“‘Honderd euro om moslim te worden’
Tijdens terreuralarm vier regelde ik in hartje Anderlecht mijn administratieve bekering tot de islam en mijn islamitische trouw. Dat ging alleszins makkelijker dan het verkrijgen van mijn Iraans visum.
De dag stond al een tweetal maanden met stip in onze agenda genoteerd:
23/11 – Ambassade Iran.
Lees ook: In één adem trouwen en moslim worden
Onze agenda’s waren de laatste maanden van 2015 waanzinnig druk. We werkten beide zeven op zeven en die drieëntwintigste november was de enige dag waarop we samen naar de Iraanse ambassade konden gaan. We moesten er een heel pak doen. Ik had bevestiging gekregen van het Nederlandse bedrijf dat mijn visumaanvraag regelde. Mijn aanvraag voor een multiple entry visum/three months was goedgekeurd. Nu kon ik met de toegestuurde code het visum zelf aanvragen op de ambassade.
Met dat toekomstige visum kon ik dan drie maanden in Iran verblijven, de langste periode uit het ganse gamma voor het land. Het betekende ook dat ik Iran in en uit kon reizen en dit allemaal met datzelfde visum. Een luxe in zo’n land. Ervaring leert me dat restrictieve regimes niet staan te zwaaien met visa. Dezelfde calvarietocht om een visum te bemachtigen had ik ook al meegemaakt toen ik naar Wit-Rusland, Myanmar en Pakistan afreisde.
Een andere reden om de ambassade te bezoeken was te weten te komen of de ambassade iemand kende die ons wou trouwen en die mijn (administratieve) bekering tot moslim kon volbrengen. Toen dachten we nog dat islamitisch trouwen en me administratief bekeren tot de islam noodzakelijk waren om zorgeloos in Iran te kunnen reizen. Ik zag die bekering eerder als iets cultureels, als een onderdeel om ons in een repressieve islamitische republiek zonder problemen te kunnen verplaatsen. Zoiets als een cultureel-religieus pièce de résistance.
Wat we niet konden plannen is dat Brussel die dag een bezette stad was. Het terreuralarm in het Brussels gewest was opgetrokken naar niveau 4 en dat hadden we geweten. Overal stond (zwaar)bewapende politie op straat, al even zwaar bewapende paracommando’s, zelfs een heuse Humvee-jeep op de Louizalaan, du jamais vu.
Bezette stad. Ideaal om naar een sjiitische moskee te gaan (Brussel, 23/11/2015)
© MO*/Jonas Van Weerst
Tips in de ambassade
Het voordeel van die bezetting was aangenaam: quasi geen volk in de ambassade. Doordat de overheid aan de mensen had gevraagd om alles behalve noodzakelijke uitstappen achterwege te laten, moesten wij helemaal niet aanschuiven. Een situatie die normaal gezien anders is, zo verzekerde mijn vriendin me. Ook twee lieve dames in de wachtzaal van de ambassade vertelden ons hetzelfde verhaal en moesten er zelfs om lachen: ‘Vous avez choissi le jour idéal!’
Ingang van de Iraanse ambassade, waar een administratieve lijdensweg begon. (Brussel, 23/11/2015)
© MO*/Jonas Van Weerst
Mijn vriendin raakte op die manier aan de praat met de dames. Toen ze er dan ook nog eens een oude vriend tegen het lijf liep, kon de pret niet op. Het werd een gezellige bedoening, daar in de wachtzaal van de ambassade. De dames waren nieuwsgierig en wilden weten waarom ik naar Iran ging. Mijn vriendin legde onze plannen uit en de dames hadden veel respect voor onze keuze, dat zag je. Toen ze even verder in het gesprek daarentegen hun gezicht begonnen te fronsen en niet begrijpend hun wenkbrauwen naar elkaar optrokken, was ik een beetje verrast. Ik keek mijn vriendin aan en ze legde me uit dat de dames niet verstonden dat we gingen trouwen.
‘Ze zeggen dat het niet noodzakelijk is te trouwen. Ook zonder te trouwen gaan we volgens hen geen of weinig problemen hebben’ zei mijn vriendin.
‘Ze zeggen ook dat ik je kon uitnodigen, dat dit niet via dat bedrijf moest’, vervolgde ze, ‘ik ben immers ook Iraans staatsburger en kon je daarom zonder problemen uitgenodigd hebben.’
‘Miljaar’ dacht ik. Dat we daar niet aan gedacht hadden. Die uitnodiging had me 90€ gekost.
Sami praatte nog wat na en nu zag ik dat ook de jongeman (de vriend die Sami al heel lang niet had gezien) zich moeide in het gesprek. Hij keek naar mij, lachte en fluisterde me op mysterieuze toon toe dat hij me straks iets ging zeggen. Maar niet hier. De zaal in de ambassade wordt immers permanent gefilmd.
Ik ging iets doen dat het regime net wou, me bekeren.
Ook de twee Iraanse dames keken me meewarig aan. Ik merkte op dat ze me afkeurend bekeken en dat ze ‘neen’ schudden. Of vergiste ik me?
‘Ze verstaan niet dat je moslim wil worden’, lachte Sami. ‘Ik heb het hen proberen uitleggen, maar ze begrijpen het niet. Je moet het immers helemaal niet worden om naar Iran te gaan.’
‘Maar, zeg hen dat het voor mij een soort van cultureel avontuur is en dat ik er verhaaltjes over kan schrijven en dat het gewoon… gemakkelijker is.’
‘Van dat cultureel avontuur ga ik niets zeggen hoor’, antwoordde ze. ‘Ik vrees dat ze dat nog minder gaan begrijpen.’
‘Zeg hen dat ik het saai zou vinden geen moslim te worden’, antwoordde ik nogal onnozel.
Sami lachte uitbundig en zei iets in die aard tegen de dames. De dames keken me nu nog wantrouwender aan.
De vriend uit lang vervlogen tijden kwam uiteindelijk naar me toe, in het gangpad naar de uitgang, weg van de camera. Hij zei op zachte toon dat heel veel Iraniërs weglopen van het verstikkende islamitische regime. En ik ging iets doen dat het regime net wou, namelijk me bekeren tot de officiële staatsgodsdienst. Hij vroeg me om er nog eens over na te denken. Tja, hij had natuurlijk een punt. Maar ik had geen zin om mijn atheïstische relativering van alle godsdiensten hier uit de doeken te doen. Wie weet was er toch nog ergens een verborgen camera.
Misverstanden
Het was eindelijk onze beurt. Alles ging goed, ik gaf de afgeprinte mail met code af aan een ambassademan. Sami vroeg aan de man of het mogelijk was te trouwen op de ambassade. Of dat hij misschien iemand kende die ons kon trouwen.
De man antwoordde dat de ambassade enkel nog mensen voor de islamitische wet trouwde als die eerst voor de Belgische wet waren getrouwd. De betreffende wetgeving was drie maanden geleden gewijzigd. De man maakte er ons op attent op dat heel veel koppels in het verleden misbruik hebben gemaakt van dit systeem. Door islamitisch te trouwen, kon men op een zorgeloze manier als Belgisch/Iraans (of als volledig Iraans) koppel reizen in het land. Als volledig Belgisch koppel geldt dit niet, toeristen hoeven dit immers niet te doen. Dit hadden wij zo niet ingecalculeerd, wij hoopten toch nog gebruik te kunnen maken van die regeling. Trouwen voor de Belgische wet was voor ons geen optie.
We probeerden nog, maar de ambassademan was onvermurwbaar. Het ging niet, anders moest hij de wet overtreden. Sami vertelde hem dat een vriendin dit vorig jaar nog had gedaan.
‘Wat dan? ’ vroeg hij.
‘Wel, trouwen in een moskee voor de islamitische wet zonder te trouwen voor de Belgische wet’.
Hij repliceerde op een eerder bitse manier dat sommige moskeeën dat wel nog deden, maar zonder de goedkeuring van de ambassade. Die koppels kregen dan de felbegeerde stempel van de ambassade niet op hun islamitisch huwelijkscontract. Die stempel bevestigde dat het huwelijk door de ambassade was bekrachtigd en dus rechtsgeldig was in Iran. Een huwelijkscontract, afgegeven door de moskee was ook wel iets, maar toch niet hetzelfde. (Dit gesprek verliep volledig in Farsi, Sami heeft me erna, in de auto, alles tot in de details uitgelegd, inclusief intonatie en onderhuidse toespelingen van de man.)
Een beetje geënerveerd gaf hij ons een adres, van een sjiitische moskee in Brussel. Dat we ons plan moesten trekken, was de boodschap.
De ambassade ging sluiten en we moesten in de namiddag terugkeren. Dan was de consulaire dienst open, specifiek voor visa. We hadden dus een gat van drie uren.
We zaten in de auto, een beetje teleurgesteld.
‘Zouden we dat trouwen en moslim worden niet opgeven?’ vroeg Sami me.
‘Neen!’ antwoordde ik. ‘Ten eerste is het een cultureel avontuur, ten tweede zijn we dan echt op ons gemak in Iran en ten derde, heb ik het al veel te veel rondgebazuind aan onze vrienden. Ik wil er ook een tekstje over schrijven.’
‘Dat weet ik’, zuchtte Sami al lachend maar toch met een serieuze ondertoon.
‘Ten vierde wil ik er een kleine reportage over maken, dat weet je.’
‘Ook waar.’
‘En ten vijfde…’
‘Ja, het is goed’, antwoordde ze.
‘Je weet wel wat ik bedoel’, besloot ik teleurgesteld, bang dat we niet zouden trouwen en dat ik geen verhaaltje over mijn bekering tot de islam kon schrijven.
‘Kom, we gaan ervoor, ik heb de naam van de moskee. Zoek die op het internet op en we rijden naar daar.’
‘Joepie!’ riep ik zo blij als een tienjarige wanneer die te horen kreeg dat hij naar een tropisch zwemparadijs mag.
Op naar de moskee
Wat bleek? In 2012 had men een aanslag op die moskee gepleegd. Een jongeman had, gewapend met een bijl, de moskee gedeeltelijk in brand gestoken. Door rookvergiftiging was de imam omgekomen, heel tragisch. De dader was een salafistische extremist die handelde uit wraak voor het geweld in Syrië.
Honderd euro om moslim te worden en honderd euro om islamitisch te trouwen. Een koopje.
Onderweg overpeinsde ik onze situatie: we gingen bij terreurdreiging vier naar een sjiitische moskee in Brussel waar drie jaar geleden een terroristische aanslag was gepleegd. En het doel van die trip was om moslim te worden. Ik hoopte dat de Staatsveiligheid geen lucht van onze plannen kreeg.
Aangekomen belden we aan bij de moskee. Heel achterdochtig, deed een man de deur halfopen en luisterde naar ons verhaal. Hij vertelde ons dat de reden van zijn achterdochtigheid angst voor een aanslag was.
De politie had hem meegedeeld dat de moskee namelijk ook een doelwit kon zijn, dat ze dus moesten oppassen. Hij vertelde ons echter hetzelfde verhaal als de consul: de Belgische wet was veranderd en we moesten eerst ‘op zijn Belgisch’ trouwen, dan pas zouden we de stempel van de ambassade krijgen.
Toen we hem probeerden te overtuigen dat dit voor ons geen optie was, plooide hij in eerste instantie niet. Ik legde hem uit dat een trouw voor de Belgische wetgeving bepaalde juridische gevolgen had die wij beiden niet wilden. Ik ging nog iets verder en vertrouwde hem toe dat dit voor ons belangrijk was, dat wij tenslotte naar Iran gingen verhuizen en dat het voor ons logisch was dat we dit als een getrouwd koppel zouden doen. De man stak zijn hoofd uit de deur, keek spiedend links en rechts en vroeg ons binnen. Hij ging overstag. We hadden een gevoelige snaar geraakt. Uiteindelijk plooide hij en deelde mee dat het kon. Voor een kleine som weliswaar. Honderd euro om moslim te worden en honderd euro om islamitisch te trouwen, een bedrag voor de werking van de moskee. Een koopje.
Terug naar de ambassade
Blij dat ik was! Ons plan kon doorgaan! Ik kon moslim worden! En we moesten niet in Iran trouwen, wat een veel groter gedoe zou zijn. Daar trouwen was ook een optie, die alleszins veel goedkoper ging zijn. Maar dan zou het zeker allemaal veel meer betekenen dan hier, voor onze vrienden in Brussel. De familie zou het zeker niet als een theaterstuk beschouwen. Dus islamitisch trouwen in Brussel was onze enige optie en die optie ging door. We wisselden telefoonnummers uit en hij zei dat ik hem moest bellen wanneer de situatie in Brussel wat kalmer was. Sami vroeg nog expliciet dat we het papier van de trouw zeker zouden meekrijgen en het antwoord was positief. De stempel van de ambassade ging er wel niet in staan, maar we hadden toch iets.
Een voorproefje van Iran: de onmetelijke administratieve rompslomp.
We reden terug naar de ambassade om het visum te regelen. Ik betaalde 60€, wat me weinig leek. Ik had gedacht dat het 90€ ging zijn.
Toen ik vroeg waarom het maar 60€ was voor een multiple entry visum zei de ambassademan (later bleek dat de consul te zijn) me dat dit visum maar een single entry was.
En daar begon de administratieve rompslomp. Maar soit, na acht telefoontjes naar de ambassade, een stuk of zes naar dat bedrijf (in Nederland), veel gesakker en beleefd gevloek en een hoge telefoonrekening die maand kreeg ik een visum dat in de buurt lag van hetgeen ik wou: double entry 40 days.
Sami ergerde haar aan de gang van zaken en ze verzekerde me dat dit een voorproefje van Iran was: de onmetelijke administratieve rompslomp om schijnbaar de meest eenvoudige dingen te regelen. Dat was één van de zaken waarom ze van België hield: alles was hier relatief makkelijk geregeld.
In het terugkeren werden we nog even gevolgd door een patrouillewagen van de politie. Die vond een blanke man en een vrouw met hoofddoek (Sami had vergeten die af te doen), vlakbij de ambassade van het land met de grootste sjiitische bevolking ter wereld misschien verdacht. Het kon ook aan mijn fantasie liggen, we hadden de ganse dag politie en leger gezien. Maar het was ons maar mooi gelukt: een visum én een concrete afspraak om islamitisch te trouwen en moslim te worden.