Pak alle illegalen op en de economie stort in elkaar
Sara Frederix
28 maart 2006
150.000 illegalen in België. Ze zijn er, er komen er nog bij, we kunnen hen niet buiten Fort Europa houden. Wat nu? Na de reportage over De Onzichtbare Stad in MO*29, zoekt Sara Frederix naar de contouren van een humanitair en efficiënt beleid.
‘Illegalen zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij van vandaag en morgen.’ Het is een duidelijk statement van Godfried Engbersen, hoogleraar Verzorgingsstaat en Sociale Ongelijkheid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. België zou 150.000 illegalen tellen, Frankrijk 300.000, heel Europa drie miljoen, de Verenigde Staten tien miljoen.
‘Deze cijfers zullen alleen maar stijgen door de vergrijzing in het Westen en de vraag naar goedkope, flexibele arbeidskrachten voor huishoudelijke taken, kinderopvang en ouderenzorg’, zegt Engbersen. Johan Wets van het Hoger Instituut voor de Arbeid (KULeuven) sluit zich daar bij aan: ‘Op 15 jaar tijd is het aantal migranten wereldwijd verdubbeld tot 180 miljoen. Bevolkingsaantallen blijven stijgen, er zijn meer gewapende conflicten, mensen verplaatsen zich steeds makkelijker en vinden gemakkelijker informatie. Hoe meer de voordeur van Fort Europa wordt vergrendeld, hoe meer mensen door de achterdeur binnenkomen.’
Illegale peuter
‘In vergelijking met andere Europese landen is in ons land het leven voor mensen zonder wettig verblijf niet “slecht” ’, zegt Nele Verbruggen, tot voor kort coördinator van het Platform for International Cooperation on Undocumented Migrants (Picum), dat de basisrechten van mensen zonder wettig verblijf in Europa verdedigt.
‘In het Vlaamse minderhedendecreet van 1998 staan specifiek ook de illegalen vermeld. Dat is vrij uniek. In Duitsland hebben sociale welzijnscentra, en in bepaalde deelstaten zelfs scholen en ziekenhuizen, meldingsplicht. Onlangs werd daar zelfs een kinderdagverblijf voor de rechter gedaagd omdat het een illegale peuter niet bij de politie had aangegeven. In Zweden is onlangs beslist dat mensen zonder wettig verblijf alleen nog maar recht hebben op dringende medische hulp -die ze zelf moeten betalen. Een bevalling kost een illegale vrouw bijvoorbeeld 1000 euro. Op “gewone” medische hulp hebben ze geen recht meer - zelfs als ze die zelf willen betalen.’
Basisrechten zoals onderwijs en dringende medische hulp maken een relatief menswaardig bestaan in de illegaliteit mogelijk. Tegelijkertijd bestaat de vrees dat die minimale basisrechten ook een aanzuigeffect hebben. Het is niet uitzonderlijk dat illegalen hun zieke of oude ouders laten overkomen. ‘Medisch toerisme bestaat, maar heel beperkt’, zegt Gert De Volder van Artsen Zonder Grenzen. ‘In de praktijk betaalt het OCMW trouwens alleen dringende medische hulp aan mensen die minstens drie maanden in Antwerpen verblijven.’
Nele Verbruggen van Picum: ‘Ik begrijp de vrees dat basisvoorzieningen voor mensen zonder wettig verblijf een aanzuigeffect kunnen hebben. Maar het is ook al bewezen dat een beleid dat mensen de toegang tot gezondheidszorg of onderwijs ontzegt, hen niet buiten Fort Europa houdt. Dan zou Duitsland met zijn heel repressieve beleid minder illegalen moeten aantrekken -en dat is niet het geval. Italië berekende dat de kosten van het ontzeggen van gezondheidszorg even hoog oplopen als het verstrekken van die zorgen. Italië heeft dan ook in twee golven 1,3 miljoen mensen zonder wettig verblijf geregulariseerd.’ Spanje regulariseerde vorig jaar 700.000 illegalen. Maar de verzorgingsstaat is in beide landen minder uitgebreid dan in België. Er valt met andere woorden minder te beschermen.
‘We accepteren dat mensen over de muur van Fort Europa klauteren, maar zorgen er dan voor dat ze geen toegang krijgen tot formele arbeid en sociale voorzieningen’, zegt professor sociologie Engbersen. ‘Europa wordt zo een soort openluchtgevangenis.’ Engbersen en collega wetenschappers denken na over een getrapt sociaal systeem waarbij je burgerschap en dus sociale rechten kan verdienen.
‘Nu krijg je alles óf niets. Ik vind een systeem waarin je kan opklimmen op de ladder van de sociale zekerheid wel intelligent.’ Tegenstanders wijzen op het gevaar van een maatschappelijke tweedeling. Johan Wets van het Hoger Instituut voor de Arbeid: ‘Migranten zijn tweederangsburgers zonder politieke rechten. Mensen zonder wettig verblijf worden derderangsburgers met universele rechten maar zonder burgerrechten. Met zo’n getrapt sociaal systeem institutionaliseer je een duale maatschappij.’
Basisrechten van mensen zonder wettig verblijf verdedigen, leidt soms tot onbedoelde resultaten. Nele Verbruggen: ‘Zodra mensen zonder wettig verblijf meer rechten krijgen, prijzen ze zichzelf uit de markt. In een permanent rotatiesysteem worden ze gewoon vervangen door nóg goedkopere en nóg flexibelere werkkrachten.’ Toen in 2000 in Zuid-Spanje de illegale Marokkaanse fruitarbeiders rebelleerden, werden ze gewoon vervangen door busladingen plukkers uit Roemenië en Litouwen. De Oost-Europeanen werken aan 18 euro per dag in plaats van de bijna 30 euro die de Marokkanen vroegen.
Nele Verbruggen: ‘Sommige arbeiders zonder wettig verblijf verkiezen de illegaliteit omdat ze dan gemakkelijker werk vinden.’
Illegalen hebben geen recht op arbeid en werken dus in het zwart in de horeca, (tuin)bouw en huishoudelijke zorgen. Johan Wets: ‘Als alle illegale arbeiders in bepaalde arbeidsintensieve Europese of Amerikaanse industrieën zouden worden opgepakt, storten die sectoren in elkaar. Consumenten willen betaalbaar fruit, groenten en andere voedingswaren. Zonder die goedkope, flexibele maar illegale arbeidskrachten, worden veel producten te duur.’
Enerzijds voert Europa op de golven van de publieke opinie een steeds strengere migratiepolitiek. Anderzijds knijpt de Unie een oogje toe, want de Europese economie heeft een toevloed van heel goedkope en heel flexibele werkkrachten nodig. In 1998 beloofde de Franse premier Jospin bijvoorbeeld 70.000 illegale arbeiders niet te vervolgen op voorwaarde dat ze ongemerkt -onzichtbaar- werkten. In Griekenland liet de regering in 2000 toe dat boeren illegale Albanezen tewerkstelden, op voorwaarde dat ze hen na de oogst over de grens zouden zetten.
In deze geglobaliseerde economie zijn grenzen obstakels geworden tussen vraag en aanbod. Er is dan ook werk genoeg voor dit onzichtbare reserveleger van arbeidskrachten. Professor Engbersen stelt het heel cynisch: ‘Illegalen vinden gemakkelijk werk, maar natuurlijk is de vraag naar goedkope en flexibele arbeid niet onbegrensd. Om de internationale jobmarkt in evenwicht te houden wordt het “overschot” -de werkloze illegalen- dan maar gerepatrieerd.’
Repressie is geen oplossing
Ook België kent een steeds strenger beleid van repressie en uitwijzing. In Antwerpen zijn de huis-aan-huiscontroles van start gegaan. Op de trams is bij de ticketcontrole iemand van de Dienst Vreemdelingenzaken aanwezig om zwartrijdende illegalen meteen van de tram te plukken. Aan de tramhalte Handel, voor de deur van het Protestants Sociaal Centrum waar veel illegalen hulp krijgen, wordt actief gecontroleerd ook al hebben hulporganisaties een afspraak met politiediensten om mensen niet voor hun deur op te pakken.
‘Nochtans is repressie niet de oplossing,’ stelt professor Engbersen. ‘Repressie doet de criminaliteit stijgen. De meeste illegalen houden zich niet bezig met criminaliteit uit schrik opgepakt en uitgezet te worden. Maar hoe strenger je beleid en hoe sterker je uithongeringspolitiek, hoe meer illegalen naar overlevingscriminaliteit grijpen.’
Het uitwijzingsbeleid werd onlangs tijdelijk verscherpt. Uitgeprocedeerde asielaanvragers die in een open opvangcentrum van Fedasil verbleven en nog een beroep bij de Raad van State hebben lopen, werden actief opgepakt en gerepatrieerd door Dienst Vreemdelingenzaken. Met gevolg dat mensen schrik hebben om naar een opvangcentrum te gaan en liever verdwijnen.
Iemand het land uitzetten, is trouwens niet evident. Daar zijn identiteitspapieren, een laissez-passer of terugname-akkoord van het land van herkomst voor nodig. Dat vraagt tijd en samenwerking met buitenlandse ambassades.
Illegalen mogen maar vijf maanden in een gesloten centrum -de wachtkamer voor repatriëring- opgesloten worden. Die periode is soms niet genoeg om alle formaliteiten in orde te krijgen en dan worden mensen weer vrijgelaten met in de achterzak een bevel om binnen de vijf dagen het grondgebied zelfstandig te verlaten. Als er meer illegalen worden opgepakt, is er eenvoudigweg niet genoeg plaats in de gesloten asielcentra en de politie heeft sowieso niet genoeg mankracht en middelen. In Europa wordt slechts één op de drie beslissingen om iemand uit te wijzen effectief uitgevoerd.
‘De overheid legt zich neer bij het feit dat bepaalde mensen “onuitzetbaar” zijn of na hun uitwijzing weer naar België komen. Hun aanwezigheid wordt gedoogd, maar ze worden niet geregulariseerd,’ zegt Naira Vardanian van het Antwerps Minderhedencentrum De8.
Zo zijn er heel wat mensen die naar de letter van de wet illegaal in België verblijven maar officieel of officieus gedoogd worden. Onder andere illegale gezinsleden van legale verblijvers en diegenen die in 2000 een aanvraag voor regularisatie indienden, worden officieel gedoogd.
Illegalen die een aanvraag indienden tot regularisatie wegens buitengewone omstandigheden zoals een ernstige ziekte of langdurig verblijf (het beruchte artikel 9.3) en uitgeprocedeerde asielaanvragers die hun negatieve beslissing aanvechten bij de Raad van State, worden officieus gedoogd. Maar dat is geen waterdichte bescherming tegen repatriëring.
Didier Vanderslycke van Kerkwerk Multicultureel Samenleven en al vijftien jaar actief rond mensen zonder wettig verblijf: ‘Al die gedoogstatuten brengen heel wat rechtsonzekerheid met zich mee. Bovendien heeft zo’n impliciet beleid allesbehalve een ontradend effect. Integendeel, het creëert speculatieve immigratiereflexen en een aanzuigeffect.’
Eigen belang eerst
Een breed politiek en maatschappelijk draagvlak is er niet voor een beleid dat ruimer is dan repressie en uitwijzing, ook al vormen de 150.000 illegalen een maatschappelijke realiteit. Nochtans zorgt deze “onzichtbare stad” voor meer huisjesmelkerij, verkrotting, criminaliteit, onveiligheidsgevoel en gevaar voor de volksgezondheid (tuberculose en aids). ‘Het is in ons eigen belang dat de onzichtbare stad beheersbaar wordt gehouden’, benadrukt professor Engbersen. ‘Hoe onzichtbaarder, hoe minder greep we er op krijgen en hoe meer we er last van hebben.’
Op korte termijn pakken illegalen “onze” jobs niet af omdat ze vooral arbeidsintensief en onderbetaald werk doen, maar op lange termijn ontstaat een neerwaartse spiraal voor arbeidsrechten, lonen, syndicale werking, sociale zekerheid. De Raad van Europa stelde tien jaar geleden al dat ‘clandestiene migratie resulteert in economische verstoringen die de nationale economie in zijn geheel bedreigen.’ Engbersen: ‘De struisvogelstrategie heeft haar grenzen bereikt. Kijk maar naar de brand in Parijs of de doden in Melilla. Het is tijd om de ogen te openen.'