Druk op Hongaarse premier stijgt na grondwetswijziging

Nieuws

Druk op Hongaarse premier stijgt na grondwetswijziging

Druk op Hongaarse premier stijgt na grondwetswijziging
Druk op Hongaarse premier stijgt na grondwetswijziging

Tot 100.000 mensen kwamen begin januari op straat in Boedapest. De verzamelde oppositie vecht samen met de internationale gemeenschap tegen de hervorming van de Hongaarse grondwet. De EU startte al een onderzoek naar de nieuwe grondwet.

De Hongaarse eerste minister Viktor Orbán duwde zijn geplande grondwetswijziging nog voor nieuwjaar door het parlement, ondanks veelvuldig protest. Op die manier traden de aanpassingen onmiddellijk in werking vanaf januari 2012.

Volgens zowat de hele internationale gemeenschap tasten de hervormingen fundamentele vrijheden aan. De Europese Centrale Bank zei dat de aanpassingen “de onafhankelijkheid van de Hongaarse centrale bank ondermijnen.” Eind december kende de kredietbeoordelaar Standard & Poor’s Hongarije nog een rommelkredietstatus toe, mede door het politieke tumult.

Ook vrijheid van religie en seksualiteit komen in het gedrang, door verwijzingen naar God en het benoemen van het huwelijk als een unie tussen man en vrouw. Boedapest versterkt ook zijn grip op de media.

‘Orbán bouwt sinds zijn verkiezing in 2010 aan een nieuwe grondwet,’ zegt professor Attila Ágh, directeur van het Hongaarse Centrum voor Studies rond Democratie, in een interview met MO*. ‘Stap per stap werden “checks and balances” (instrumenten om de scheiding der machten te verzekeren, nvdr.) verwijderd. De premier plaatste partijgetrouwen op belangrijke posities in het gerechtelijk apparaat en de media. Met deze laatste grondwetshervorming is dit proces voltooid.’

Internationale druk

De internationale gemeenschap neemt de situatie ernstig. Op verschillende manieren wordt druk op de Hongaarse regering uitgeoefend.

Hongarije zat voordien al aan tafel met de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) over het opstellen van een financieel hulpprogramma. Die twee laatsten staakten eind 2011 de gesprekken uit ongerustheid over de nieuwe grondwet. De Europese Commissie verklaarde dat de gesprekken niet hervat worden tot duidelijk is hoe schadelijk de aanpassingen zijn. ‘De Europese Commissie bekijkt momenteel of de grondwetswijzigingen overeenkomen met de Europese regelgeving,’ zegt woordvoerder van de Commissie Olivier Bailly.

De EU bekijkt of het via een inbreukprocedure de Hongaarse premier tot orde kan roepen

De commissie bekijkt ook of een inbreukprocedure gestart kan worden. Tijdens zo’n procedure wordt de grondwet formeel getoetst aan de EU-verdragen. De Europese Commissie dreigde onder andere ook met zo’n procedure ten tijde van de deportatie van romazigeuners door de Franse regering in 2010. Commissievoorzitter José Manuel Barroso zette Orbán eind december al onder druk door te dreigen met zo’n inbreukprocedure.

‘De EU kan nog verschillende drukkingsmiddelen uit de kast halen, bijvoorbeeld het bevriezen van fondsen,’ stelt professor Ágh. ‘In extremis kan zelfs gekeken worden of de hervormingen wel overeenkomen met Hongarije’s toetredingsvoorwaarden uit 2004.’ Een vroegere Amerikaanse ambassadeur in Hongarije sprak zelfs van een mogelijke uittreding van het land uit de EU.

‘Dit is echter een ultiem middel,’ stelt Ágh. ‘Ik verwacht dat Orbán veel vroeger zal bezwijken onder nationale en internationale druk. Het is zo goed als onmogelijk geworden om het vertrouwen van de EU nog terug te winnen.’

Wanbeleid

De regerende centrum-rechtse partij Fidesz heeft een tweederdemeerderheid, samen met het conservatieve KDNP. Ze plukte bij de verkiezingen van april 2010 de vruchten van corruptieschandalen en economisch wanbeleid door de vorige socialistische regering.

Ondanks die overweldigende meerderheid, krijgt Orbán de wind van voren. Organisatoren spraken van 100.000 betogers die op 2 januari op straat kwamen in Boedapest. In een open brief kreeg de president van dertien bekende politieke activisten te horen dat hij ‘het land gijzelt als een ouderwetse, provinciale tiran’.

‘De publieke opinie is radicaal omgedraaid sinds 2010,’ stelt Ágh. ‘De oppositie probeert zich te verenigen. Binnen Fidesz zelf rommelt het echter ook. Het is niet uitgesloten dat Viktor Orbán met een motie van wantrouwen krijgt af te rekenen, of intern opzij gezet wordt.’