“De kwaliteit van het onderwijs is India’s grootste knelpunt”
Charlotte Liekens
29 januari 2014
Een op vier jongeren in ontwikkelingslanden is analfabeet. Dat meldt het nieuwe Education for all Global Monitoring-rapport van de Verenigde Naties. Het ergst is het gesteld in India, waar volgens de studie 37 procent van de totale analfabete bevolking woont. Het grootste probleem is de kwaliteit en de toegankelijkheid van het onderwijs.
‘De ontoegankelijkheid van de scholen is niet het enige probleem’, stelt directeur-generaal van UNESCO Irina Bokova in het rapport. ‘Ook slechte kwaliteit houdt het leren tegen, zelfs voor diegenen die wel naar school gaan. Een derde van de zes- tot twaalfjarigen leren de basis niet, zelfs al gaan ze naar school.’
Het aantal volwassenen in India dat niet kan lezen of schrijven is volgens het rapport 287 miljoen. Dat is zelfs als je rekening houdt met het hoge Indiase bevolkingsaantal nog steeds erg veel.
De beperkingen van het onderwijs
Mats Liekens is een 23-jarige Belg die sinds begin vorig jaar op vrijwillige basis lesgeeft in Parikrma, een school in de Indiase stad Bangalore. De school zet zich in voor kansarme kinderen en probeert hen met beperkte middelen toch van een basisopleiding te voorzien. Mats geeft les aan kinderen tot 16 jaar en kan het probleem van dichtbij bekijken. ‘De kwaliteit van het onderwijs is zonder twijfel India’s grootste knelpunt. In elke klas hier zitten wel enkele jongeren die niet kunnen lezen of schrijven’, zegt Mats. ‘Maar het probleem is nog groter in overheidsscholen waar leerkrachten een vast loon krijgen en niet gecontroleerd worden. Vaak komen ze niet opdagen of steken ze geen tijd in kinderen die niet goed kunnen volgen.’
Foute prioriteiten
‘Het schoolsysteem in India is gebaseerd op competitie met andere scholen’, licht Mats verder toe. ‘Enkel de “besten” worden geholpen want zij zijn veelbelovend. Megeshri bijvoorbeeld is een meisje van 16 en de beste van haar klas. Zij haalde vorige examenperiode gemiddeld 80 procent, terwijl ze anders een stuk boven de 90 procent haalt. Meteen werden haar ouders opgebeld en werden er bijlessen geregeld. In dezelfde klas zitten er vijf leerlingen die niet kunnen lezen of schrijven en gemiddeld 2 procent halen voor de examens, maar voor hen is er geen speciale begeleiding voorzien.’
‘In het Indiase onderwijs ligt de prioriteit op vanbuiten leren, niet op begrijpen.’
De focus tijdens het lesgeven ligt volgens Mats helemaal fout: ‘In het Indiase onderwijs ligt de prioriteit op vanbuiten leren, niet op begrijpen. De kinderen leren om volledige tekstboeken uit het hoofd te studeren zonder te weten wat er eigenlijk in staat. Kavia, een meisje van 15, moest vorige week een wetenschappelijke tekst van Stephen Hawking voorlezen. Dat deed ze in foutloos Engels, zonder ook maar één keer naar haar papier te kijken. Maar toen ik haar vroeg wat er eigenlijk in de eerste alinea stond, sloeg ze tilt. Ze had geen flauw benul waarover het ging.’
Papegaaienwerk
Maar ook de kwaliteit van de handboeken en de lessen is niet altijd even goed. In India krijgen de leerlingen staatsexamens die de overheid zelf opstelt. De handboeken die er gebruikt worden zijn erg beperkt en houden voorbeeld vragen en –antwoorden in die letterlijk op het examen komen. ‘Voor de examens studeren leerlingen letterlijk vanbuiten wat er in het boek staat’, verduidelijkt Mats. ‘Bijna niemand van hen begrijpt wat ze schrijven, maar toch hebben de meesten het antwoord wel juist. Tijdens examens krijg ik vaak tien keer exact hetzelfde antwoord, woord voor woord. Papegaaienwerk, dus. Dat de leerlingen weinig vorderingen maken is dus niet enkel de fout van de leerkrachten, maar ook en vooral die van het onderwijssysteem.’
Irina Bokova heeft daar in het VN-rapport een gelijkaardige visie over: ‘Een onderwijssysteem is maar zo goed als zijn leerkrachten. Hun potentieel naar boven brengen is essentieel om de kwaliteit van het leren te versterken. Maar leerkrachten zijn niet de enigen die verantwoordelijkheid moeten dragen. Ze kunnen zich enkel ontplooien tot goede onderwijzers in de juiste context.’