Onderzoek brengt positie Vlaamse jongeren tegenover migratie in kaart
Onderzoek toont aan: jongeren willen in de klas meer over migratie praten
Nieuw onderzoek toont aan dat jongeren meer in de klas willen praten over migratie. Nu komt het thema te weinig aan bod, vinden ze. Op school wordt het thema vaak vermeden. Vinden leerkrachten praten over migratie te complex, te polariserend? 'Meer les hierover helpt om gratuite uitspraken te voorkomen.'
‘Dat we zo weinig klasgesprekken voeren over migratie vind ik superjammer’, zegt de zestienjarige Aline. ‘Meer les over dat thema helpt om gratuite uitspraken te voorkomen’, klinkt het dan weer bij de zeventienjarige Naomi. Nieuw onderzoek van StampMedia, het Vlaamse persagentschap voor en door jongeren, toont aan dat jongeren in de klas ook over complexe maatschappelijke thema’s als migratie willen praten.
StampMedia voerde in 2020 een kwantitatief onderzoek uit bij 2500 scholieren uit heel Vlaanderen, gecombineerd met focusgroepen in 16 Vlaamse scholen. In Other Talk polste de jongerenorganisatie naar het mediagebruik en de positie van jongeren tegenover migratie.
‘Ik denk dat leerkrachten op onze school niet goed weten welke houding ze moeten aannemen.’
Het onderzoek, dat in samenwerking met de KU Leuven gebeurde, kadert in een breder gelijknamig programma van 11.11.11 en Vluchtelingenwerk Vlaanderen om het publieke debat rond migratie te ontmijnen en te nuanceren.
Met Other Talk wil StampMedia vooral meer inzicht krijgen in hoe jongeren een weg vinden in het beladen maatschappelijke debat over migratie. ‘Door de sterke polarisatie is het voor jongeren helemaal niet vanzelfsprekend om op een veilige manier van gedachten te wisselen’, zegt Fried Aernouts, coördinator van StampMedia.
En net dat is een van de meest opvallende conclusies uit het onderzoek: jongeren zijn zelf vragende partij voor meer gesprekken over migratie in de klas. Want, zo werpen de jongeren ook op, vandaag gebeurt dat veel te weinig. Het lijkt alsof leerkrachten het onderwerp vermijden, uit angst voor al te felle discussies in de klas.
Migratie = emotie
De zestienjarige Mechelse Aline, vijfdejaars Moderne Talen-Wetenschappen, begrijpt dat migratie een moeilijk onderwerp is. ‘Ik zit op een tamelijk witte school, in een klas waarin vier op de twintig leerlingen een migratieachtergrond hebben.’
‘Ik denk dat leerkrachten op onze school niet goed weten welke houding ze moeten aannemen om over zo’n thema als migratie te praten. Ik denk dat ze bang zijn dat een gesprek daarover de klas zal verdelen, of dat er ruzie zal ontstaan.’
Als polariserende onderwerpen aan bod komen, stapt een aantal leerkrachten er met een bocht omheen.
Alleen in haar vierde jaar kwam migratie als lesonderwerp aan bod, tijdens het vak media, cultuur en communicatie. ‘De leerkracht legde ons een krantenkop voor die verwees naar de vraag hoeveel migratie de Belgische staat jaarlijks kost. Die kop moesten we vervolgens factchecken.’
Er volgde wel een klasgesprek, vertelt Aline, maar dat vond ze maar dunnetjes. ‘Een diepgaand gesprek was het niet. Dat zo’n onderwerp niet uitgebreider aan bod kwam, vind ik echt superjammer.’
Nochtans is het belangrijk om emoties een plaats te geven in de klas, zegt Bert Pieters van Mediawijs, het Vlaamse centrum voor mediawijsheid. ‘Als uit het onderzoek Other Talk naar voren komt dat jongeren over migratie willen praten, moet je dat aanpakken. Maar dan mag je dat niet enkel feitelijk aanpakken, ook emoties verdienen aandacht. Daar bestaan tools voor. Zo kan je bijvoorbeeld samen memes bekijken die inspelen op de emoties die leven over een bepaald onderwerp.’
‘Ik gebruikte zelf eens een Kroatisch filmpje over de vluchtelingenstromen van de Balkanlanden naar Europa om een klasgesprek op gang te brengen. Het lokte veel emoties uit. De leerlingen met een migratieachtergrond vonden dit een zeer fout beeld. “We herkennen onszelf helemaal niet”, klonk het. Andere leerlingen reageerden: “Zie je wel, dit bevestigt het beeld van de migratietsunami naar Europa”. Voor een complex onderwerp als migratie moet je eerst die emoties laten verwoorden, en daarna kun je naar de feiten gaan.’
Vermijdingscultuur
Als polariserende onderwerpen — en migratie is zeker zo’n onderwerp — aan bod komen, stapt een aantal leerkrachten er dus met een bocht omheen, blijkt ook uit het onderzoek Other Talk. In vakjargon: er treedt vermijdingsaandrang op.
Eef Cornelissen van EploRatio, een onderzoekskern van Odisee Hogeschool, ziet hoe thema’s als migratie, racisme of geloof door veel leerkrachten nog worden vermeden. ‘Leerkrachten willen hun politieke en ideologische neutraliteit bewaren, en ze zijn vaak niet opgeleid om polariserende samenlevingsthema's een constructief gesprek te voeren.’
Maarten Van Alstein, onderzoeker bij het Vlaams Vredesinstituut, schreef het boek Omgaan met controverse en polarisatie in de klas. Daarin gaat hij dieper in op de fikse uitdagingen waarvoor leerkrachten en directies staan: hoe voer je bijvoorbeeld gesprekken over een controversieel onderwerp als migratie, zonder dat de klas opvliegt in een voor- en tegenkamp? Dat is vooral een kwestie van training en opleiding, aldus Van Alstein.
‘Er is een reële angst dat sommige leerlingen gekwetst zullen worden.’
Het goede nieuws is dat het aanleren van conflicthantering en dialoogcapaciteiten een groot aandachtspunt vormt in de huidige opleidingen en het extra vormingsaanbod voor leerkrachten. De realiteit is dat het tijd vraagt voor die mechanismen doorsijpelen. Het onderwijsveld is nog aan een inhaalbeweging bezig.
‘We mogen ervan uitgaan dat veel leerkrachten op een heel goede manier met die polariserende thema’s aan de slag gaan, maar ook die vermijdingscultuur bestaat’, zegt Van Alstein. De onderzoeker ziet daar drie redenen voor.
‘Ten eerste ervaren leerkrachten al een hoge taaklast, ze zien het simpelweg niet zitten om er nog eens een lesuur aan te besteden. Ten tweede kunnen leerkrachten ook het gevoel hebben dat ze niet over de juiste competenties beschikken om zo’n gesprek in goede banen te leiden.’
‘En ten slotte: leerkrachten zijn ook gewone mensen, die net als vele andere mensen potentiële conflicten in de klas eerder uit de weg gaan. Het is nu eenmaal niet gemakkelijk om met verschillende emoties en spanningen in de klas om te gaan, en er is een reële angst dat sommige leerlingen gekwetst zullen worden.’
Burgerschap op school
Ook de dertienjarige Eli uit Antwerpen, derdejaars Grieks-Moderne Talen, kreeg op school – een ‘witte school’ – nog maar weinig te maken met migratie als lesonderwerp. Of hij dat echt mist, weet hij niet. Hij praat er immers wel vaak over met zijn ouders.
‘We moeten met elkaar een kader blijven delen, ondanks de meningsverschillen over migratie.’
‘Nu ik erover nadenk, zou ik het wel leuk vinden om met mijn klasgenoten over migratie te praten. Dan hoor ik ook eens een andere mening dan die van mijn ouders. Op die manier zou ik meer inzicht krijgen in wat andere mensen denken, en ik zou mijn eigen mening beter kunnen maken.’ Hij is niet bang voor de discussie die zo’n klasgesprek kan veroorzaken.
Net dat, leren omgaan met andere meningen, is cruciaal in conflicthantering en in het depolariseren van een onderwerp als migratie, zegt Van Alstein. ‘Het maakt deel uit van het project burgerschap dat in de nieuwe eindtermen van het onderwijs wordt opgenomen.’
‘Burgerschap begint al in de eerste graad: leerlingen krijgen strategieën aangereikt om in conflictsituaties tot constructieve oplossingen te komen. Dat betekent dat je moet leren luisteren en andere meningen moet leren aanvaarden. We moeten met elkaar een kader blijven delen, ondanks de meningsverschillen die over migratie bestaan in onze diverse samenleving.’
‘Die meningsverschillen bespreekbaar maken en de gesprekken erover in goede banen leiden, zijn belangrijke vaardigheden voor het onderwijs van vandaag en morgen.’ En dat vergt training en oefening. Maar het vergt ook beschikbaar materiaal. Samen met Mediawijs, Tumult, VRT en het Hannah Arendt Instituut werkt het Vredesinstituut bijvoorbeeld ook aan een educatief lespakket over polarisering in de klas. Dat komt er binnenkort aan.
Migratie in de biologieles
Het idee is dat iedereen met moeilijke samenlevingsthema’s aan de slag gaat, niet alleen de leerkrachten geschiedenis, godsdienst of zedenleer. Het moet zaak zijn van het hele schoolteam, zegt Van Alstein. ‘Onderzoek wijst uit dat scholen die depolarisering en conflicthantering in hun pedagogisch project verankeren en dat als team dragen, betere resultaten halen.’
‘Het bewustzijn in het onderwijs is er, maar het is nog nieuw.’
‘De onderwijskoepels zijn zeker bezig met die burgerschapsvaardigheden’, zegt Eef Cornelissen van EploRatio. ‘Bijvoorbeeld binnen het Project Algemene Vakken (Nederlands, wiskunde, natuurwetenschappen, moderne vreemde talen, red.) in het beroepssecundair onderwijs worden samenlevingsthema’s als migratie geïntegreerd.’
Het bewustzijn in het onderwijs is er dus, zegt Cornelissen. Maar het is nog nieuw, zegt ze er meteen bij. ‘Leerkrachten die al langer zijn afgestudeerd, zijn vaak weinig vertrouwd met die thema’s en zijn niet opgeleid om hierover in gesprek te gaan. Zeker wetenschapsleerkrachten zijn vaak niet opgeleid in depolariserende communicatietechnieken.’
Nochtans kunnen ook zij te maken krijgen met moeilijke discussies, zegt Cornelissen. ‘Een voorbeeld? Tijdens een les biologie legt de leerkracht uit wat invasieve exoten zijn: “planten, dieren of micro-organismen die van nature niet in een bepaalde omgeving voorkomen, en terechtkomen in een nieuwe omgeving waar ze schade aanrichten aan het lokale ecosysteem”.’
‘Een leerling reageert: “Dat is net als bij migranten! Die komen ook in grote aantallen en verstoren het natuurlijk evenwicht van ons land”. Als er zo’n uitspraak komt, is het zaak van daarmee te leren omgaan. Want leerlingen doen die uitspraken net omdat het iets is wat hen bezighoudt.’
Jongeren denken niet zwart-wit
De zeventienjarige Naomi is vijfdejaars Kantoor op een Antwerpse school ‘waar veel culturen aanwezig zijn’. Als kind van Angolese en Congolese ouders, weet Naomi goed wat migratie betekent. ‘En dat geldt ook voor mijn klasgenoten. Iedereen in onze klas kent wel iemand van nabij die is gemigreerd, die de Nederlandse taal moest aanleren, die helemaal opnieuw moest beginnen.’
‘Ik ben gebeten door het onderwerp migratie, maar die gebetenheid geldt niet voor iedereen in mijn klas.’
Migratie is in haar klas dus een gevoelig want doorleefd onderwerp, zegt Naomi. Ze vertelt hoe het onderwerp ook geregeld aan bod komt op school.
‘We hebben daar zeker ook al klasgesprekken over gevoerd. Vorig jaar hadden we het in een klasgesprek over het belang en de drempels van goed Nederlands aanleren in Vlaanderen. Dat was een discussie tussen de klas en de leerkracht, maar dan op een goede manier. Vreedzaam. Iedereen mocht zijn mening geven en dat was best leerrijk. Voor mij kan dat, tenminste als je dat met empathie — verplaats je ook eens in de ander — en respect voor elke mens blijft doen.’
Wat Naomi betreft mag er ook best meer aandacht gaan naar feitelijke kennis over migratie. ‘Zelf ben ik een nieuwsjunkie en ik volg de actualiteit via het dagelijkse televisiejournaal en via nieuwsmeldingen op mijn smartphone. Ik ben gebeten door het onderwerp migratie, maar die gebetenheid geldt niet voor iedereen in mijn klas.’
‘In dat klasgesprek vorig jaar had een leerling het ook over “de illegalen die Antwerpen kwamen vervuilen”. Dan merk je dat meer kennis over migratie wel zou helpen om zulke gratuite uitspraken te voorkomen.’
Jongeren hebben vaak basiskennis over migratie, maar er is ook onduidelijkheid. Uit het onderzoek Other Talk blijkt dat acht op de tien jongeren het aantal migranten en asielaanvragers in België overschatten. Dat heeft zeker te maken met de rol die de verschillende media daarin spelen en met het mediagebruik van jongeren.
‘Er bestaat zeker een verband tussen het mediagebruik van jongeren en hoe ze vluchtelingen beschrijven.’
‘Klassieke media houden van gepolariseerde discussies: voor en tegen’, antwoordt Bert Pieters van Mediawijs. ‘Niets is zo duidelijk en sexy als voor en tegen. Maar je krijgt wel een probleem bij complexe onderwerpen als migratie, die niet vastomlijnd zijn, veel vormen kennen en nuance nodig hebben.’ Pieters verwijst daarbij naar nog een opvallende conclusie uit het onderzoek Other Talk.
‘Jongeren bevinden zich vaak in een tussenpositie tegenover migratie. Ze zijn niet voor open grenzen maar ze zijn ook niet tegen migratie as such. Nog een bevinding die uit Other Talk naar voren kwam, is dat er verschillende frames en counterframes over migratie bestaan bij jongeren. Dat maakt duidelijk dat migratie voor hen dus geen tweestrijd is, dat er een veelvoud aan meningen is.’
Jongeren niet genoeg bediend door media
Bij Aline en Eli ligt elke morgen een kwaliteitskrant op de ontbijttafel, Naomi leerde haar eigen familie naar het televisiejournaal kijken. Migratie is een thema dat thuis bij deze drie jongeren op een eerder positieve manier besproken wordt. Dat geldt niet voor alle jongeren. Klassieke mediakanalen als het televisiejournaal of de krant zijn niet de voornaamste nieuwskanalen voor jongeren.
Uit het onderzoek Other Talk blijkt dat jongeren nieuws het vaakst volgen via sociale media, gesprekken met anderen en Belgische televisiekanalen. ‘Daarin verschillen jongeren niet met volwassenen’, zegt Bert Pieters. ‘Die vorm van nieuwsvergaring geldt ook voor mij: als ik door Facebook of Instagram scrol, kom ik nieuws tegen. Het nieuws komt dus op je af, we gaan er niet meer naar op zoek.’
Er bestaat zeker een verband tussen het mediagebruik van jongeren en hoe ze vluchtelingen beschrijven. Het gebruik van Facebook, YouTube, Snapchat, Discord en Belgische televisiekanalen om het nieuws te volgen hangt eerder samen met een negatieve beschrijving van vluchtelingen. Het gebruik van Twitter, WhatsApp en buitenlandse televisiekanalen om het nieuws te volgen, hangt eerder samen met een positieve beschrijving.
‘Ook belangrijk om te weten: jongeren geven geen geld uit aan nieuws’, zegt Pieters. ‘Ze zullen zelden betalen voor artikels die achter een betaalmuur zitten en bedienen zich met wat gratis beschikbaar is. Alleen: als je de toegang hebt tot een volledige krant of een heel magazine, krijg je al sneller een genuanceerd beeld. Heb je die niet, dan krijg je de helft van het nieuws binnen. Conclusie: jongeren worden niet genoeg bediend.’
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het onderzoek Other Talk door jongerenorganisatie StampMedia: