Dit najaar krijgen alle Belgische wijkagenten elektronisch een zakboekje ter beschikking met informatie over internationale terroristische groeperingen.
‘Elke terrorist heeft ooit ergens gewoond, buren gehad, gewinkeld om de hoek. Ze komen niet van Mars. Hoe komt dan dat onze wijkagenten hen niet kennen? Omdat ze er geen opleiding over krijgen. Met dit zakboekje willen we daaraan tegemoet komen. Een goede wijkagent weet wat er leeft in zijn buurt’, zegt Jean-Pierre Devos van de Federale Politie, coördinator van het zogenaamde CoPPRa-project (Engels letterwoord voor ‘gemeenschapsgerichte politiezorg om radicalisering en terrorisme te voorkomen’).
In het zakboekje, inhoudelijk gebaseerd op een terrorismelijst van Europol maar zonder inbreng van mensenrechtenorganisaties, ligt de nadruk op zichtbare elementen van terreurorganisaties zoals vlaggen of logo’s.
Devos: ‘Zie je tijdens een huiszoeking een screensaver van Blood&Honour op de computer van een 17-jarige? Rapporteer het dan aan specialisten. Daar houdt de rol van wijkagent op. Maar je moet de symbolen natuurlijk eerst herkennen. De filosofie achter het hele verhaal is dat je geen sjaal van Anderlecht hebt als je geen supporter bent van de club. Ik ga niet met 88 op mijn rug lopen omdat ik dat een mooi getal vind (88 staat voor ‘Heil Hitler’, kc).’
Om wijkagenten te helpen bij de interpretatie van opmerkelijke signalen, is er ook een opleidingsbrochure voorzien. Devos: ‘Je kan heel radicaal zijn in je godsdienst, of een heel radicale volger van Greenpeace zijn, en dan? Zolang je je niet aan een kerncentrale vastketent, is er geen probleem.’
Het blijft afwachten hoe de inlichtingendiensten zullen reageren op het hele initiatief. Zoals bekend is de Staatsveiligheid geen voorstander van meer proactieve recherche door de federale politie, en nu gaat het bovendien ook nog over de lokale politie.
Het blijft afwachten hoe de inlichtingendiensten zullen reageren op het hele initiatief.
Twintig onderzoeken rond radicalisering
Het CoPPRa-project is een samenwerkingsverband tussen elf EU-lidstaten en wordt gefinancierd door de Europese Commissie, die in 2011 een communicatie zal lanceren over radicalisering.
‘Onze rol in de strijd tegen terrorisme is niet operationeel; we zijn geen geheime dienst’, zegt Marie-Ange Balbinot van de Contraterreureenheid van de Commissie. ‘Wel sponsoren we studies en seminaries. In 2010 is ons budget daarvoor vier miljoen euro. Sinds de lancering van de EU-strategie tegen terorrisme in 2006 hebben we een twintigtal onderzoeken rond radicalisering gefinancierd. Tegen eind dit jaar komen ze allemaal online op een nieuwe website.’
De rode draad doorheen de onderzoeksresultaten? Balbinot: ‘Dat er niet één model is om radicalisering tegen te gaan. Net daarom is het zo belangrijk om best practices met elkaar te delen.’