Voor een eerlijkere toeleveringsketen zal Bolivia zelf een deel van het werk moeten doen
Nieuw rapport bevestigt: België haalt hightechmetaal indium gratis weg uit Bolivia
Indium, een kostbaar metaal dat in Bolivia gedolven wordt, vindt vlot zijn weg naar het buitenland, maar vaak op dubieuze wijze. Dn de haven van Antwerpen blijkt een spil te zijn in die trafiek. Een nieuw rapport brengt die dubieuze weg in kaart. Conclusie: dit is roofbouw.
De mijnindustrie in Bolivia brengt zinkerts voort dat hoge concentraties indium bevat.
© Silke Ronsse / CATAPA
De haven van Antwerpen is de spil in een dubieuze trafiek van grondstoffen, dit keer van indium. Dat is een schaars metaal afkomstig uit de mijnindustrie in Bolivia. Toch vinden grote hoeveelheden indium ongezien hun weg naar het buitenland, waaronder ook België. Een nieuw rapport van de Gentse vzw Catapa brengt alle schakels van de dubieuze handelsroute in kaart.
Zonder indium werken touchscreens niet. Ligt er een indiumfilm op die schermen, dan reageren ze wel en geven ze commando’s probleemloos door.
Dat kan dankzij de bijzondere kwaliteiten van indium: het metaal is transparant en supergeleidend. Smartphones, tablets of flatscreens, allemaal zijn ze voorzien van een dun laagje tin en indium.
In de aardkorst is indium relatief schaars. Het zit bovendien meestal vast aan andere metalen waaraan het onttrokken wordt: vooral zink, maar ook lood of zilver.
In het hoogland van Bolivia, meer bepaald rond de steden Oruro en Potosi, komen rijke aders voor met zink, zilver en lood. Daar opereren industriële mijnbouwondernemingen, zoals Sumitomo en Glencore, net zoals tientallen zogenaamde coöperatieven.
Vorig jaar stuurde de Gentse vzw Catapa haar onderzoekers Silke Ronsse (geologe) en Alberto Vazquez (master in Conflict- en Ontwikkelingsstudies) naar de streek voor veldwerk. Rond Oruro observeerden zij vooral die kleine, coöperatieve ondernemingen.
Onlangs verscheen hun tweede rapport. Daarin onderzoeken ze hoe de ertsen van Bolivia worden gebruikt voor elektronische apparaten. Hun onderzoek kadert in Make ICT Fair, een Europees project dat nagaat hoe grondstoffen op een eerlijke manier kunnen worden ingezet voor het maken van elektronische apparaten. Tussen de bron en het eindproduct zijn de kosten en de baten immers bijzonder ongelijk verdeeld.
Rudimentaire mijnbouw
Vorig jaar werkten maar liefst 130.000 mensen bij alle coöperatieven samen in Bolivia. Toch produceerden ze amper een tiende van alle Boliviaanse ertsen. Ze presteren ondermaats omdat ze met rudimentaire technieken naar ertsen graven. Bovendien drukken hun bazen en handelaars op alle mogelijke manieren de kosten.
In hun eerste rapport van september 2019 onderzochten Ronsse en Vazquez de firma’s die zink, zilver, lood of tin produceren. Ze bestudeerden zo’n dertig mijnbouwcoöperatieven.
Een groot aantal van de mijnwerkers, ook twintigers, heeft de longziekte silicose.
De werkomstandigheden in de mijnen zijn bedroevend, stelden ze vast. Vele arbeiders dragen geen stofmaskers. Een groot aantal, ook twintigers, heeft de longziekte silicose. Ze werken met chemicaliën die niet alleen oogirritaties, maar ook zenuwstoornissen veroorzaken.
Voor vrouwen is de situatie mogelijk nog slechter. Ze doen even smerig werk, maar ze hebben een nog lagere status. Binnen de organisaties hebben ze vaak geen stem.
Ook het milieu betaalt een hoge prijs voor de mijnbouw. Uit de afvalbergen sijpelen zware metalen in de bodem. Zo raken rivieren en grondwater erg vervuild. Alleen: in plaats van de ondernemers moet de Boliviaanse overheid daarvan de kosten dragen. Van uitbuiting gesproken.
Minstens zo wraakroepend is wat daarna gebeurt. De lokale bedrijfjes doen nog één rudimentaire verwerking. Van het ruwe erts maken ze concentraten, zeg maar modder met een hoog gehalte zink en andere metalen. De concentraten worden per truck afgevoerd naar de havens van Arica of Iquiqué, in het uiterste noorden van buurland Chili. Daar worden de ladingen opgekocht voor industriële bedrijven in Azië, Noord-Amerika en Europa.
In Arica zagen Ronsse en Vazquez hoe twee opkopers de touwtjes stevig in handen hebben: Korea Zinc, dat zijn thuismarkt bedient, en Trafigura, een Zwitsers-Singaporese megahandelaar van grondstoffen.
Draaischijf Antwerpen: Nyrstar en Umicore
In 2014 trok José Pimentel, de toenmalige baas van de Boliviaanse staatsmijnbouwonderneming Comibol, mijn aandacht voor indium. In zijn kantoor in de administratieve hoofdstad La Paz zei hij, met enige zin voor overdrijving: ‘Bolivia kan de tweede wereldproducent van indium zijn. Maar de export van indium wordt hier niet aangegeven.’
Navraag bij Nyrstar over haar indiumtak leverde niets op.
In België bleek zinkproducent Nyrstar indium te halen uit concentraten uit Bolivia. Pimentel had me moeiteloos te woord gestaan, maar navraag bij Nyrstar over haar indiumtak leverde niets op*.
Dat de privébedrijven in België geen informatie lossen, is vaste prik. Silke Ronsse en Alberto Vazquez ondervonden hetzelfde. Toch, en dat is hun eerste grote verdienste, konden zij alle Belgische schakels van de keten aan elkaar rijgen.
Hoe zit de keten in elkaar? Van de concentraten die per schip vertrekken uit Arica in Chili, zo blijkt, belandt een flink deel in Antwerpen. Ze worden opgeslagen bij de Antwerp Bulk Terminal aan het Leopolddok. ABT behoort tot de Belgische groep SEA-Invest, een van de belangrijkste afhandelaars van grondstoffen in de Antwerpse haven.
Vanuit Antwerpen reist het zinkerts naar de fabrieken van Nyrstar. Dat gaat deels per trein (onder meer met SEA-Rail, een ander filiaal van SEA-Invest), deels via de binnenvaart. Zo bereikt het zinkerts onder meer Aubry, in Noord-Frankrijk. Daar haalt Nyrstar het indiummetaal uit de zinkconcentraten.
Zonder indium werken touchscreens niet.
© Silke Ronsse / CATAPA
Behalve Nyrstar is ook Umicore zeer aanwezig, met haar fabriek in Hoboken. Umicore werkt met zogenaamd secundair materiaal. Dat zijn resten van de behandeling door Nyrstar die wel nog rijk zijn aan lood en andere metalen. Umicore haalt er indium en andere waardevolle metalen uit.
Uiteindelijk exporteert België het indiummetaal, een tussenproduct voor de elektronica-industrie, onder meer naar hightechbedrijven in de VS, Japan en Zuid-Korea.
Kapitaalvlucht
De schakels vanaf de Boliviaanse grens vormen het stroomafwaartse deel van de keten. Dat hele systeem profiteert van het indiumlek, zonder dat het er uiteindelijk voor betaalt. Bolivia loopt zo een pak inkomsten mis.
Adriana Zapata van de Boliviaanse onderzoeksgroep CEDLA maakte schattingen voor het jaar 2011. Daarop baseren Silke Ronsse en Alberto Vazquez zich voor hun rapport.
Volgens Zapata’s schattingen was de indiumexport toen ruim 18 miljoen euro waard. Met een normale handelsketen zou die som aan de Boliviaanse producenten betaald moeten worden. De Boliviaanse schatkist zou voor ruim 6 miljoen euro aan royalty’s hebben geïnd. De cijfers komen overeen met de bedragen die mij enkele jaren geleden werden voorgerekend.**
Of de Boliviaanse mijnwerkers zink met indium opgraven of niet, het levert hun geen cent meer op.
Kortom, of de Boliviaanse mijnwerkers dus zink met indium opgraven of niet, het levert hun geen cent meer op. Dat moet anders.
Stel dat zij zelf de extractie en raffinage van het indium deden, hoeveel toegevoegde waarde zou dat niet genereren voor de Boliviaanse economie? Ongetwijfeld een veelvoud van wat het land nu aan de roof van het indium verliest.
Regels voor de indiumtrafiek
De mijnindustrie poetst onvermoeibaar haar imago op, maar niet uit vrije wil. Ze doet dat onder dwang, stelt het rapport van Ronsse en Vazquez. Als er regels gelden, en als die regels ook worden toegepast.
De indiumketen merkt daar vooralsnog weinig van. Op 1 januari worden Europese regels van kracht voor een reeks mineralen uit gebieden die door conflicten of schendingen van mensenrechten worden geteisterd.
Deze conflictmineralen zijn tin, tantalum, wolfram en goud. Ondernemingen die met grote hoeveelheden van deze mineralen werken, moeten zich er actief van vergewissen dat die niet gecontamineerd zijn. Indium valt niet onder deze regeling, tin wel. Maar: ook het tin uit Bolivia? Is ook Bolivia een conflict- of hoogrisicogebied? Dat wordt ongetwijfeld stof voor juridisch gebakkelei.
De ondernemingen weten bovendien hoe ze de overheden van zich kunnen afhouden. Ze wanen zich onmisbaar. Alle grote economische spelers volgen nu uitgekiende strategieën om aan grondstoffen te komen die ze absoluut denken nodig te hebben. Indium staat bovenaan hun lijst van zogenaamde kritieke mineralen, die onontbeerlijk zijn én moeilijk te verwerven.
Ook voor indium bestaat er een feitelijk oligopolie.
Daar komt nog bij dat slechts een handvol ondernemingen de leveringsketen van deze mineralen in handen heeft. Ook voor indium bestaat er een feitelijk oligopolie.
Het Make ICT Fair-rapport wijst er bijvoorbeeld meermaals op dat de dominante ondernemingen eenzijdig de tarieven bepalen voor het omsmelten en raffineren van zinkerts. Daarover wordt niet onderhandeld, kleine producenten moeten die tarieven ondergaan.
Eerlijke toeleveringsketen
Is het mogelijk om de toeleveringsketen eerlijk te maken? Silke Ronsse en Alberto Vazquez oordelen van wel. In het departement Oruro, waar de zinkmijnen liggen, toonden meerdere partners zich daarvoor ontvankelijk. Dat is alvast een begin.
Toch is er veel meer nodig om alle bedrijven in deze keten — van de mijn tot de fabrikanten van de hightechapparaten — hun zorgplicht te laten nakomen. Daarvoor moet er een globaal kader komen, aldus het rapport. In dat kader maken publieke organismen, internationale controleurs en basisorganisaties de dienst uit.
Bolivia zelf zal zijn deel van het werk moeten doen.
Make ICT Fair, en dat is opvallend, heeft geen vertrouwen in zelfregulering en zegt privébedrijven de wacht aan. Een andere aanbeveling van het rapport: handelaars die niet kunnen garanderen dat ze de mensenrechten en de milieunormen respecteren, moeten van de internationale markten worden uitgesloten.
Bolivia zelf zal zijn deel van het werk moeten doen. Volgens Adriana Zapata van CEDLA wist de Boliviaanse regering al in 2007 dat het indium ongezien (en onbetaald) met de concentraten wegvloeide uit het land. Daartegen werd niets ondernomen.
In Bolivia is sinds de algemene verkiezingen van oktober de nieuw verkozen president Luis Arce aan de macht. Hij wordt beschouwd als een ‘pragmatisch technocraat’. Anders geformuleerd: een politicus die niemand wil bruuskeren.
Wil Bolivia krijgen waar het recht op heeft, dan zal het land ondubbelzinnig op zijn strepen moeten staan.
* Nyrstar kwam de voorbije jaren volledig in handen van de grondstoffenhandelaar Trafigura. Die bouwde rond de Belgische firma een ondoorzichtig web van constructies, tot groot ongenoegen van een rist minderheidsaandeelhouders.
** Zie: Raf Custers, Proloog, in: De uitverkoop van Zuid-Amerika, Antwerpen, 2016, p. 11-19.