Iraniërs protesteren
Annegreet Van Puyvelde
21 februari 2011
Deze fiche over de protesten in Iran maakt deel uit van een reeks over de omwentelingen in de Arabische wereld.
Sinds:
14 februari. Als reactie op een oproep van de facebookgroep 25 Bahman trokken de Iraniërs sinds dan massaal de straat op.
Waar:
De protesten van 14 februari waren verspreid over verschillende grote steden zoals de hoofdstad Teheran, derde grootste stad Isfahan, Shiraz, Mashad en Kermanshah.
Eisen:
Aanvankelijk waren de betogingen opgezet als steunbetuiging voor de Egyptische bevolking. Na zeer gewelddadige onderdrukkingsmaatregelen door de veiligheidsdiensten, waarbij traangas gebruikt werd, sloeg de toon van de Iraniêrs echter om. Het valt af te wachten hoe de eisen van het volk ten opzichte van het regime zullen evolueren.
Mobiliserende groepen:
De oorspronkelijke oproep om te betogen werd op de facebookgroep 25 Bahman gelanceerd.
Ze worden gesteund door de Groene Beweging van Mir Hossein Mousavi, die de protesten of de “Groene Revolutie” van 2009 leidde.
N°1:
De absolute nummer één met de meeste autoriteit is Ali Khamenei. De ayatollah bekleedt de functie van Hoogste Leider van Iran. Daarnaast is Mahmoud Ahmadinejad, president sinds 2005, een grote en eveneens onbetwiste machtshebber.
Balans:
Volgens regeringsverklaringen is de balans van de protesten op 14 februari twee doden en tussen de 150 en 1500 opgepakte betogers. Tijdens de begrafenis van een student die gedood werd tijdens de protesten kwam het tot nieuwe incidenten. Volgens de Internationale Mensenrechtencampagne in Iran gebruikt het regime kindsoldaten tussen veertien en zestien jaar om de demonstranten aan te vallen en de protesten te onderdrukken.
Straffe uitspraak:
Obama betuigt zijn steun aan de betogers: ‘Ik hoop en verwacht dat de Iraniërs de moed hebben om hun wens te uiten voor meer vrijheid en een regering die alle Iraniërs vertegenwoordigt.’
Gecoverd:
Verschillende nieuwe media zoals facebook, twitter en youtube werden door de betogers gebruikt om nieuws over de protesten te verspreiden. Op televisiezenders en websites die onder invloed van de staat staan, werden er weinig tot geen meldingen gemaakt van de protesten. Er doen ook geruchten de ronde dat autoriteiten in de werking van buitenlandse media verstoren.