Onderhandelingen over omstreden Pan-Amerikaanse Vrijhandelszone in slotfase
Diego Cevallos
14 maart 2003
In een comfortabel gebouw dat daarvoor speciaal werd opgetrokken in de Mexicaanse stad Puebla, begint maandag de laatste fase van de onderhandelingen over de oprichting van de Pan-Amerikaanse vrijhandelszone FTAA. Stilaan trekt de mist rond het project op en worden de contouren van de grootste vrijhandelszone ter wereld zichtbaar. De weerstand van vakbonden, ngo’s en sociale bewegingen in Zuid-Amerika is bijzonder groot.
Volgende week slaan de 34 Amerikaanse landen die in 2005 moeten toetreden tot de FTAA (allemaal behalve Cuba) de bocht in naar de laatste rechte lijn. Ze moeten over de eindstreep komen met een gezamenlijk plan om de bestaande handelsbelemmeringen op het westelijk halfrond geleidelijk af te schaffen. Als dat akkoord ondertekend is door de regeringen en goedgekeurd wordt door de Amerikaanse parlementen, is de FTAA een feit. In 2005 moet het al zover zijn.
Om die deadline te halen, moeten nog een aantal hindernissen van de baan. Het voorbehoud van Brazilië en Venezuela - die vinden dat de Verenigde Staten te veel voordeel halen - wordt nog een hardnekkige plooi om glad te strijken. Maar het grootste struikelblok wordt de ratificering. Het gebrekkige draagvlak voor meer liberalisering in Zuid-Amerika is een probleem waarmee de oprichters van de FTAA rekening moeten houden. De angst om overspoeld te worden door gringo-producten is zo groot, dat de te ratificeren slottekst in meer dan één parlement dreigt te sneuvelen.
Ondanks de tegenstand en alle andere moeilijkheden, is het zo goed als zeker dat de Amerikaanse regeringen het akkoord eind 2004 ondertekenen, zoals voorspeld,” zegt Germán de la Reza, professor en integratie-expert verbonden aan verschillende Mexicaanse universiteiten.
De vrijhandelszone zal, in verschillende fases, de bestaande invoertarieven afschaffen. Aan de buitengrenzen van de VS wordt een gemiddeld invoertarief van 1,1 procent gevraagd. Zuid-Amerika kent een gemiddeld invoertarief van tien procent. De VS willen de tarieven afschaffen over een tijdsbestek van tien jaar. De meeste Latinolanden - die een belangrijke bron van belastinginkomsten moeten vervangen - willen dat de invoertarieven pas beginnen uitdoven na 10 jaar, vanaf 2015 dus.
Volgens de la Reza zal er over de andere handelsbelemmeringen - landbouwsubsidies en zogenaamde niet-tarifaire belemmeringen (bijvoorbeeld quota, technische of sanitaire normen of wetten die binnenlandse ondernemingen bevoordelen) - niet meer onderhandeld worden binnen de FTAA. De discussie over die hete hangijzers wordt overgelaten aan de Wereldhandelsorganisatie (WHO), waar de onderhandelingen over de verder vrijmaking van de wereldhandel (de zogenaamde Doha-ronde) volop bezig zijn. De internationale akkoorden die daar al dan niet gesloten worden over die gevoelige materies (verpakt door de WHO in de zogenaamde blauwe en groene dozen), worden gewoon overgenomen in het FTAA-akkoord.
De Mexicaanse regering gebruikt de vergadering in Puebla niet als uithangbord uit vrees dat het opnieuw tot protesten komt. De Mexicaanse boeren demonstreerden de jongste maanden al luidruchtig voor de afschaffing van het bestaande vrijhandelsakkoord met de VS en Canada. Volgens hen betekent dat akkoord de doodssteek voor tienduizenden Mexicaanse landbouwers.
Het Mexicaanse Actienetwerk tegen Vrijhandel (RMALC) organiseert morgen (zaterdag) een forum over vrijhandel en de oorlog in Irak. We zullen de FTAA-onderhandelingen uit de doelbewust gecreëerde stilte halen en het gebrek aan informatie aan de kaak stellen, zegt woordvoerder Héctor de la Cueva aan IPS. RMALC, een ngo die zestien Mexicaanse burgerorganisaties verenigt, maakt deel uit van de Zuid-Amerikaanse protestbeweging tegen het FTAA. Dat kamp bestaat uit meer dan clubjes antiglobalisten: ook vakbonden, vrouwengroepen, kerkelijke verenigingen en studentenverenigingen maken er deel van uit.
Voorlopig is het enige maatschappelijke draagvalk er één tégen de Pan-Amerikaanse Vrijhandelszone. De anti-FTAA beweging organiseert op het hele continent een officieus referendum over het akkoord, daarmee het voorbeeld volgend van Brazilië, waar vorig jaar 10 miljoen protesthandtekeningen werden verzameld.
De beweging ziet de FTAA - ontegensprekelijk een geesteskind van de VS - als een poging van Washington om zijn economische greep op het continent te versterken en als een symbool van neokolonialisme. In die zin is het niet vreemd dat de spandoeken in Puebla morgen zowel de opschriften FTAA als Irak zullen dragen. De oorlog (tegen Irak) en de vrijhandel (de FTAA) zijn elementen van dezelfde strategie om de hegemonie van Washington te consolideren,” benadrukt de la Cueva. We blijven ons ertegen verzetten.
De la Reza betreurt dat zoveel sociale organisaties de FTAA gedemoniseerd hebben zonder echt te begrijpen waar het over gaat. De professor vindt het hoog tijd dat de anti-FTAA beweging met een gefundeerde kritiek op het appel verschijnt en alternatieven formuleert.