Saoedische soldaten in Bahrein kunnen olie op het vuur gooien
David Elkins en Aprille Muscara
15 maart 2011
Met een mandaat van de Samenwerkingsraad voor de Golf (GCC) op zak trokken maandag 1200 Saoedische soldaten en 500 militairen uit de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) Bahrein binnen, op verzoek van koning Hamad bin Isa al-Khalifa. Analisten denken dat de aanwezigheid van buitenlandse troepen de spanning tussen soennieten en sjiieten in het land alleen maar zal vergroten.
“Het is nog te vroeg om te weten wat er achter deze beslissing schuilt. Het protest neerslaan? De oppositie intimideren? Toch voorspel ik dat de impact negatief zal zijn, ook voor de stabiliteit die ze willen beschermen”, verklaart expert Kristin Diwan van de American University.
De meerderheid van de Bahreinse bevolking is sjiitisch, maar de macht is in handen van soennieten. “De sektarische spanningen op het Arabische schiereiland nemen al toe sinds de invasie in Irak, waarbij sjiieten overal te kampen krijgen met stijgende invloed van anti-sjiitische salafistische bewegingen. Deze spanningen oppoken kan niet als een recept voor stabiliteit worden gezien.”
Egypte en Tunesië
De Bahreinse oppositie eist een echt representatieve regering, een aanvaarbare oplossing voor betwistingen over publiek bezit en naturalisatie, en een gezamenlijke inspanning om sektarische conflicten in te dijken. Als er een dialoog komt die geen antwoord biedt op de belangrijkste eisen van de opposanten, zal de VS nog meer “capaciteit en legitimiteit” verliezen om verandering zoals in Egypte en Tunesië aan te moedigen, vrezen waarnemers.
De grootste oppositiepartij al-Wefaq heeft de voorstellen van al-Khalifa en de VS naast zich neergelegd en weigert deel te nemen aan een nationale dialoog. Samen met andere groepen uit de oppositie noemen ze de komst van de GCC-troepen een “bezetting” en een belediging voor ongewapende burgers. “De aanwezigheid van buitenlandse troepen speelt sterk in de kaart van de tegenstanders die menen dat de regering van al-Khalifa onwettig is en niet kan worden vertrouwd”, aldus Diwan.
Zaterdag bracht de Amerikaanse defensieminister Robert Gates nog onaangekondigd een bezoek aan het land. Hij maande de machthebbers aan om drastische hervormingen door te voeren om tegemoet te komen aan het protest. Volgens berichten in de media waarschuwde Gates al-Khalifa dat aanhoudende onrust door de Iraniërs misbruikt kan worden, hoewel er geen bewijs is dat Iran het protest in Bahrein heeft aangewakkerd.
Iraanse invloed
Op verzoek van al-Khalifa trokken twee dagen later soldaten van de GCC het land binnen. Sommige waarnemers beschouwen dat als steun aan het regime, en een boodschap voor Washington en Teheran dat ze zich niet moeten bemoeien met de zaken in de Golf. “Ironisch genoeg staat de deur nu verder open voor Iraanse beïnvloeding. Door buitenlandse troepen uit te nodigen zet al-Khalifa net de eerste stap om het conflict over de grenzen van de nationale context te tillen”, verklaart Diwan.
“De kern van ware politieke macht in het Midden-Oosten verschuift van militaire macht in het voordeel van de VS, naar soft power in het voordeel van Iran en zijn bondgenoten”, meent Hillary Mann Leverett, een gewezen functionaris van de Amerikaanse Nationale Veiligheidsraad.
De VS hebben het komst van buitenlandse troepen niet expliciet veroordeeld. De regering-Obama reageert voorzichtig op het groeiende protest in Bahrein om de eisen van de oppositie niet in het gedrang te brengen. Tegelijk wil ze niet ongewild Iran een hefboom in handen geven om de Bahreinse oppositieleiders in het zadel te helpen.