Democratie krijgt nieuwe kans in Bangladesh

Nieuws

Democratie krijgt nieuwe kans in Bangladesh

Farid Ahmed

02 januari 2009

Na haar verpletterende verkiezingsoverwinning van maandag krijgt de voormalige Bengalese premier Sjeikh Hasina Wajed een nieuwe kans om een einde te maken aan de steeds weerkerende politieke crisissen die Bangladesh sinds zijn ontstaan in 1971 teisteren. Armoede en extremisme zijn de grootste uitdagingen voor de nieuwe regering, maar ook de tweederdemeerderheid die de Awami-liga van Hasina nu in het parlement heeft, kan voor nieuwe ontsporingen zorgen.

De Awami-liga bezet nu 230 van de 300 zetels in het Bengalese parlement. De grote rivale van Hasina, de voormalige premier Begum Khaleda Zia, accepteerde donderdag (1 januari) haar nederlaag. Haar partij, de BNP, haalde slechts 29 zetels, en haar bondgenoten moesten zich tevreden stellen met twee zetels. Zia houdt wel vol dat er fraude werd gepleegd. Internationale waarnemers oordelen van niet.

Zia leidde Bangladesh van 2001 tot 2006, nadat ze ook al eens van 1991 tot 1996 premier was geweest. De laatste regeringscoalitie van Zia lag zwaar onder vuur wegens massale corruptie en machtsmisbruik. De Bengalese bevolking lijkt Zia ook te hebben afgestraft voor haar alliantie met de islamistische partij Jamaat-e-Islami. Die maakte zich mee schuldig aan de genocide waarmee het Pakistaanse leger in 1971 het ontstaan van Bangladesh, toen nog Oost-Pakistan, probeerde tegen te houden.

Eigenlijk had Bangladesh al in januari 2007 een nieuwe regering moeten kiezen, maar politiek geweld verhinderde dat. De noodtoestand werd uitgeroepen, de verkiezingen werden uitgesteld en er kwam een niet verkozen overgangsregering die de steun genoot van het leger. De overgangsregering bond de strijd aan tegen de corruptie, en dat werd veel BNP-leiders fataal. De oudste zoon van Zia, de invloedrijke Tarique Rahman, vluchtte weg uit Bangladesh toen er ook tegen hem een onderzoek werd ingesteld. Het voorlopige bewind schrapte ook 13.000 spookkiezers van de kieslijsten en verdeelde moderne identiteitskaarten.

Verandering

Hasina, die eerder van 1996 tot 2001 premier was, moet nu haar “handvest voor verandering” waarmaken waarmee ze naar de verkiezingen was getrokken. “Nu is het afwachten of ze echt een andere koers inslaat”, zegt professor Ataur Rahman, een politicoloog van de Universiteit van Dhaka. “De Awami-liga heeft in feite een mandaat van het volk om de mislukkingen van de BNP recht te zetten.”

De nieuwe regering moet de strijd tegen de corruptie verder zetten maar vooral proberen de armoede terug te dringen. Meer dan 60 van de 150 miljoen Bengalezen moeten rondkomen met minder dan een dollar per dag. De stijging van de voedselprijzen heeft hun problemen nog nijpender gemaakt.

Een grote uitdaging is ook de berechting van de Bengalezen die zich mee schuldig maakten aan de moordpartijen die het Pakistaanse leger in 1971 aanrichtte. Daarbij kwamen minstens 200.000 mensen om het leven. Veel kiezers van Hasina vinden dat de daders eindelijk verantwoording moeten afleggen. Hasina heeft al de hulp ingeroepen van Ian Martin, de speciale vertegenwoordiger van VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon voor Nepal. Martin, die donderdag in Dhaka was, zou zijn medewerking hebben toegezegd bij de organisatie van een eventueel tribunaal dat de oorlogsmisdaden uit 1971 kan behandelen.

Volgens professor Rahman zal de Awami-liga het moeilijk krijgen aan alle verwachtingen te voldoen. Andere Bengalese commentatoren waarschuwen de nieuwe regeringspartij geen misbruik te maken van haar grote meerderheid in het parlement. Het overwicht kan de neiging versterken geen plaats in te ruimen voor afwijkende meningen en ook kritische media de mond te snoeren.