Kinderen verbeteren winstmarges Nigerese gouddelvers

Nieuws

Kinderen verbeteren winstmarges Nigerese gouddelvers

Ousseini Issa

29 augustus 2005

Op weinig plaatsen in Niger liggen armoede en rijkdom dichter bij elkaar dan in de goudmijnen van Komabangou. De vijftienjarige Abdou Adamou daalt elke dag af in vijftig tot tachtig meter diepe schachten om er rotsblokken in emmers te stapelen en die naar boven te hijsen. Daarvoor krijgt hij minder dan een euro per dag. De winst strijkt iemand anders op.

Komabangou ligt 175 kilometer ten zuidwesten van de Nigerese hoofdstad Niamey. De regio is rijk aan delfstoffen en sinds 2001 wordt er goud bovengehaald. Elke ochtend laten ze me om acht uur in de mijn zakken, met voldoende eten voor achttien uur. In het begin vond ik het verschrikkelijk, maar ik ben er nu aan gewend, zegt Adamou.

Net als veel andere mijnwerkerskinderen, zit Adamou niet meer op school. Ik ben van school gegaan toen mijn ouders besloten naar Komabangou te vertrekken om goud zoeken. Omdat ik bij niemand kon logeren, ben ik met ze meegegaan, zegt hij. Als ik iemand wist die voor Adamou kon zorgen, dan zou ik hem niet meegenomen hebben, legt zijn vader uit. Maar iedereen in het dorp heeft het moeilijk. Ze willen niet ook nog eens voor kinderen van een ander zorgen als ze zelf al nauwelijks genoeg hebben.

In Komabangou werken naar schatting ongeveer honderd kinderen, die in leeftijd variëren van tien tot zestien jaar. Volgens de wet mogen ze pas in de mijnen werken als ze achttien jaar oud zijn. Maar niemand controleert dat. Slechts incidenteel komt er een inspectieteam langs, zegt Ibrahim Balla Souley, nationaal coördinator van het Internationale Programma voor de Uitroeiing van Kinderarbeid in Niger (IPEC-Niger). IPEC, een organisatie van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) die zich wereldwijd bezighoudt met het bestrijden van kinderarbeid, opende in 2002 een kantoor in Niger.

Om in de mijnen te werken hoef je geen identificatiebewijs te hebben waaruit je leeftijd blijkt, zegt Daouda Kabani, algemeen secretaris van de Mijnbouwersvereniging van Komabangou. Volgens hem is nog nooit iemand vervolgd voor het tewerkstellen van minderjarigen.

Meer dan 15.000 mensen uit verschillende landen in West-Afrika leven op en bij het mijnbouwterrein in Komabangou. Een buitenlands bedrijf dat een vergunning had om het goud te delven, trok zich in 2001 terug omdat de mijnen niet genoeg opleverden. Behalve Nigerezen, zijn hier ook goudzoekers Benin, Burkina Faso, Ghana, Mali en Togo, zegt Kabani. Sommige kinderen helpen met het verpulveren van de rotsen, anderen bij het delven van het goud of bij het halen van water dat gebruikt wordt om de verpulverde rots te zeven, zegt hij.

Een gram goud brengt tussen acht en tien euro op. Volgens Kabani betalen sommige gouddelvers de kinderen ongeveer zestien euro per maand voor hun werk. Anderen zouden 24 dollar betalen. De kinderen, die vaak zonder hun ouders of verzorgers komen, krijgen ook kost en inwoning. Oudere werknemers die hetzelfde werk doen, verdienen ongeveer het dubbele, omdat ze meer produceren. Het minimumloon van een ambtenaar is in Niger veertig euro.

Mahamadou Aboubacar (13) brengt water naar het mijnbouwterrein, waar hij al drie jaar woont met zijn moeder. Ik ben hier gaan werken toen mijn vader is overleden, zegt hij. Mijn moeder had toen geen geld meer. Ik verdien ongeveer vijf euro per dag.

Het komt vaak voor dat ouders hun kinderen naar de mijnen sturen, zegt Souley. Ze lopen grote risico’s. De tunnel kan instorten en ze kunnen gevaarlijke stoffen binnenkrijgen. Sommigen krijgen last van hun rug of ze verwonden zichzelf met het gereedschap dat gebruikt wordt om de stukken rots te verpulveren.

De kinderen lopen ook een verhoogd risico om besmet te raken met aids. Veel van deze kinderen zijn al jong seksueel actief, zegt arts Bako Bagassi van het Nationale Programma tegen Seksueel Overdraagbare Ziekten. In Komabangou is meer dan de helft van de prostituees besmet met HIV. In Komabangou en de omringende dorpen zijn ongeveer honderd voorlichters actief om de bevolking te wijzen op de gevaren. Ook werd een centrum opgezet waar mensen zich kunnen laten testen op HIV.

In 2002 werd in Komabangou een basisschool gebouwd, waar kinderen ook leren hoe ze een inkomen kunnen verdienen door bijvoorbeeld water te verkopen. De school heeft inmiddels 140 leerlingen, zegt Souley, die blij is dat sommige ouders ervoor kiezen om hun kinderen weer naar school te laten gaan. (JS/PD)