Centraal-Afrikaanse Republiek, wat is er aan de hand?
Charlotte Liekens
26 februari 2014
De problemen in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) bereikten recent een dieptepunt. De extreem gewelddadige conflicten tussen de burgers werden door Amnesty International omschreven als een “etnische zuivering”, omdat de christelijke bevolking de moslimgemeenschap systematisch uitmoordt of dwingt het land te ontvluchten. De huidige burgeroorlog brak in december 2012 uit, onder meer door de opmars van de islamitische rebellengroepering Séléka, die als hoofddoel het aftreden van toenmalig president François Bozizé voor ogen had.
De situatie in CAR is gewelddadiger en gecompliceerder dan ooit. Christenen en moslims staan lijnrecht tegenover elkaar. De aanleiding van de conflicten lijkt de bevolking al enige tijd uit het oog verloren te zijn. Sinds zijn onafhankelijkheid in 1960, is CAR slachtoffer van slecht bestuur en kwamen presidenten steeds aan de macht door staatsgrepen of frauduleuze verkiezingen. Een stabiele politieke situatie is er dus nooit geweest, en daar betaalt de bevolking nu de prijs van.
Het begin van de opstand?
Voormalig president François Bozizé voerde van 2003 tot 2013 een corrupt beleid in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Hij zorgde er resoluut voor dat familieleden belangrijke posten bekleedden in de regering, zodat hij intern geen tegenwind kreeg. De vele anti-regeringsopstanden drukte hij met harde hand de kop in, tot in 2013, wanneer de Islamitische rebellengroep Séléka met een staatsgreep de bovenhand kon nemen.
Niet lang nadien nam de groepering de hoofdstad Bangui in, en benoemde de moslim Michel Djotodia tot nieuwe president. Djotodia bleek weinig invloed te hebben op de rebellen van Séléka, die overgingen tot plunderingen en andere criminele activiteiten. De rebellen, die zelf uit het extreem arme noorden kwamen, hadden het vooral gemunt op de christelijke meerderheid in het zuiden van CAR. Zo ontaarde het conflict in een op het eerste zicht religieuze strijd.
Religieuze oorlog?
‘Een slecht beleid is de oorzaak van de burgeroorlog, niets meer of niets minder’, zegt Tony Lakouetene van hulporganisatie Jupedec. ‘Momenteel lijkt het alsof christenen tegen moslims vechten en omgekeerd, maar deze twee groepen zijn creaties van de overheid. Er is wel spanning tussen de twee gemeenschappen, maar dat heeft niets met ras of geloof te maken.’
Een echte religieuze oorlog is het conflict dus niet. Christenen en moslims hebben namelijk jarenlang in vrede samengeleefd. Hoewel de twee religieuze groepen wel tegen elkaar strijden, gaat het vooral om een botsing tussen het arme noorden -vertegenwoordigd door de islamitische rebellengroep- en het iets minder arme zuiden van het land waar vooral christenen wonen. Het noorden werd jarenlang achteruit gesteld in het beleid van Bozizé, tot grote ontevredenheid van de bevolking. Deze misnoegdheid kon Séléka uitbuiten om strijders te rekruteren.
Om zichzelf en hun dorpen te verdedigen, organiseerden de christenen milities, genaamd Anti-Balaka, tegen de rebellengroepen. Met alle gevolgen van dien, want wanneer de milities eind vorig jaar Bangui binnenvielen om de rebellen te verdrijven, kwam de burgeroorlog in een extreem bloedige en wraakzuchtige neerwaartse spiraal.
Ondertussen konden de christelijke gevechtsgroepen Séléka en president Djotodia verdrijven, en is voormalig burgemeester van Bangui, Catherine Samba-Panza, aangesteld als president ad interim.
Waarom is het Franse leger zo talrijk aanwezig?
De Centraal-Afrikaanse Republiek was vroeger een kolonie van Frankrijk, maar de twee landen hebben nog steeds nauwe banden met elkaar. CAR maakt deel uit van het zogenaamde “Françafrique” wat wil zeggen dat ze op bepaalde hoogte nog afhankelijk zijn van elkaar. Hun munteneenheden zijn bijvoorbeeld aan elkaar vastgeklonken.
‘Als Frankrijk intervenieert in Afrika is dat om te overleven als wereldmacht’, zegt onderzoeksjournalist Antoine Roger Lokongo in De Wereld Morgen. ‘Het einde van de Françafrique zou een groot nadeel zijn voor Frankrijk, aangezien de Afrikaanse bodems vol grondstoffen zitten. CAR is bijvoorbeeld rijk aan hout, landbouwgrond, water, olie en grondstoffen zoals diamant en uranium.’
‘In de Centraal-Afrikaanse Republiek is westerse hulp zoals die van Frankrijk erg welkom. De bevolking heeft namelijk heel weinig vertrouwen in de buurlanden. Buurlanden willen wraak nemen en zijn ook bezig met religieuze conflicten. De geloofwaardigheid van westerse troepen zoals die van Frankrijk is groter, we hebben er meer vertrouwen in’, zegt Tony. ‘De Franse troepen vechten niet. Ze gebruiken geen geweld. Ze zijn er als humanitaire hulp en om de vrede te bewaren. Ze bewaken bijvoorbeeld vluchtelingenkampen.’
Wie heeft er gelijk?
Dat is misschien wel het moeilijkste punt in heel de CAR-problematiek. Moslims en christenen, noord en zuid, alle burgers zijn momenteel verzeild geraakt in wraakzuchtige opstand tegen elkaar. De bevolking is een speelbal van de corrupte politiek en de regering, die hen tegen elkaar opzette om zelf macht te kunnen verkrijgen.
‘Er is geen goed en slecht in deze oorlog tussen christenen en moslims. Beide bevolkingsgroepen zijn gelijkwaardig, maken dezelfde fouten en strijden eigenlijk voor hetzelfde doel. Maar het “slechte” staat bovenaan, het is de regering’, aldus Tony.
Lees het volledige interview met Tony Lakouetene en Alexis Mbolinani van Jupedec hier