India en China vechten om bar hooggebergte. Wat is er aan de hand in Azië?

Analyse

Grensconflict in Ladakh kost meer dan 20 Indiase soldaten het leven

India en China vechten om bar hooggebergte. Wat is er aan de hand in Azië?

India en China vechten om bar hooggebergte. Wat is er aan de hand in Azië?
India en China vechten om bar hooggebergte. Wat is er aan de hand in Azië?

Wat begon als een onverwacht handgemeen langs de Indiaas-Chinese grens, groeit steeds meer uit tot een echt conflict tussen twee Aziatische grootmachten die ook volop bezig zijn zich te bewapenen. De koloniale kater over grenzen eist ook in Azië zijn tol en kost handenvol middelen die nodig zijn voor ontwikkeling of gezondheid.

BNR Network (CC BY 2.0)

BNR Network (CC BY 2.0)

De eerste berichten begin mei waren bijna folklore: China en India meldden dat soldaten op de vuist gingen langs de onduidelijke grenslijnen in het Himalaya hooggebergte. Dat gebeurde eerder ook al wel, maar aangezien er de voorbije vijftig jaar geen schot meer gelost was, waren de meeste waarnemers er gerust in dat het ook nu weer zou koelen zonder blazen.

Begin juni leek dat nog te kloppen: er werden afspraken gemaakt om rond de tafel te zitten en alle problemen via onderhandelingen aan te pakken.

Minstens drie doden: ‘Er werd geen schot gelost, alleen stenen, stokken en vuisten kwamen eraan te pas’

Maar half juni is er nog geen meter vooruitgang geboekt in het oplossen of aanpakken van de grensincidenten, en meldt het Indiase leger dat er toch doden gevallen zijn. Dinsdag 16 juni was er eerst sprake van drie Indiase militairen zouden omgekomen zijn,  met verder een onduidelijk aantal slachtoffers “aan beide zijden”. China maakt daar geen melding van. ‘Er werd geen schot gelost, alleen stenen, stokken en vuisten kwamen eraan te pas’, laat het Indiase leger nog weten.

Later op de dag volgde dan de mededeling dat er wel twintig Indiase militairen gedood waren en dat tientallen anderen gevangengenomen zouden zijn. Daarmee zijn deze incidenten veruit de dodelijkste en dus de gevaarlijkste confrontatie tussen de twee volkenrijkste landen ter wereld.

De escalatie langs de “Line of Actual Control” was al zorgwekkend voor er doden vielen. Het Stockholm International Peace Research Institute (Sipri) berekende immers dat China en India intussen tot de top vijf van landen met de hoogste militaire uitgaven ter wereld behoren. China gaf 261 miljard dollar uit aan defensie in 2019, een stijging van 5,1 procent ten opzichte van 2018. In India was sprake van een groei van 6,8 procent tot 71,1 miljard dollar.

Koloniale katers

In totaal zijn er negen betwiste gebieden die her en der verspreid liggen over de 3.380 kilometer lange grens tussen India en China. Sommige gebieden, zoals de Shaksgamvallei, Aksai Chin en Demchok, staan onder controle van China, maar worden geclaimd door India. Chumur, Kaurik, Shipki, Jadh, Lapthal en Arunachal Pradesh staan dan weer onder Indiase controle, terwijl China er aanspraken op maakt.

Er zijn zelfs geen definitieve kaarten die finale duidelijkheid kunnen geven over de wederzijdse claims, wat conflicten uitlokt en moeilijk op te lossen maakt.

klik op de afbeelding om de kaart te vergroten

klik op de afbeelding om de kaart te vergroten

Het dispuut over de grens tussen de twee Aziatische supermachten gaat eigenlijk terug op de onduidelijkheden die ontstonden in de periode van het Brits-Indische imperium en het Chinese keizerrijk. Het grensgebied tussen India en China bestaat grotendeels uit onbewoond hooggebergte. Er liggen vele bergpassen die cruciaal zijn voor de handel en de bereikbaarheid van bewoonde gebieden. De grenzen die eind negentiende en begin twintigste eeuw door de Engelsen werden bepaald, waren meestal in het nadeel van China en werden in de meeste gevallen niet voorgelegd aan de Chinese bestuurders, onder andere omdat een deel van de grens langs Tibet loopt dat op dat moment niet onder keizerlijk gezag viel.

De twee grootste stukken betwist grondgebied zijn niet rechtstreeks in het spel vandaag. China annexeerde na de Chinees-Indiase oorlog van 1962 Aksai Chin, een deel van het vroegere Jammu & Kasjmir (ongeveer zo groot als België). India blijft dat gebied wel officieel claimen, en minister van Binnenlandse Zaken Amit Shah herhaalde dat nog eens toen de status van het Indiase deel van Jammu & Kasjmir aangepast werd, waardoor de regio Ladakh apart en onder rechtstreeks bestuur van Delhi kwam. Die uitspraak en die grondwetswijziging is zeker slecht aangekomen in China. Anderzijds bestuurt India de regio Arunachal Pradesh (half zo groot als België, voor China: Zuid-Tibet), ook al erkent Beijing de grens noch de staat, en blijft het bij de stelling dat dit Chinees grondgebied is.

De schermutselingen vinden traditioneel, en ook vandaag, plaats rond de Line of Actual Control (LAC), een onduidelijk grensgebied waar beide landen het zelfs oneens zijn over welke lijn ze beschouwen als de betwiste grenslijn. Beide zijden hanteren dan ook “perceptielijnen” op het terrein. Dat heeft als gevolg dat soldaten zich kunnen bevinden op een plek die ze beschouwen als eigen grondgebied, terwijl de overkant hun positie kan zien als een schending van hun nationale grondgebied. Er zijn zelfs geen definitieve kaarten die finale duidelijkheid kunnen geven over de wederzijdse claims, wat conflicten uitlokt en moeilijk op te lossen maakt.

Plotse escalatie

Na de Chinees-Indiase oorlog van 1962, die overtuigend gewonnen werd door China — dat zich vervolgens terugtrok tot wat min of meer de koloniale grenzen waren — deden de twee buurlanden er alles aan om een herhaling van het gewapende conflict te vermijden. Niet dat de oorlog geen diepgaande schade aangebracht had. Indiaas premier Nehru had in eigen land heel groot gezichtsverlies geleden door te insisteren op de broederschap tussen India en China, en vervolgens een nederlaag te lijden na de Chinese blitzkrieg in het hooggebergte. Zelfs dagenlange onderhandelingen met zijn Chinese collega Zhou Enlai leverden niets op dat Nehru aan het Indiase publiek kon tonen.

De afspraak na de oorlog was om de patrouilles langs de LAC ongewapend uit te voeren, om zo de kans op ongewilde militaire treffens zo klein mogelijk te maken.

Op langere termijn leidde het grensconflict zelfs tot steeds nauwere banden tussen China en Pakistan, India’s erfvijand met wie het aan de westelijke kant van Jammu & Kasjmir ook een meer dan zeventig jaar durend grensdispuut heeft. Daar heet de betwiste de facto grens de Line of Control (LOC). Het meest tot de verbeelding sprekend langs die grenslijn is de voortdurende positie-oorlog rond de Siachen-gletser op 5400 meter hoogte. De gletsjer vormt een soort drielandenpunt tussen India, Pakistan en China.

De afspraak na de oorlog was om de patrouilles langs de LAC ongewapend uit te voeren, om zo de kans op ongewilde militaire treffens zo klein mogelijk te maken. Het resultaat was dat het laatste echte gewapende treffen langs de betwiste grens plaatsvond in 1967 en het laatste afgevuurd werd in 1975. Wat bleef, was het occasionele artisenale handgemeen als concurrerende patrouilles elkaar, gewild of ongewild, tegen het lijf liepen. Dat was altijd lokaal, eenmalig en betrekkelijk onschadelijk.

In 2017 kregen we een eerste signaal dat het conflict over grondgebied wel eens ernstiger zou kunnen zijn dan een vuistgevecht. Die zomer confronteerden Indiase troepen hun Chinese collega’s in Doklam, een betwist gebied tussen China en Bhutan. India heeft de onafhankelijkheid van Bhutan wel erkend, maar neemt de grensbewaking op zich als een zaak van nationale veiligheid. Uiteindelijk keerden beide landen terug naar de onderhandelingstafel en werkten ze opnieuw een ongemakkelijke regeling uit die uitgaat van de status quo en het verlangen om geweld te vermijden, maar die ook nooit tot een oplossing of finale uitspraak komt.

De incidenten van begin mei 2020 waren opvallend omdat ze zich op meerdere plaatsen tegelijk voordeden, en er dus duidelijk planning mee gemoeid was. De focus ligt op incidenten op de grens met Ladakh. Dat is ook de regio waar India de voorbije jaren in versneld tempo werkt aan een verbeterde wegen- en communicatie-infrastructuur. Die moet ervoor zorgen dat het Indiase leger permanenter aanwezig kan zijn en sneller kan reageren dan in 1962, toen de aanvoerlijnen voor India veel te lang waren om te kunnen reageren op Chinese troepen die bevoorraad werden via een weg die China zonder medeweten in Aksai Chin aangelegd had.

Corona?

We weten bijzonder weinig met zekerheid over de huidige incidenten langs de LAC, aangezien er geen onafhankelijke observatie is en de Chinese zijde naar gewoonte geen informatie geeft. Volgens het Indiase leger ontstonden de conflicten door plotse acties van het Chinese leger, dat heel wat kilometers doordrong in het gebied dat India als zijn grondgebied beschouwt (in totaal zou er tussen 40 en 60 vierkante kilometer “bezet” zijn), er tenten en andere infrastructuur opsloeg en minstens 5000 extra soldaten stuurde.

China zou daarvoor gebruik gemaakt hebben van de jaarlijkse militaire oefeningen in Tibet, terwijl India net zijn jaarlijkse manoeuvres in Ladakh had afgeblazen wegens de coronacrisis.

Bovendien, zeggen sommigen, spoort dit met een agressiever optreden van China in de Zuid-Chinese Zee, in Hongkong en tegenover Taiwan. Dat alles zou kunnen samenhangen met pogingen van de Chinese overheid om het credibiliteitsverlies te compenseren, dat ontstond nadat de coronacrisis vanuit Wuhan de hele wereld overspoelde. Het lijkt vergezocht, maar dat China de afgelopen maanden bijzonder geprikkeld gereageerd heeft op territoriale kwesties, is dat niet.

De kans dat de Chinese actie rond de LAC uitgelokt werd door de combinatie van wegenwerken en veranderde status van Ladakh lijkt reëel

De kans dat de Chinese actie rond de LAC uitgelokt werd door de combinatie van wegenwerken en veranderde status van Ladakh lijkt echter reëler dan een rechtstreeks verband met COVID-19. Het is niet onmogelijk dat China met deze acties een fait accompli probeert te creëren en zijn posities op zoveel mogelijk plaatsen probeert te verankeren op de lijn die het zelf ziet als de legitieme grens, en die het voordeel oplevert qua toevoer en militaire mobiliteit.

De tactiek is niet ongekend: door de posities duidelijk te veranderen, dwingt China India tot onderhandelen, en kan het een compromis voorstellen dat toch terreinvoordeel oplevert. Wat China wellicht wil verhinderen, is dat India zich op hetzelfde niveau van operationele mobiliteit tilt als wat de Chinezen zelf vanuit Tibet hebben uitgebouwd.

In de Indiase media is in elk geval veel speculatie dat de regering Modi grondgebied zou hebben prijsgegeven zonder publiek of parlement daarover in te lichten. Nu er tientallen Indiërs gesneuveld zijn, neemt de druk op de nationalistische regering om kordaat te reageren exponentieel toe.