Syrisch Koerdistan is de nachtmerrie van de Turkse leiders

Reportage

Syrisch Koerdistan is de nachtmerrie van de Turkse leiders

Syrisch Koerdistan is de nachtmerrie van de Turkse leiders
Syrisch Koerdistan is de nachtmerrie van de Turkse leiders

Nusaybin dreigt het volgende slagveld te worden in de strijd tussen het Turkse leger en Koerdische militanten. In de grensstad met Syrië worden volop nieuwe barricades gemaakt in de wijken die het Turkse gezag verwerpen. Want met het afkondigen van een uitgaansverbod en het begin van militaire operaties in de stad naburige Idil komt een confrontatie dichterbij.

Net als in Diyarbakir lijkt er in Nusaybin op het eerste zicht weinig aan de hand. In de straten van de Koerdische stad net op de grens met Syrië heerst de normale drukte, er wordt zelfs gewerkt aan de restauratie van het oude stadscentrum.

Maar het verzameld militair materieel op het plein voor het politiekantoor doet problemen vermoeden.

Zoals in de meeste andere steden in het Koerdische zuidoosten van Turkije hebben ook hier enkele wijken hun autonomie uitgeroepen en wierp de YDG-H, de jongerenafdeling van de Koerdische arbeiderspartij, de PKK, barricades op om de strijd met de Turkse politie en leger aan te gaan. In november vorig jaar kondigde de gouverneur een uitgaansverbod af en kwam het tot schermutselingen, maar later keerde de rust terug. Ook vandaag is het kalm in Nusaybin.

Stapels straatstenen

De eerste autonome wijk die ik bezoek is Zeynelabidin, op wandelafstand van het centrum van Nusaybin. De straatstenen werden opgebroken en netjes gestapeld tot barricades. Elders dienen zandzakken als versperring, een enkele straat is afgesloten met een uitgebrand wrak van een vrachtwagen. De wijk lijkt klaar voor een confrontatie met het Turkse leger.

Behalve de geïmproviseerde barricades hebben de jongeren greppels uitgehouwen, tunnels gegraven, doeken opgehangen om het zicht te beperken en geschutposten opgericht. De muren van Zeynelabidin staan vol revolutionaire leuzen, gestencilde portretten van Abdullah Ocalan, leider van de PKK, en een myriade aan afkortingen van de namen van de verschillende fracties van de Koerdische vrijheidsbeweging.

© Toon Lambrechts

Behalve de geïmproviseerde barricades hebben de jongeren greppels uitgehouwen, tunnels gegraven, doeken opgehangen om het zicht te beperken en geschutposten opgericht.

© Toon Lambrechts​

Ondanks al de versperringen ligt de wijk Zeynelabidin er niet verlaten bij, hoewel er beduidend minder volk op straat is dan in het centrum. De barricades hebben stuk voor stuk toegangssluizen die een passage mogelijk maken. Er spelen kinderen in de straten, vrouwen sjouwen af en aan met boodschappentassen, want de winkels in deze wijk zijn wel grotendeels gesloten. De mensen achter de barricades kijken niet meteen op van de aanwezigheid van een journalist, maar foto’s nemen is uitgesloten: de beelden zouden wel eens in handen van de Turkse politie kunnen vallen.

Copy-paste Rojava

Aan de andere kant van de rivier de Jaghjagh ligt Yenishehir, een andere “autonome” wijk. De gevechten eind vorig jaar moeten hier blijkbaar een stuk heviger geweest zijn dan in Zeynelabidin. De brug over de Jaghjagh is geknakt en versperd met een uitgebrande tankwagen. Als ik een foto maak van het volledig met kogels doorzeefde voertuig komt er een oude vrouw voorbij die iets over de Turkse president Erdogan kwijt wil. Zonder het Turks of Koerdisch machtig te zijn, is het duidelijk dat het eerder om een vervloeking dan een zegen gaat. De gebouwen aan de andere kant van de oever zijn eveneens gepokt met kogelinslagen.

© Toon Lambrechts

De brug over de Jaghjagh is geknakt en versperd met een uitgebrande tankwagen.

© Toon Lambrechts​

Ook hier zijn barricades en loopgraven tot het dagelijks leven gaan behoren. Een groep vrouwen met kinderen schuilt rustig in schaduw van een van de grotere versperringen aan de ingang van de wijk. Hier en daar houdt zelfs een winkel de deuren open, al zijn veruit de meeste zaken gesloten. Yenishehir is beduidend groter dan Zeynelabidin, en heeft bredere straten. Ook die zijn gebarricadeerd, maar het is moeilijk voor te stellen hoe de opgestapelde hopen stenen de tanks van het Turkse leger zouden kunnen tegenhouden.

Lang niet alle Koerden zijn het eens met de strategie en de methodes van de YDG-H die de oorlog naar de stadscentra bracht.

Een opschrift op een van de huizen in de zijstraten maakt duidelijk dat hier een post van de Asayisch gevestigd is.

De Asayisch vallen het best te vergelijken met een soort politie, burgerpatrouilles die de orde handhaven in de zelfverklaarde autonome wijken. Het is een van de organisaties die voorkwam uit de YDG-H, naast de YPS, de “volksverdedigingseenheden”.

Het universum van Koerdische militante groepen blijft uitdeinen. Maar lang niet alle Koerden zijn het eens met de strategie en de methodes van de YDG-H die de oorlog naar de stadscentra bracht, een oorlog die niet te winnen valt.

Binnen in de post van de Asayisch zit een twintigtal jonge mannen en vrouwen bijeen op een binnenplaats die aan het zicht onttrokken is door zeilen. De sfeer is ontspannen, het is een komen en gaan van mensen. De binnenplaats is versierd met zelfgemaakte decoratie in de Koerdische kleuren – geel, groen, rood – en een groot portret van Ocalan. In alles lijkt wat er gebeurt in de autonome wijken op een kopie van Rojava, Syrisch Koerdistan. Dat is ook niet meteen verwonderlijk, je kan Rojava zien liggen van hier.

Aan de overkant van de grens, nauwelijks een kilometer verwijderd, ligt Qamishlo, de grootste stad van Syrisch Koerdistan waar de PYD, gelieerd aan de PKK, al enkele jaren geleden de autonomie heeft uitgeroepen. Die Koerdische autonomie aan de zuidgrens van Turkije is een obsessie geworden voor de Turkse politieke en militaire leiders. Een zo goed als onafhankelijk Koerdisch gebied naar de ideologie van de PKK aan de volledige zuidelijke grens van het land is hun grootste nachtmerrie.

Genoeg gepraat

© Toon Lambrechts

Hier en daar wordt er nog gewerkt aan nieuwe barricades.

© Toon Lambrechts​

Hier en daar wordt er nog gewerkt aan nieuwe barricades. Aan een van de buitenkant van de wijk bijvoorbeeld, waar vier mannen bezig zijn een greppel te graven in de harde, stenige grond. Die moet dienen als loopgracht achter een versperring van zandzakken. Een van hen wil wel even praten. Hij stelt zich voor als Ali Sher, niet zijn echte naam natuurlijk, want dat is een te groot risico. Het zweet parelt van zijn voorhoofd. ‘Inderdaad, het is erg hard werk,’ zegt hij terwijl hij zijn spade er even bij neer legt.

Ali Sher telt af op zijn vingers. ‘Mijn vader is dood, mijn broer is dood. Mijn oom en zijn twee kinderen zijn dood. Ik woonde in Istanboel, ik had er een vriendin, ik had er werk. Dat heb ik allemaal achter mij gelaten. Al die doden, ik kon het niet meer dragen.’

Onderhandelen over vrede is geen optie meer volgens Ali Sher. ‘Al honderd jaar gaan de Koerden gebukt onder het juk van andere regimes, hier in Turkije, net als in Iran, Syrië en Irak. Dat valt niet langer te accepteren. Turkije is een dictatuur. Voor de Koerden is er geen plaats. Ze willen ons niet aanvaarden als Koerden en de rest van de wereld ziet ons niet. Iedereen in deze stad is Koerdisch, toch krijgen kinderen les in het Turks. Honderd jaar assimilatie is genoeg. De tijd van compromissen is voorbij. Al die onderhandelingen hebben niets opgeleverd. Als we vrij willen zijn, zullen we moeten vechten.’

‘Zij hebben zware wapens, explosieven, technologie. Ik heb alleen maar dit’, zegt Sher, en hij haalt een zakmes boven.

Terwijl we aan het praten zijn, brengt een oude vrouw een schotel rijst. We zetten ons in de schaduw van een boom op de binnenplaats. Tijdens het eten horen we enkele explosies. ‘Zij hebben zware wapens, explosieven, technologie. Ik heb alleen maar dit’, zegt Sher, en hij haalt een zakmes boven.

Dat is lichtjes gedramatiseerd, er staat een kalasjnikov in de hoek. Maar toch, ondanks de ontspannen sfeer en de vastberadenheid van de jongeren zoals Sher, lijkt de strategie van autonome wijken en barricades op een ramp uit te draaien.

De YDG-H mag dan wel goed gekeken hebben naar de strijd van de Koerden in Syrië, de context is compleet verschillend. Waar de de Syrische Koerden handig gebruik hebben kunnen maken van het vacuüm dat de Syrische burgeroorlog achterliet, staan de Koerdische militanten in Turkije tegenover het grootste NAVO-leger van Europa.

Als ik Sher vraag of hij niet bang is dat Nusaybin een herhaling wordt van Sur, Cizre en Silopi, de andere Koerdische steden waar de autonome wijken door het Turkse leger met bruut geweld werden schoongeveegd en waar vele honderden doden vielen, herhaalt hij wat hij al eerder zei. ‘Ik heb zo veel doden gezien, ook in mijn eigen familie. Wat rest er mij nog behalve te vechten? Het is voor mij gewoon onmogelijk, ondenkbaar om niets te doen. Als ik hier sneuvel, dan is het maar zo.’