijk jongeren die gevlucht waren voor de onrust. Er waren ook jongeren van de school in Nueva Guinea die daarvoor naar Costa Rica afreisden om toch mee te doen aan het project’, vertelt Gwen.
Costa Rica ving tot nu toe twee derde van de 100.000 Nicaraguaanse vluchtelingen op.
Costa Rica is geen onbelangrijke speler in dit verhaal. Het is de eerste stop voor de meeste vluchtende Nicaraguanen. Volgens nieuwsagentschap IPS vangt het land inmiddels twee derde van de Nicaraguaanse vluchtelingen en asielzoekers op. Dat zijn iets meer dan 77.000 mensen. De overige 23.000 mensen vluchtten onder andere naar Panama en Mexico. Zo’n 9.000 mensen trokken naar Europa.
Propaganda in schoolboeken
In 2018 brak in Nicaragua en felle politieke en sociale crisis uit. Het begon met protesten tegen plannen van president Daniel Ortega om de sociale zekerheid te hervormen. Wanneer tijdens die protesten tientallen doden vallen door geweld van de politie, keren de protesten zich ook tegen het autoritaire regime.
Sindsdien ligt de oppositie onder vuur en wordt de vrijheid van meningsuiting op verschillende manieren ingeperkt. Onafhankelijke media worden gedwongen te stoppen met hun activiteiten en journalisten belanden in de gevangenis.
Ook vele studenten namen deel aan het protest. Net zoals de Belgisch-Nicaraguaanse Amaya Coppens, die in 2018 zelfs enkele maanden in de gevangenis doorbracht omwille van haar luide proteststem. Begin deze maand ontving ze voor haar moed en doorzetting een prijs op het Witte Huis in Washington D.C.
Dat het regime de vrijheid van meningsuiting schendt, weten ook de Truiense leerlingen. ‘De Nica’s vertelden ons over de propaganda in hun schoolboeken en hoe het regime ingebakken zit in het onderwijs. Inmiddels kan mijn “Nica-broer” zijn studies niet meer afronden. Zijn mening over het regime was niet in lijn met die van de universiteit – of de mening die het wordt opgelegd –, en daarvoor werd hij geschorst’, vertelt Gwen.
‘Na de ontmoeting, vreesde ik voor wat de jongeren te wachten stond, maar zo te horen gaat het toch nog goed met hen.’
Arthur maakte zich na de ontmoeting zorgen over het feit dat de Nicaraguaanse jongeren in Costa Rica verbleven en met buitenstaanders praatten over het regime. Bovendien werd de reis nadien vastgelegd in een zesdelige reportage. ‘Ik vroeg me af wat hen te wachten stond: of het regime hen daarvoor zou straffen of ze na de reis het land wel terug binnen zouden mogen. Maar zo te horen gaat het toch nog redelijk goed met hen.’
Elkaar begrijpen zonder taal
Ook de ontmoeting met de Nicaraguaanse vluchtelingen is Gwen en Arthur sterk bijgebleven. ‘We maakten tijdens onze reis veel mee, maar vooral de gesprekken over de situatie waarin ze zich bevinden, hebben me geraakt’, vertelt Gwen.
Arthur is het met haar eens. ‘De gesprekken met vluchtelingen over de politieke crisis lieten een diepe indruk na. Zelfs al moesten we het soms met handen en voeten uitleggen omdat wij niet goed genoeg Spaans spreken. Uiteindelijk begrepen we elkaar. Taal is niet per se nodig om elkaar te begrijpen, gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal vertellen ook veel.’
Vooral het optimisme van de Nicaraguanen viel hen op. Ze vertellen over het protest en vermoorde familieleden en vrienden. Over hoe ze hun familie moesten verlaten uit angst om in de gevangenis te belanden.
Een uur na zo’n gesprekken waren ze alweer aan het lachen en leken ze gelukkig. ‘Daar kunnen wij veel van leren’, vindt Gwen. ‘Ik probeer minder te zeuren over kleine dingen die foutlopen of saaiere lessen op school.’
Arthur stelt vast dat Nicaraguanen sneller tevreden zijn. ‘Zij kunnen leven zoals wij, ze zijn niet noodzakelijk arm. Ze hebben ook koelkasten en smartphones, maar ze hebben al die luxe niet nodig.’
‘De respectvolle manier waarop de Nica’s omgaan met natuur is prachtig.’
Een laatste groot verschil tussen Nicaraguanen en Belgen is volgens de Truiense studenten hun openheid en gastvrijheid. Gwen herinnert zich hoe ze extra veel eten klaarmaakten voor het geval iemand zou langskomen. ‘Terwijl we hier soms al moeilijk doen om twee mensen een slaapplaats te geven. Voor hen was dat geen probleem, ook al zijn hun huizen veel kleiner.’
Vrede, veiligheid en onderwijs, maar ook klimaat
In het vijfde deel van de reportage, spelen de jongeren een spel rond de duurzame ontwikkelingsdoelen. Terwijl de Nicaraguanen kiezen voor vrede, veiligheid en kwaliteitsvol onderwijs, kiezen de Belgen klimaat als prioriteit.
Ook opvallend was dat de Nica’s dachten dat de Belgen niets van hen konden leren. Maar Gwen spreekt dat tegen: ‘De respectvolle manier waarop zij omgaan met natuur is prachtig. Als ze zouden zien hoe wij soms omgaan met de natuur, zouden ze schrikken.’
Bovendien vinden Gwen en Arthur het ook niet gek dat ze onderwijs als prioriteit zien. Zo vertelde Argenis, één van de gevluchte Nicaraguanen, dat volgens hem alles begint met onderwijs. Onderwijs verdient investeringen.
Tegelijk voelen ze in Nicaragua ook de gevolgen van de klimaatopwarming. Gwen vertelt over gebieden waar ooit prachtige bossen stonden, maar nu palmolieplantages zijn. Als je dat gezien hebt en de verhalen erachter hoort, denk je volgens haar wel twee keer na voor je producten met palmolie koopt.
‘Anderzijds zorg dat wel voor inkomsten’, zegt Arthur. ‘Ik vind niet dat zij hun leven moeten veranderen om klimaatopwarming tegen te gaan. Zeker niet zolang wij dat niet doen en zolang ook wij palmolie blijven aankopen. Bovendien zijn het overheden die de plantages beheren. Ik heb dus ook wel vragen bij die werkomstandigheden.’
De jongeren wisselen dedachten uit
© Gwen Martens
Door terug te denken aan al die ervaringen en ontmoetingen, maakt hij de link met de migratie naar Europa. De kritiek op migranten vindt hij ‘larie en apekool. Zonder enige achtergrond zeggen tegen migranten ze weg moeten blijven, kan toch niet. Zolang je niet weet wat ze hebben meegemaakt en je niet met hen gepraat hebt, kun je daar niet over spreken. Ik heb dus zeker naar het verhaal achter de vluchteling leren kijken.’
‘Ondertussen zijn we een jaar verder en is de situatie niet verbeterd.’
Gwen en Arthur waren in Costa Rica een jaar na het begin van de opstand in Nicaragua. Daardoor hadden ze de kans om een herdenking bij te wonen. Gwen wijst erop dat revolutie en opstand voor Belgen alleen iets uit de geschiedenisboeken is. Je kan je er iets bij voorstellen, maar door het contact met Nicaraguanen, wordt dat iets helemaal anders. Daardoor heeft ze een beter beeld over hoe zo’n situatie tot stand komt.
‘Ondertussen zijn we een jaar verder en is de situatie niet verbeterd’, besluit Gwen. De reis zal de jongeren in ieder geval voor de rest van hun leven bijblijven. Het is geen project dat zomaar eindigt, net zoals de diepgewortelde band met de Nicaraguanen niet zomaar zal verdwijnen.
© 2020 — StampMedia — Stefanie Tuerlinckx