Brazilië krijgt bio-ethanol niet verkocht aan de wereld
Mario Osava
19 februari 2013
Brazilië droomde ooit van een wereldwijde handel in bio-ethanol, vergelijkbaar met die in olie. De start leek veelbelovend, maar de motor hapert nu.
Bio-ethanol zal alleen internationaal doorbreken als meer landen de brandstof kunnen aanbieden en kopen, zegt Eduardo Leão de Sousa, directeur van de Unie van de Suikerrietindustrie (Unica), die de belangrijkste Braziliaanse producenten van bio-ethanol groepeert.
Brazilië en de Verenigde Staten zijn samen verantwoordelijk voor bijna 85 procent van de huidige wereldproductie, volgens cijfers van het Internationaal Energieagentschap. Bio-ethanol is er bijna uitsluitend voor de eigen markt bestemd, de verkoop aan het buitenland is minimaal.
Pionier
Brazilië was een pionier. De ethanolproductie vindt er zijn oorsprong in het Nationale Alcoholprogramma (Proalcohol), dat in 1975 werd opgestart om de Braziliaanse afhankelijkheid van olie te verkleinen, een gevolg van de oliecrisis van 1973. Sindsdien is de Braziliaanse suikerrietoogst zevenmaal groter geworden. Braziliaans ethanol wordt uit de sacharose in suikerriet gewonnen.
Volgens De Sousa kan de productie alleen omhoog als de overheden die stimuleren. Zo groeide de Braziliaanse productie toen de overheid mengsels van benzine met bio-ethanol ging opleggen.
De Verenigde Staten namen zich in 2007 voor om tegen 2022 132 miljard liter bio-ethanol te verbruiken. Vandaag zit het land aan 56 miljard liter, bio-ethanol die onder meer uit maïs wordt gewonnen. Om de doelstelling te halen zal men ook ethanol uit cellulose moeten halen, een procedé dat vandaag nog te duur is.
Europese Unie
Het Amerikaanse milieuagentschap noemt ethanol op basis van suikerriet “geavanceerd”: het stoot minder dan de helft van de broeikassen uit die benzine uitstoot, het hele productie- en consumptieproces in acht genomen.
Op die manier zal voor Brazilië en andere suikerrietproducenten de vraag naar ethanol oplopen tot 15 miljard liter in 2022.
Ook de Europese Unie wil de consumptie van bio-ethanol zien groeien, naar 15 tot 16 miljard liter tegen 2020. Daarvan kan de helft van buiten Europa komen, zegt De Sousa.
Bio-ethanol teruggeschroefd
Maar zeker is die groeiende vraag nog niet. De Europese Commissie wil haar transportdoelstellingen herzien en daarbij bio-ethanol terugschroeven om het voedselaanbod niet te benadelen. In de Verenigde Staten is de druk van grote olie- en maïsproducenten groot.
Een andere potentiële markt is China. Maar volgens de Sousa zal dat land alleen ambitieuze doelstellingen formuleren wanneer “het zeker is van de permanente levering uit verschillende bronnen.”
Veel landen voegen sinds de jaren negentig wel bio-ethanol toe aan klassieke brandstof maar vaak gaat dat aarzelend. Japan bijvoorbeeld maakt nog altijd geen haast om het mengsel van 3 procent, dat in 2003 wordt geïntroduceerd, verplicht te maken.
Duurdere voedselprijzen
Aan productiezijde beweegt er ook niet echt veel. Al produceert men nu wel suikerrietethanol in andere Latijns-Amerikaanse landen, in Afrika en Zuidoost-Azië. Het productiepotentieel daar is groot, zegt de Unica. Met zijn uitgebreide ervaring stimuleert Brazilië overal ethanolprojecten.
Lange tijd stond Brazilië alleen met zijn bio-ethanolverhaal. Pas toen ook de VS – sinds 2006 de grootste bio-ethanolproducent ter wereld – op de kar sprong, kwam een einde aan dat isolement. Maar tegelijk groeide de kritiek dat de productie van biobrandstof de voedselprijzen de hoogte in joeg. Ook de ontwikkeling van voertuigen op andere brandstof, zoals elektrische wagens, maakt de toekomst minder zeker voor de producenten.
“Cellulose-ethanol zal de situatie doen kantelen”, zegt De Sousa. Het zal de productie doen stijgen en die ook duurzamer maken, zegt hij. Andere alternatieven ziet hij pas mogelijk in een verre toekomst.