De Adivasi: de vergeten bevolkingsgroep van India

Nieuws

De Adivasi: de vergeten bevolkingsgroep van India

De Adivasi: de vergeten bevolkingsgroep van India
De Adivasi: de vergeten bevolkingsgroep van India

Hannes Cool

03 maart 2014

De Adivasi zijn een bevolkingsgroep in India die in de westerse wereld relatief onbekend zijn. Anthony Puthumattathil, zelf een Indiër, wil daar met een doctoraat aan de UGent verandering in brengen. In Leuven hield hij op 25 februari een generale repetitie van zijn doctoraatsverdediging.

Gie Goris

Adivasi in Bihar vechten voor hun rechten

© MO*/Gie Goris

Adivasi is een overkoepelende benaming voor een heterogene groep van etnisch onderling verschillende inheemse stammen. Het woord komt uit het Hindi. “Adi” betekent “van in het begin”, terwijl “vasi” Hindi is voor “inwoner”. De Adivasi worden dan ook gezien als de oorspronkelijke inwoners van het Indiase subcontinent. Het woord raakte pas in zwang vanaf de jaren 1930, omdat toen pas de noodzaak ontstond bij de Adivasi om een identiteitsgevoel te ontwikkelen.

Onderaan de ladder

Het gaat dus niet om een homogene groep. Alles samen spreken we over meer dan tweehonderd verschillende volkeren en kunnen we meer dan honderd talen onderscheiden. Er zijn ook cultuurverschillen, hoewel er ook overeenkomsten zijn in levensstijl en in hun benarde positie in de Indiase samenleving. ‘De sociaal-economische en politieke structuren die de Adivasi hanteren zijn veel flexibeler en meer egalitair dan de systemen die in de Indiase samenleving de bovenhand halen’, zegt Puthumattathil.

Door het systeem van kasten is in de Indiase samenleving de macht en de rijkdom geconcentreerd bij een kleine elite die de hoogste kasten vormen. De stammen van de Adivasi maken geen deel uit van het kastensysteem, maar dat betekent wel dat zij ook helemaal onderaan de maatschappelijke ladder staan in de Indiase samenleving.

Er wonen niet alleen Adivasi in India, maar ook in de buurlanden Nepal en Bangladesh. Daardoor is het moeilijk een exact cijfer te kleven op hun aantal. Volgens de Indiase volkstelling van 2001 vormden Adivasi 8,2 procent van de Indiase bevolking. Dat waren toen ruim 84 miljoen mensen.

Officieuze cijfers geven echter een veel hoger aandeel in de bevolking van India aan. Bijna alle Adivasi leven in bergachtige en bosrijke gebieden. Er wonen Adivasi over heel India, maar de deelstaten Chhattisgarh (38 procent van de bevolking bestaat er uit Adivasi), Jharkhand (26 procent), Madhya Pradesh (20 procent) en Orissa (22 procent) tellen het hoogste aandeel van de inheemse bevolkingsgroep.

Vervuilde lucht

Puthumattathil is zelf afkomstig uit het zuiden van India. Hij is bovendien katholiek, dus op het eerste gezicht heeft hij weinig met de Adivasi te maken. Hij raakte in hen geïnteresseerd toen hij Mundari leerde. Mundari is de taal van de inheemse stam Hos uit de deelstaat Jharkhand. Hij verbleef meer dan een jaar in die deelstaat om bij verschillende stammen veldwerk te doen. Hij verzamelde gegevens over hun socio-economische situatie, zoals hun toegang tot genoeg eten, proper water en onderwijs.

De resultaten zijn weinig bemoedigend. Zo heeft tachtig procent van de Adivasi niet voldoende te eten. Toch ga je nooit Adivasi zien bedelen. ‘Daarvoor is hun eergevoel te groot. Je zal nooit iemand van de Adivasi met een uitgestoken arm zien’, legt Puthumattathil uit. Ze worden bovendien tegengewerkt door de Indiase overheid en door grote bedrijven die een bondgenoot vinden in het mechanisme van de vrije markt. ‘De mijnbouw is een goed voorbeeld. De mijnbouw levert de Adivasi enkel vervuilde lucht op. Ze hebben er geen enkel voordeel aan’, licht hij toe.

Ook het onderwijs is een groot pijnpunt. De Adivasi spreken heel vaak geen Engels, waardoor ze in het onderwijs geen kans maken. Kinderen die in een Engelstalige klas terechtkomen, worden vaak het onderwerp van spot en racisme. Anthony Puthumattathil ziet in het onderwijs wel een kans voor hen om er bovenop te komen. ‘Door onderwijs kunnen kinderen kritischer worden, maar het onderwijsbudget zit bij de centrale regering. Dat zou dus eerst moeten veranderen.’

Geen grondrechten

Doorheen hun geschiedenis werden de Adivasi vaak geconfronteerd met een tegenpartij die sterker was dan hen, en die hen uit hun omgeving verdreef. Eerst waren het de Britse kolonialisten, dan de Indiase staat en vandaag gaat het om multinationals die aan bosbouw en mijnbouw doen. Ze bezitten geen grondrechten en door het feit dat ze al zo vaak verdreven zijn, moeten ze vechten om hun economische en sociale identiteit overeind te houden.

‘Heel vaak bestaan er geen documenten die de eigendom van een stuk grond bepalen. Of is de eigendom gebaseerd op een erfenis uit een ver verleden. De Britten lachten daar eens mee, en palmden die vruchtbare grond gewoon in’, vertelt Puthumattathil. Missionarissen die naar India kwamen op het eind van de negentiende eeuw, probeerden documenten te verzamelen om zo de grond aan de rechtmatige eigenaars terug te bezorgen. Soms met succes, maar vaak ook niet.

“Scheduled Tribes”

In 1950 kregen de Adivasi een vorm van erkenning in de Indiase grondwet. Bepaalde stammen werden erkend als zogenaamde “Scheduled Tribes”. Wie wel en wie niet tot die “Scheduled Tribes” behoort, is onderwerp van een permanent debat in India. Die erkenning geeft de Adivasi het recht op medebeheer van de bossen waarin ze wonen. Het bepaalt ook hun recht op verblijf, en het vormt een erkenning van hun cultuur en tradities. Niettemin de goede bedoelingen van deze wet, is er in de praktijk nog een lange weg af te leggen.

Het is een complex probleem. Puthumattathil hoopt op verzet van de vrouwelijke Adivasi. Zij worden sterk onderdrukt in het kastensysteem. Er zijn ook heel wat Hindoes die een meer egalitaire samenleving willen. ‘De verschillen tussen Adivasi en de andere Indiase bevolkingsgroepen moeten gerespecteerd worden, maar ze moeten ook gelijke kansen krijgen’, besluit Puthumattathil.