Schotse onafhankelijkheid: geld en cultuur als inzet
Thomas Cruysberghs
17 september 2013
De inwoners van Schotland beslissen op 18 september 2014 in een referendum over hun toekomst: blijven ze deel uitmaken van Groot-Brittannië of gaan ze hun eigen weg? Voorlopig wijzen de peilingen op een voorkeur voor het behoud van de huidige situatie, maar de kiescampagne is nog lang.
In oktober vorig jaar zetten de conservatieve Britse premier Cameron en zijn Schotse tegenhanger Alex Salmond, de leider van de nationalistische SNP, hun krabbel onder het zogeheten Edinburgh Agreement. In dat officiële document staan enkele vage algemene voorwaarden uitgeschreven voor een Schots onafhankelijkheidsreferendum. Intussen werd de datum voor het referendum vastgelegd op 18 september 2014 en werd na lang gepalaver overeengekomen dat de vraag ‘Should Scotland become an independent country?’ op het stemformulier zal komen.
Momenteel ligt de referendummotie nog ter debat op tafel in het Schotse parlement, maar dat de volksraadpleging er komt, is vrijwel zeker. Het blijft echter vooral uitkijken naar de publicatie van premier Salmonds witboek in november. Daarin zullen de krijtlijnen voor de concrete organisatie van een mogelijk onafhankelijk Schotland staan. Vooral het hoofdstuk over de economische vooruitzichten zal op de meeste aandacht kunnen rekenen: een rijker Schotland is immers één van de belangrijkste argumenten dat de nationalisten naar voren schuiven.
Olie en gas
Volgens de onafhankelijkheidsgezinden zal een zelfstandig Schotland het volledige zeggenschap verwerven over de olie-inkomsten die de boorplatformen voor de Schotse kust genereren. De olie- en gaswinning vindt plaats in Schotland, luidt de redenering, en dus hebben de Engelsen niets te beslissen over de inzet van de opbrengsten. Die denkwijze valt in crisistijd tot op zekere hoogte te begrijpen, hoewel er dan meteen ook iets te zeggen valt voor de onafhankelijkheid van de Schotse Shetlandeilanden, op wiens grondgebied veel van de voorraden opgeslagen liggen.
Veel belangrijker nog dan de bedenking over het eigendomsrecht is de onzekerheid over de grootte van de reserves. Hoeveel olie en gas er precies in de zeebodem voor de Schotse kust zit, weet niemand, maar dat de voorraad eindig is, staat vast. Gevreesd wordt dat er de komende jaren fors geïnvesteerd zal moeten worden om de exploitatie rendabel te houden en dat men op langere termijn op zoek zal moeten gaan naar andere inkomstenbronnen.
Culturele eigenheid
Naast het economische vraagstuk zijn er ook nog culturele argumenten die meespelen bij de onafhankelijkheidsbeweging. Ook hier is het verhaal dubbel: Schotland kent al sinds het begin van de negentiende eeuw een — gedeeltelijk gecreëerde — culturele eigenheid en was in een verder verleden al gedurende honderden jaren een onafhankelijke staat.
Toch leeft er bij de meeste Schotten vandaag geen groot separatistisch gevoel, mede door de meestal goede verstandhouding met de Engelsen. Ook het feit dat Schotland sinds 1999 een eigen parlement met vrij verregaande bevoegdheden kent, houdt de grote groep gematigde kiezers voorlopig tevreden.
Prognose
Het referendum is nog ver weg, maar voorlopig wijzen de peilingen erop dat de nee-stemmers de bovenhand zullen halen. De onzekerheid die verandering met zich mee zou brengen, schrikt voorlopig meer af dan de lokroep naar volledig zelfbestuur. Ook de tegenzin van het Britse parlement, met premier Cameron op kop, doet de onafhankelijkheidscampagne geen goed. Tenzij er zich nieuwe ontwikkelingen zouden voordoen in de relaties van Schotland met de rest van Groot-Brittannië, zullen Salmond en de zijnen vermoedelijk hun kans missen en voor een poosje het zwijgen worden opgelegd.
© 2013 — C.H.I.P.S. StampMedia — Thomas Cruysberghs