In de zomer van 2014 werd het zuiden van de VS overspoeld door een stroom niet-begeleide minderjarigen uit El Salvador, Honduras, Guatemala en Mexico. Strengere controles en financiële hulpprogramma’s moeten het probleem indijken. Aan de oorzaak verandert echter niets.
Migratie uit Latijns-Amerika naar de noorderbuur is zo oud als de States zelf, maar de golf van niet-begeleide minderjarigen die vorige zomer de grensposten overspoelde, brak alle records. Meer dan 70.000 niet-begeleide kinderen probeerden tussen april en juni de VS binnen te komen, vooral via de Vallei van de Rio Grande in Texas.
Tussen oktober 2013 en 31 juli 2014 noteerde de controlepost aan de grens daar 62.998 niet-begeleide minderjarigen, voornamelijk jongens tussen vijftien en zeventien jaar oud, en nog eens 62.856 personen in familieverband (cijfers van Migration Information Source). Het jaar voordien waren dat 31.491 kinderen en 11.000 personen in familieverband.
Eindbestemming voor sommige van die kinderen is de hereniging met hun ouders of familieleden in de VS, maar een ander groot deel reist alleen, op zoek naar werk, een inkomen, een toekomst. De dwingendste aanleiding om hun land te ontvluchten is het aanhoudende geweld van criminele bendes. Honduras is van alle landen waar geen oorlog woedt het dodelijkste ter wereld. Maar in Guatemala, El Salvador en Mexico, met hun gewelddadige drugsbendes, is het nauwelijks minder erg.
Ook de tocht zelf is een horrorscenario. Tot enkele decennia geleden kon illegale migratie vanuit Latijns-Amerika naar de VS als een spannend avontuur of een gok gezien worden: je kon gesnapt worden en teruggestuurd, en dan was je je geld kwijt. Maar door de steeds strengere grenscontroles in het zuiden van de VS is migreren een steeds hachelijkere onderneming geworden, met mensensmokkelaars die steeds hogere prijzen vragen. Voor een enkeltje van Guatemala naar de VS zouden bedragen van 6000 tot 8000 dollar betaald worden.
De uiterst kwetsbare migranten zijn een speelbal van de grillen van criminele netwerken
Intussen is de mensensmokkel in handen gekomen van criminele netwerken. De uiterst kwetsbare migranten zijn de speelbal van hun grillen. Ze opereren vooral in Mexico en de beruchtste groep zijn de Zetas, een misdaadbende in dienst van het drugskartel van de Golf van Mexico. De Zetas terroriseerden ook systematisch La Bestia (“Het Beest”), de migrantentrein uit Chiapas. Hun gruweldaden kregen internationale weerklank toen in 2010 de lijken van 72 migranten werden teruggevonden in een loods in San Fernando in de deelstaat Tamaulipas.
Migranten op “La Bestia”. De Zetas terroriseerden systematisch de reizigers op “Het Beest”, de migrantentrein uit Chiapas
Peter Haden (CC by 2.0)
Diefstal en verkrachting zijn schering en inslag. Mensen op doortocht lopen ook het gevaar ontvoerd te worden door drugsbendes, om losgeld af te persen van hun familieleden, of om hen in te lijven in hun milities. Al deze grove schendingen worden uitvoerig gedocumenteerd in het rapport Human Rights of Migrants and Other Persons in the Context of Human Mobility in Mexico van de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten.
Uiteindelijk staan Midden-Amerikaanse jongeren voor de verscheurende keuze tussen leven met doodsangsten in je eigen land – zonder perspectief op een toekomst –, zelf de misdaad ingaan om zo aan een inkomen te raken, of de tocht op leven en dood aanvatten, voortgestuwd door de hoop dat het jou heel misschien wél zal lukken.
Teruggestuurd
Helaas zijn bendegeweld, endemische armoede en sociale en economische uitzichtloosheid internationaal niet officieel erkend als redenen om asiel te krijgen. Het overgrote deel van de jongeren zonder papieren die de zuidelijke grens van de VS bereiken, wordt dan ook teruggestuurd, meestal zonder de kans te krijgen hun situatie toe te lichten.
Uit een onderzoek van Human Rights Watch over de periode 2011-2012 bleek dat 80 procent van de Hondurezen werd teruggestuurd. Slechts 1,9 procent kreeg asiel. Voor Mexico, El Salvador en Guatemala schommelden de cijfers van erkende asielzoekers tussen de 0,1 en de 5,5 procent, terwijl dat voor andere landen gemiddeld rond de 20 procent ligt. Ook in de migratiegolf van de zomer van 2014 werden de meeste minderjarigen teruggestuurd naar hun land van herkomst.
De crisis leidde in de VS tot een intens – en herkenbaar – debat tussen de plicht tot bescherming en de noodzaak van gedwongen terugsturen.
De crisis leidde in de VS tot een intens – en herkenbaar – debat tussen de plicht tot bescherming en de noodzaak van gedwongen terugsturen. Uiteindelijk vroeg de regering-Obama het Congres 3,7 miljard dollar voor noodhulp, om de controleposten aan de grens te versterken en de opvangplaatsen en de dienstverlening aan de kinderen te verbeteren.
President Obama bezocht ook de verschillende Midden-Amerikaanse presidenten om hun te verzoeken het probleem in eigen land aan te pakken.
Er werd 1 miljard dollar gevraagd voor sociaaleconomische hulpprogramma’s in de Midden-Amerikaanse landen zelf en voor informatiecampagnes om minderjarigen te ontraden naar de VS te komen.
Daarnaast werd er 86 miljoen dollar van het Merida-Initiatief genomen om het migrantenprobleem in Mexico zelf aan te pakken. Het Merida-initiatief (2008) is een samenwerking tussen de VS en Mexico om het geweld van de drugskartels en andere georganiseerdemisdaadbendes te bestrijden.
Migratiestromen uit Midden-Amerika worden voortaan in Mexico al tegengehouden. Er kwamen nieuwe controleposten in de zuidelijke Mexicaanse deelstaten Tabasco, Veracruz, Chiapas en Oaxaca. In april van dit jaar meldde de Mexicaanse overheid dat ze een record aan Midden-Amerikaanse kinderen zonder papieren had kunnen terugsturen. Aan de zuidgrens van de VS was de daling van het aantal kandidaat-immigranten al even opmerkelijk.
Een model van uitsluiting
Strengere grenscontroles zullen de smokkelaars nog driester maken en de prijzen nog hoger. En het geplande hulpprogramma, de zogenaamde Strategy for Engagement in Central America, zal de ellende alleen maar groter maken. Dat stelt een groep van sociale wetenschappers met jarenlange ervaring in Midden-Amerika, en zij staan niet alleen met hun kritiek.
Het hulppakket is een erkenning van de Midden-Amerikaanse regeringen, die zelf door en door corrupt zijn. Een ander probleem is het economisch model dat door de VS zelf is opgelegd in vrijhandelsverdragen, eerst NAFTA (tussen de VS, Mexico en Canada) en later CAFTA (tussen de VS en de Midden-Amerikaanse landen). Die hebben het platteland onleefbaar gemaakt en tot massale werkloosheid geleid, die op haar beurt de migratie op gang heeft gebracht.
De criminele netwerken zelf zijn een product van corruptie enerzijds en uitzichtloosheid en gebrek aan toekomstperspectieven bij jongeren anderzijds, vaak kinderen achtergelaten door hun ouders, die eerder al migreerden. Deze landen mogen dan al opklimmen in de index van de menselijke ontwikkeling, die vordering wordt tenietgedaan door de grote ongelijkheid.
De kloof tussen de elites en de grote groep armen is enorm. De bovenste 20 procent harkt 50 tot 60 procent van het nationale inkomen binnen, de onderste 20 procent moet het stellen met 1,5 procent (Honduras), 3,5 procent (El Salvador) of 3,7 procent (Guatemala). Die groep armen kan alleen overleven dank zijn de overboekingen uit de VS, goed voor 10 tot 17 procent van het bnp van de regio.
Tot slot dragen El Salvador, Guatemala en Honduras nog de sporen van de burgeroorlogen van de jaren zeventig en tachtig, die mee gefinancierd werden door de VS. Ook de zware wapens in de regio en de gewapende bendes in het zuiden van de VS en in Midden-Amerika zijn restanten van die oorlogen.
Wat de sociologen dan wel verstaan onder een “afdoend” beleid om de migratie het hoofd te bieden? Echte werkgelegenheid voor kleine boeren en kleine en middelgrote ondernemers, en verder onderwijs en gezondheidszorg, in plaats van meer grenscontroles.
Dit artikel werd geschreven voor het winternummer van MO*magazine. Voor slechts €20 kan u hier een jaarabonnement nemen!