Kasjmir, gevangen in een vloek
Zahid Rafiq
28 augustus 2013
20 juli. De hele dag geldt een strikt straatverbod in het Indiase deel van Kasjmir, net als de dag tevoren. Buiten bevinden zich 600.000 Indiase soldaten en zo'n 100.000 militaire politieagenten. Dat is samen goed voor één soldaat per tien inwoners van de deelstaat Jammu en Kasjmir.
Toch zijn honderden jongens op straat verwikkeld in kat-en-muisspelletjes met de zwaar bewapende soldaten. Ze roepen slogans voor azadi, vrijheid en gooiden stenen. De lucht is zwanger van de bittere geuren van traangas en peperspray. En het geluid van geweerschoten lijkt altijd luider op een dag waarop de avondklok vierentwintig uur geldt.
Op 17 juli schoten Indiase militairen vier burgers dood en verwondden ze er 48 andere. Het incident vond plaats op zo’n 200 kilometer van de Kasjmierse zomerhoofdstad Srinagar. Toen dat nieuws bekend werd, brak er meteen protest uit, zoals altijd in de oude wijken van de hoofdstad, daarna in de buitenwijken en ten slotte in de dorpen. Twee weken eerder doodden Indiase soldaten “per vergissing” twee twintigers in het noorden van Kasjmir. De reactie was vergelijkbaar. Straatverbod. Internet plat. Arrestaties. Alweer een belofte dat er een onderzoek zal komen. Sinds 2002 werden al 168 onderzoeken gelast. Niet één daarvan leidde tot vervolging.
Het scenario herhaalt zich, keer op keer. Kasjmir lijkt gevangen te zitten in een vloek, terwijl de rest van de wereld ongestoord doordraait.
In 1989 lieten de val van de Muur, de Roemeense revolutie en het vertrek van de Sovjets uit Afghanistan een gevoel opwellen dat een andere toekomst mogelijk was. In Kasjmir nam die hoop de vorm aan van een gewapende opstand tegen het onpopulaire Indiase bestuur. De Kasjmiri’s wilden af van de Line of Control die hun vaderland opdeelt tussen Pakistan en India, en eindelijk een herenigd en onafhankelijk Kasjmir.
Sindsdien hebben zeker 70.000 mensen het leven verloren. Duizenden zijn opgepakt en verdwenen en tienduizenden zijn mentaal of fysiek verminkt door de systematische martelpraktijken in de Indiase gevangenissen.
De complete impasse en de wanhoop die daaruit voortkomt, lijken op dit moment te resulteren in een herleving van de gewapende opstand.
In een van de rokerige, smalle straatjes van het oude Srinagar woont Yasin Malik, de leider van het Jammu and Kashmir Liberation Front (JKLF). Malik was een van de eerste commandanten die de wapens opnamen tegen het Indiaas bestuur. In 1993 legden hij en zijn organisatie de wapens neer, als reactie op de vele oproepen uit de hele wereld en uit het Indiase middenveld om het probleem van Kasjmir geweldloos op te lossen. Zijn Gandhiaanse aanpak werd door de Indiase overheid echter met geweld beantwoord: de volgende vijf jaar stierven 600 van zijn militanten door toedoen van Indiase troepen. Op 19 juli van dit jaar werd Yasin Malik voor de ontelbaarste keer gearresteerd, omdat hij burgerprotest tegen de moorden leidde.
Het gewapend verzet ging trouwens verder, ook na de ommezwaai van het JKLF. Tot de Kasjmiri’s het geweld en de impasse beu waren en halverwege de jaren 2000 massaal voor geweldloos verzet kozen. De hoop was dat straatprotesten niet in het klassieke kader van terrorismebestrijding zouden vallen en dat de rest van de wereld dan ook eindelijk zou willen zien wat er hoog in de Himalaya gebeurde.
Machtsmisbruik
In de zomer van 2008, meer dan twee jaar voor de Arabische Lente, betoogde een half miljoen Kasjmiri’s voor vrijheid. Indiase soldaten schoten meer dan zeventig demonstranten dood. In 2010 liepen de straten van alle steden in Kasjmir weer vol met mensen die om azadi riepen. De zomer van 2010 eindigde met meer dan 120 dode burgers, duizenden gewonden en nog eens duizenden gevangenen die gemarteld werden. Honderden jongens bleven maandenlang achter de tralies voor het gooien van stenen of het posten van vrijheidsboodschappen op Facebook. Het machtsmisbruik van de Indiase troepen gaat onverminderd door omdat de soldaten beschermd worden door uitzonderingswetten.
De complete impasse en de wanhoop die daaruit voortkomt, lijken op dit moment te resulteren in een herleving van de gewapende opstand. In juni sneuvelden acht Indiase soldaten, de dag voordat premier Manmohan Singh een bezoek bracht aan de vallei. Volgens de overheid is het aantal gewapende militanten beperkt, zo’n 200 à 300, maar tegelijk klopt ze de dreiging van een heropflakkerende gewapende opstand voortdurend op, omdat ze daarmee de onafhankelijkheidsstrijd van de Kasjmiri’s kan blijven voorstellen als terrorisme.
Het Indiase beleid in Kasjmir lijkt erin te bestaan een stilstand af te dwingen met behulp van een enorme militarisering en van grote sommen federale steun voor de deelstaatregering. Intussen duwen de Kasjmiri’s als een collectieve Sisyfus hun vrijheidsideaal de berg op, om het weer naar beneden te zien rollen. Waarna ze van voren af aan kunnen beginnen.
Zahid Rafiq is een jonge freelance journalist in Jammu en Kasjmir