Knoeien met rijstsubsidies in Thailand
Roosmarijn Nelen
21 juni 2013
Het beloven van rijstsubsidies bezorgde Yingluck Shinawatra haar verkiezingsoverwinning in 2011. Sindsdien bracht het haar boze burgers, verspillende overheidsuitgaven en pakhuizen vol rotte rijst.
De regering van Thailand voerde in 2011 een subsidieprogramma door dat Thaise rijst boven de marktprijs opkoopt en er slechts een deel van aanbiedt op de internationale markten om er een hogere prijs voor te krijgen. Het had een tegenovergesteld effect: andere exporterende landen maakten van de gelegenheid gebruik om het tekort met hun eigen rijst aan te vullen en Thailand blijft met een teveel aan rijst achter.
Tijdens een spoedvergadering op woensdag 19 juni besloot de regering de prijs van Thaise rijst met 20 % te verlagen. De rijstboeren verzetten zich tegen de beslissing en geven de regering zeven dagen om zich te bedenken. Anders beloven ze volgende week massale protesten in de hoofdstad Bangkok.
Dure rijst in Thailand
Premier Yingluck Shinawatra gaf eerder deze week toe dat het programma in 2011-2012 zo’n 4,4 miljard dollar verlies draaide. De verliezen zijn vermoedelijk nog hoger, omdat de regering nog geen oplossing gevonden heeft voor de 17 miljoen ton overtollige rijst die werd opgeslagen in pakhuizen sinds 2011.
De tijd dringt: rijst kan maar één of twee jaar bewaard worden. Omwonenden vermoeden dat de rijst aan het rotten is. ‘De weerzinwekkende geur gaat wel kilometers ver als het vochtig of winderig is’, zegt een voormalige arbeidskracht van de organisatie die de rijst herbergt.
Door de artificieel hoge prijs daalde de rijstexport van Thailand in 2012 bijna met 40 procent. Dit jaar zal de export blijven dalen. ‘We lijden hieronder en het einde ervan is nog niet in zicht’, volgens Korbsook Iamsuri, de voorzitter van de Thailandse Associatie van Exporteurs. De associatie juicht de prijsverlaging dan ook toe.
Rijstboeren dreigen met protest
‘Onze vakbond zal de eerste minister verzoeken de beslissing te herzien’, zegt Prasit Boonchoey, voorzitter van de Thailandse Boerenassociatie. ‘De rijstboeren zijn het oneens met de verlaging, omdat hun opbrengst nog eens verder gereduceerd wordt door de hoeveelheid water in de rijst’, voegt hij hier aan toe.
De eerste tekenen van protest beginnen zich op lokaal niveau te tonen. In de Suphan Buri provincie in Centraal-Thailand kwamen meer dan 1000 boeren samen voor het provinciehuis. Ze overhandigden een brief voor de eerste minister met de eis de prijs niet te verlagen. Gelijkaardige publieke acties werden gemeld in twee andere provincies waarbij boeren de overheid beschuldigden het programma te willen vernietigen.
Parlementslid Sanguan Phongmanee van de partij Pheu Thai zegt: ‘De prijsverlaging zal de boeren erg hard treffen. Ik geloof niet dat het kan worden uitgevoerd zonder dat de boeren het zullen bevechten’. Met het politieke protest van 2010 in Bangkok in het achterhoofd, is dit iets wat de regering zeker wil vermijden.
Deze protesten waren gericht tegen de toenmalige Democratische regering. De laatste twee maanden van het protest kregen de bijnamen ‘Gruwelijke April’ en ‘Wilde Mei’ met meer dan 80 doden. De boerenassociatie heeft de regering een bedenktijd van zeven dagen gegeven. Anders trekken ze naar Bangkok.
Toeristisch Thailand
Het land kan grootschalige protesten wel missen, want het toeristische seizoen zal volop van start gaan. Er werd reeds aangetoond dat de vorige protesten een aanzienlijke impact hadden op de Thaise economie, waar toerisme zo’n 6 procent van uitmaakt. Annuleringen, toeristen die bepaalde zones van de stad moesten ontvluchten en landen die hun inwoners afraden naar Bangkok af te reizen: in het slechtste geval staat dit Thailand opnieuw te wachten.