Schaamteloos onrecht in het Israëlisch nederzettingenbeleid: ‘Palestina wordt van de kaart geveegd!’
De Israëlische nederzettingen in Palestijns gebied zijn verstikkend voor de leefbaarheid van een Palestijnse staat. Bovendien maken ze het leven van de Palestijnen onleefbaar. Wat gebeurt er als je buren veel meer rechten en middelen hebben? En wat als ze het dan ook nog gemunt hebben op je achtertuin? Willem De Maeseneer ging ter plaatse kijken.
Op een doordeweekse avond chillen drie Palestijnse jongeren op hun favoriete hangplek, een berg in de Cremisanvallei, naast Bethlehem. Het is een prachtig stukje natuur met zicht op het voor hen zo onbereikbare Jeruzalem. Maar het uitzicht bederft de pret niet, integendeel. Ze hebben de lokale KFC gehaald en stiekem een flesje wodka meegesnoept. Er wordt gelachen en gezongen.
Het is het laatste stukje ruimte waar ze het overbevolkte Aida Camp kunnen ontvluchten. Het vluchtelingenkamp waar ze wonen kijkt uit op de scheidingsmuur met Israël en is omgeven door wachttorens van het Israëlisch leger. Het regent er vaak, traangasgranaten… Op hun berg zijn de zorgen van de bezetting ver weg. Of toch niet? Als ze het uitzicht even innemen wordt er gezucht. ‘Zo jammer dat het hier ons laatste jaar is’, zegt de oudste van de bende. Vanaf 2018 zal de muur door hun favoriet plekje lopen, om ruimte te maken voor de nabijgelegen Israëlische nederzettingen
Het is een sprekend voorbeeld van hoe Israël sinds de jaren ’70 het Palestijns grondgebied langzaam maar zeker verstikt. Nederzettingen worden elk jaar groter en meer met elkaar verbonden. Het Palestijns gebied wordt steeds kleiner en meer versnipperd. Sinds Trump aan de macht kwam in januari zijn al meer dan 6.000 nieuwe woningen in bezet gebied aangekondigd. Op die manier is een Palestijnse staat in de praktijk niet mogelijk. De bevolkingsdichtheid is te groot, en Israël neemt te veel grondstoffen en vruchtbaar gebied in.
Maar het gaat verder dan dat. Het verhaal van het nederzettingenbeleid op de Westelijke Jordaanoever is een kroniek van schaamteloos onrecht en feitelijke apartheid.
Grotvast
In Wadi Fukin, een klein boerendorpje ten zuiden van Bethlehem, kan je het echte Palestina nog zien. Tenminste, als je in het centrum staat en naar het zuidwesten kijkt. Dan zie je een mooi klein dorpje en boeren die hun land bewerken. Beweeg je hoofd een fractie naar links of naar rechts en de harde realiteit keert terug. Het dorp wordt ingesloten door twee Israëlische nederzettingen langs de ene kant en een veiligheidshekken dat de grens met Israël markeert langs de andere.
De Israëlische nederzetting Beitar Illit torent boven de landbouwgrond van Wadi Fukin uit. Het Palestijns dorpje wordt steeds kleiner ten koste van de Israëlische stad.
© Willem De Maeseneer
Jamila Manasra woont in een grotboerderij op haar land om onteigening te voorkomen
© Paul Van Laethem
Jamila Manasara Is 86 jaar oud en woont in een grot op haar landbouwgrond. Ze heeft nochtans een mooi huis in het centrum van Wadi Fukin. Maar ze is bang dat het Israëlisch leger haar grond zal bezetten als ze hem verlaat. Haar man Hassan (95 jaar oud!) is hulpbehoevend. Toch denken ze er niet aan om hun land in de steek te laten. Hun kinderen en andere dorpelingen voorzien hen dagelijks van hulp, voorraden en gezelschap. ‘Ik heb mijn kinderen gevraagd om mij te begraven in de grot. Zo zullen de Israëli’s mijn land niet kunnen onteigenen.’
Jamila Manasra
© Paul Van Laethem
Zo’n twintig kilometer naar het zuiden, aan het Tel Rumeida checkpoint in Hebron, willen twee Palestijnse werkmannen de zwaar beveiligde draaihekken passeren. In een emmer dragen ze metsersmateriaal naar de werf en ze willen duidelijk dat het vooruitgaat. De Israëlische soldaat blokkeert de draaihekken en roept de man met de emmer bij hem. Hij is al wat te vaak gepasseerd vandaag en mag er niet meer door. Ook de emmer moet blijven. Met een vernederde blik kijkt de bouwvakker naar zijn maat. Die zal het alleen en zonder materiaal moeten doen.
Soms moet je een kat een kat noemen. In de Palestijnse stad Hebron heerst er apartheid, punt. De nederzettingssituatie is er uitzonderlijk. Midden in het oude centrum van een van de grootste steden van Palestina wonen een vijfhonderdtal Joodse kolonisten in vier nederzettingen. Daar wonen ook zo’n 35.000 Palestijnen. Dat gedeelte van de stad heet H2 omwille van de speciale veiligheidssituatie. Het lijkt wel een grote militaire basis. De Palestijnse burgers worden er volledig gescheiden gehouden van de kleine Joodse gemeenschap. Hierdoor leven de Palestijnen van H2 onder zware repressie en feitelijke segregatie.
De kolonisten vallen namelijk onder de burgerlijke wetgeving van Israël. De Palestijnen worden berecht onder de Israëlische militaire wetgeving. Dat is trouwens het geval in heel de Westelijke Jordaanoever - In de praktijk betekent dat straffeloosheid voor de kolonisten en harde willekeur voor de Palestijnen. Bijvoorbeeld: Een Palestijns kind kan 20 jaar gevangenisstraf krijgen voor het gooien van een steen.
Soms moet je een kat een kat noemen. In de Palestijnse stad Hebron heerst er apartheid, punt.
De Palestijnen van Hebron kunnen ook niet vrij bewegen in hun stad, zoals blijkt uit het voorbeeld van de bouwvakkers. In het centrum van de stad alleen al zijn er 18 checkpoints en zo’n 100 wegversperringen. Als je die laatste nadert als toerist moet je van ver roepen dat je vooral geen moslim bent, of je loopt het risico dat de soldaten hun geweer richten.
Het systeem zorgt ervoor dat de Palestijnen niet in de buurt van de Joodse wijken kunnen komen. Het zorgt er ook voor dat de Palestijnen die nog in het oude centrum van de stad wonen hun eigen huis niet binnen kunnen wanneer ze dat willen. Familiebezoek is ook uit den boze.
Het Tel Rumeidacheckpoint in Hebron. Om hun huis te bereiken zijn de Palestijnen er overgeleverd aan de willekeur van de Israëlische soldaten.
© Willem De Maeseneer
Rioolwater dumpen
De regio die het meest te lijden heeft onder het nederzettingenbeleid is misschien de Jordaanvallei, helemaal in het noorden tegen de grens met Jordanië. Het gebied heeft de meest vruchtbare grond, de meeste open ruimte en de meeste waterbronnen van heel Palestina. Één probleem: 85% van het gebied is niet toegankelijk voor de Palestijnen.
Op een uitgestrekte groene vlakte, onder het waakzaam oog van de bergen op de achtergrond, hoedt een herder zijn kudde schapen. Een typisch zicht in de Jordaanvallei, hoewel: De herder mag er eigenlijk niet zijn. Hij passeert namelijk door een Military Firing Zone. Dat is één van de manieren waarop Israël zich het grondgebied van de vallei toe-eigent.
Als je door de regio rijdt is het een afwisseling van bergen en weidse landschappen. Kleine Palestijnse gemeenschappen die in hutjes en tenten wonen in de valleien worden afgewisseld door Israëlische nederzettingen met betonnen huizen op de bergtoppen. In de Jordaanvallei wonen veel Palestijnen in hutjes omdat hun huizen zijn afgebroken door bulldozers. Op verschillende manieren verklaart Israël het grondgebied ontoegankelijk voor de inheemse Arabische bevolking. De grond wordt geconfisqueerd, de eigenaars krijgen een bevel tot sloping.
De weidse vlakten van de Jordaanvallei. Huizen worden vaak afgebroken dus wonen veel Palestijnen in hutjes of tenten.
© Paul Van Laethem
Wat zijn nederzettingen?
Nederzettingen zijn woonwijken gebouwd door Israël op Palestijns Grondgebied voor de Joodse gemeenschap. Dat is illegaal volgens de internationale wetgeving. Volgens de Verenigde Naties is het is onder meer een overtreding van de vierde conventie van Genève. Dat verdrag beschrijft de bescherming van burgers in oorlogsgebied. Het is verboden voor een staat om zijn burgers over te brengen naar bezet gebied. Dat is exact wat Israël doet.
Met de nederzettingen doet het aan demografische kolonisatie. De Israëlische regering moedigt haar burgers aan om in de bezette gebieden te gaan wonen door lage belastingtarieven, sociale woningbouw en goedkope leningen. De nederzettingen lijken wel versterkte vestigingen. Met hekken, checkpoints en een divisie van zo’n 8.000 Israëlische soldaten worden de nederzettingen beschermd en hun bewoners volledig afgeschermd van de Palestijnse bevolking.
Terwijl Palestijnen door de bezetting gebruik maken van verouderde of beschadigde infrastructuur, kunnen nederzettingen, hoewel ze diep in Palestijns gebied liggen, gebruik maken van Israëlische infrastructuur. Zo liggen er op Palestijns grondgebied bijvoorbeeld meer dan 200 km aan wegen die énkel door Israëli’s mogen gebruikt worden.
Het grote probleem is dat de aanwezigheid van de nederzettingen het Palestijns gebied opdeelt in kleine enclaves die niet met elkaar in verbinding staan. Op de landkaart lijkt het geheel lijkt wel een eilandenarchipel. De 130 Israëlische woongebieden in Palestina nemen maar 3% van het grondgebied in. Maar de bijhorende infrastructuur - wegennet, militaire basissen en veiligheidszones - beslaan meer dan 40% van het Palestijns territorium. (cijfers Israëlische ngo B’tselem)
Terug naar Jamila in Wadi Fukin. Als hoogbejaarde in een grot verblijven om je grond te beschermen lijkt misschien extreem. Het is nochtans geen overdreven maatregel. De aangrenzende nederzettingen worden steeds groter ten koste van het Palestijns dorpje. Voor 1948 besloeg het dorp en zijn landbouwgronden 12.00 hectare. Vandaag is Wadi Fukin slechts 300 hectare groot. Daarvan zijn momenteel bijna de helft (125 hectare) bedreigd met onteigening.
Israël wilt de nederzettingen verbinden met de grens van Israël. Dat zou het dorp insluiten langs vier kanten. Voor de burgemeester, Ahmed Sokal, is het duidelijk: ‘Ze willen het leven hier onmogelijk maken, ze willen de bewoners van ons dorp simpelweg verdrijven en het land innemen.’
‘Ze willen het leven hier onmogelijk maken, ze willen de bewoners van ons dorp simpelweg verdrijven en het land innemen.’
Het leven in Wadi Fukin is nu al niet makkelijk. Boeren hebben te weinig graaslanden voor hun dieren. De natuurlijke watervoorziening is verstoord door de steeds groter wordende nederzetting Beitar Illit. Er is grondvervuiling. De hoger gelegen Joodse commune dumpt regelmatig zijn rioolwater op de landbouwgronden van het dorp. Het vat het nederzettingenbeleid misschien mooi samen. Hier schijten de kolonisten bijna letterlijk op de kop van hun Palestijnse buren.
Vroeger stond Wadi Fukin bekend als ‘de broodmand van Bethlehem’, vandaag kunnen de boeren niet meer voorzien in de eigen behoeften. Dat dwingt veel voormalige boeren om te gaan werken in de bouw van de nederzettingen. Ze worden gedwongen om hun eigen noodlot te bewerkstelligen.
Het levert hen de hoon van hun dorpsgenoten op. In hun eigen dorp is er geen werk in de bouwsector. Er is amper plaats over om nieuwe huizen op te richten. Hierdoor vreest de oudere generatie voor een exodus van de jongeren.
Amin Manasra verwijt de jonge dorpelingen die willen verhuizen niets: ‘Vroeger bezat mijn familie 6.000 dunam land in de regio. Nu rest ons nog slechts 50 dunam (een halve hectare). Op die manier is er geen toekomst voor jonge gezinnen.’ De oude rot zal zelf nooit vertrekken. Hij heeft het al eens moeten doen. De bizarre geschiedenis van het dorp leest als een roman:
Na verschillende aanvallen van Zionistische paramilitaire groepen, vernietigde het Israëlisch leger in 1952 het hele dorp. Alle bewoners moesten toen vluchten naar het nabijgelegen Dheisheh vluchtelingenkamp. Gedurende twintig jaar kwamen ze met gevaar voor eigen leven hun grond bewerken en oogsten binnenhalen, tot ze in 1972 mochten terugkeren naar hun geboortedorp. Tot op vandaag is Wadi Fukin het enige bekende geval waarbij Palestijnse vluchtelingen van de grote Nakba terug naar huis mochten gaan. (Nakba is Arabisch voor catastrofe, het verwijst naar de periode rond 1948, toen 85% van de Palestijnen ontheemd werden)
Er is maar één gezin die het dorp nooit verlaten heeft. Dat van Jamila Manasra, de vrouw in de grot… Toen de Israëli’s binnenvielen, verscholen zij zich hun stenen schuilplaats. Tot op vandaag weigeren ze hun land af te staan.
Ghost Town
Issa Amro is geboren en getogen in H2 in Hebron. Hij bestrijdt het onrecht van de bezetting al heel zijn volwassen leven. Geweldloosheid is een absolute voorwaarde voor zijn organisatie Youth Against Settlements. ‘Er is nochtans veel geweld in Hebron. De kolonisten hier zijn extreemrechtse fanatici.’ Volgens de activist worden Palestijnen dag en nacht aangevallen. ‘Winkels worden kort en klein geslagen, we worden bespuwd of ze gieten hete koffie op ons vanuit de ramen. Allemaal onder het goedkeurend oog van de Israëlische soldaten. De kolonisten verlaten hun nederzetting niet zonder militaire escorte.’
De vijfhonderd Joden in H2 worden beschermd door zo’n 2.000 soldaten. Dat komt neer op een persoonlijke escorte van vier militairen per kolonist. ‘De Palestijnen hier hebben geen enkel wettelijk systeem om zichzelf te beschermen’, gaat Issa verder. ‘Onder de militaire wet zijn we schuldig tot het tegendeel bewezen is.’
‘Onder de militaire wet zijn we schuldig tot het tegendeel bewezen is.’
De situatie weegt op de economie. Over de jaren heen zijn honderden winkels in H2 gesloten, door onteigening of door het aanhoudende geweld en de restricties. De belangrijkste winkelstraat Shuhuda Street werd volledig afgesloten door de Israëlische troepen. De Palestijnen noemen H2 niet voor niks Ghost Town.
Abit is één van de weinige winkeliers die overgebleven is in het bezette centrum van de stad. Zijn souvenirshop staat eenzaam tussen de verlaten Shuhada street en de Joodse wijk. Gisteren nog werd zijn winkel overhoop gehaald door zijn Israëlische buren. Hij kan niet meer tellen hoe vaak hij in elkaar geslagen werd. Een keer hield hij er een schedelbreuk aan over. Getuige daarvan is het gat in zijn hoofd waar een halve wijsvinger in Past. ‘Ik ben blij dat mijn kinderen getrouwd en uit het huis zijn.’ Vertelt de kleinhandelaar. ‘Toen ze hier nog woonden maakte ik mij te veel zorgen en kreeg ik hartproblemen.’
Abit is een van de weinige winkeliers in H2 in Hebron. Kolonisten en soldaten schuwen het geweld niet om Palestijnen te verdrijven.
© Willem De Maeseneer
Uitdrogen in een oase
In de Jordaanvallei woont Zainab woont in Al-Jiftlik, een dorpje dat zich in zo’n militaire oefenzone bevindt. Zelden ziet ze het Israëlisch leger trainen. Maar toch zijn de huizen van haar drie broers vernietigd omdat ze zich in die zone bevonden.
In het dorp is er zoals op veel plaatsen in de Jordaanvallei een nijpend watertekort. Het waternetwerk is dringend aan vernieuwing toe. De pijpen zijn oud en er is 40% lekkage. Maar de Israëlische Civiele Administratie keurt de plannen voor vernieuwing steeds af.
‘In een goede periode hebben om de 2 dagen enkele uren water’, Vertelt Zainab. Dan vullen we in samenspraak onze watertanks en hopen we dat we het halen tot er weer water uit de kraan stroomt.’
Het dorpje Al-Jiftlik ligt in een Israëlische militaire oefenzone. Huizen worden afgebroken en nieuwe constructies zijn niet mogelijk.
© Paul Van Laethem
Het is iets dat je in alle dorpjes in de regio hoort: ‘We hebben niet genoeg water!’ Rashed Khudiri van ngo Jordan Valley Solidarity legt uit hoe dat komt: ‘Toen ons gebied onder Jordaanse autoriteit viel, mochten we onze eigen waterbronnen boren. Maximum 150 tot 300 meter diep.’ Dat is vandaag nog steeds de enige vorm van watervoorziening. De Israëlische autoriteiten weigeren elke Palestijnse bouwaanvraag voor nieuwe waterinfrastructuur.
‘De Israëlische waterleidingen lopen onder ons huis, maar we mogen ze niet gebruiken.’
‘De Israëli’s boren echter tot 700m diep, vertelt Rashed. ‘Daardoor drogen onze bronnen op, of het vervuilt onze waterlopen.’ Naast het dorp van Rashed zijn twee grote watertanks te zien. ‘Israëlisch…’, zegt hij. ‘We mogen ze niet gebruiken. Als je in de buurt komt wordt je neergeschoten of gearresteerd. De waterleidingen lopen onder ons huis terwijl wij uitdrogen!’
Zo komt het dat de 10.000 Israëlische kolonisten in de Jordaanvallei samen 6.6 keer meer water dan hun 56.000 Palestijnse buren. Ze krijgen dan ook 75% korting op hun waterfactuur van de Israëlische regering.
Twee Israëlische watertanks naast het dorp Fasayil in de Jordaanvallei. Het dorp heeft watertekort maar mag de tanks niet gebruiken.
© Paul Van Laethem
De goed bewaakte Israëlische waterbronnen boren veel dieper dan de Palestijnse.
© Paul Van Laethem
De Israëlische bronnen voorzien de 39 nederzettingen in de vallei van water. Bij de Joodse communes hoort immers heel wat landbouwgrond. Aan meer dan de helft van de nederzettingen in de Jordaanvallei zijn grote landbouwbedrijven verbonden.
Anders dan hun Palestijnse collega-landbouwers hebben die geen gebrek aan water of landbouwgrond. De voornaamste activiteit is dadelproductie. Zo komt 60% van de Israëlische dadelexport uit de illegale nederzettingen in de Jordaanvallei. Het gros daarvan komt in Europa terecht.
Israël verbiedt de toegang tot het grootste deel van de Jordaanvallei aan Palestijnen onder verschillende voorwendsels. Ongeveer de helft is gewoon uitgeroepen tot ‘Israëlisch staatsland’. Een ander groot deel is afgesloten als militaire schietzone. De rest is verboden toegang voor Palestijnen omdat het een natuurreservaat is of gewoon omdat het zich binnen de ‘gemeentelijke grenzen’ van de nederzettingen bevindt.
Over de jaren heen voerde Israël een stelselmatige maar zeer effectieve politiek van annexering in het gebied.
Op die manier is maar 15% van de vruchtbare Jordaanvallei toegankelijk en exploiteerbaar voor Palestijnen. Over de jaren heen voerde Israël een stelselmatige maar zeer effectieve politiek van annexering in het gebied.
Haeel Mahmod Bsharat weet als geen ander hoe meedogenloos het nederzettingenbeleid kan zijn. Hij woont op een boerderijtje in het noorden van de Jordaanvallei. De omgeving en het uitzicht is er fantastisch. Maar de idylle is ingesloten door een militaire basis, de illegale nederzetting Hamra en een militair checkpoint. Al jaren proberen de Israëli’s zijn land af te nemen, maar de oude schapendrijver is onverzettelijk. Zijn boerderij bestaat voornamelijk uit tentzeil. Hij had vroeger een groot huis voor hem en zijn zeven zonen en drie dochters, tot Israëlische bulldozers het sloopten. Elke poging om het opnieuw te bouwen werd met geweld gestopt. Zijn kinderen trokken weg. Enkel zijn oudste zoon Mahmoud bleef bij hem.
De kolonisten uit de Hamra-nederzetting zijn creatief in hun pogingen om Haeel te verdrijven. Zijn grond werd besmet, 34 van zijn schapen werden vergiftigd, hij werd in elkaar geslagen toen hij zijn kudde hoedde… De Israëlische soldaten zijn drastischer. Vandaag heeft de man maar één dochter meer: In 2005 reed een militaire truck in op haar twee zusjes. Beiden waren op slag dood.
‘Ik kan niet vertrekken. Anders zijn mijn dochters voor niets gestorven. De gemeenschap hier steunt mij voluit. Het is voor hen dat ik blijf, en voor heel Palestina!’
Wat hoopt Israël eigenlijk met het huidige nederzettingenbeleid te bereiken? In de Israëlische regering klinken de stemmen voor annexatie van de westelijke Jordaanoever steeds luider. Maar wat dan met de Palestijnse bevolking? Issa Amro geeft zijn analyse. ‘De tactiek heet Facts on the ground creëren. De illegale nederzettingen maken een leefbare Palestijnse staat de facto onmogelijk en geeft het Israëlisch leger een excuus voor constante bezetting. Ze wachten tot het volgende grote internationaal conflict. Dan worden de kaarten hertekend en wordt Palestina geschrapt. Onze bevolking zal naar Jordanië en Egypte worden getransfereerd. Het wordt tijd dat de internationale gemeenschap dat inziet en zijn verantwoordelijkheid neemt!’
Haeel en Mahmoud. Vader en zoon ervaren enorme druk om hun land af te staan.
© Paul Van Laethem
Uitzicht vanop de boerderij van Haeel in de Jordaanvallei.
© Paul Van Laethem
Willem De Maeseneer bezocht in maart de Palestijnse Gebieden in het kader van zijn eindwerk.