‘De afstand tussen verkiezingsretoriek en broodnodig beleid wordt groter en groter’

Opinie

Profiteurs

‘De afstand tussen verkiezingsretoriek en broodnodig beleid wordt groter en groter’

‘Waar economische migranten lange tijd kop van Jut waren, zijn ze door de arbeidskrapte – decennia na onze zoektocht naar “gastarbeiders” – opnieuw in trek’, stelt MO*hoofdredacteur Jago Kosolosky vast. Die realiteit botst met het antimigratiediscours waar politici keer op keer naar teruggrijpen.

Perceptie, en de retoriek die eraan ten grondslag ligt, is vandaag allesbepalend in de politiek. Het is een van de kwalijke neveneffecten van de allesomvattende vermarkting. Wie de kiezer en diens buikgevoel napraat, wordt meer dan ooit met stemmen beloond. De primaat in ieder van ons, angsten en instincten incluis, toespreken is een succesformule.

Oorlogsmisdadiger en nazileider Hermann Göring wist dit al. Hij had het bij het rechte eind toen hij in een interview met de Amerikaanse psycholoog Gustave Gilbert stelde dat het volk ‘altijd kan worden overtuigd om naar de pijpen te dansen van de leiders’. Dat is gemakkelijk, zei het monster in Nürnberg. ‘Je hoeft ze alleen maar te vertellen dat ze worden aangevallen.’

In een moderne democratie met een vrijemarkteconomie is het vinden van een denkbeeldige agressor geen sinecure. Een handvol generaties geleden, voor de alfabetiseringsgolf en het algemeen enkelvoudig stemrecht, vormden de paupers het ideale doelwit.

Ook naburige naties konden lang geviseerd worden, in West-Europa nog tot na de Wereldoorlogen. Maar hen met de vinger wijzen is vandaag, door intensieve handel en samenwerking, nagenoeg onmogelijk geworden. En het wordt in onze superdiverse samenleving ook steeds moeilijker om expliciet leden van minderheidsgroepen te viseren.

Maar luie politici kunnen nog steeds rekenen op “de profiteurs”. Elke Vlaming kent die denigrerende term, die onder andere mensen zonder wettig verblijf (en tot voor kort ook economische migranten) omvat.

Mensen die hier al wonen en vaak al deel uitmaken van onze maatschappij, blijven in de kou staan.

De empathie voor mensen zonder papieren is beperkt, en dat maakt hen – in combinatie met hun afwezigheid in het publieke debat en in de stemhokjes – het mikpunt bij uitstek.

De afstand tussen dit soort verkiezingsretoriek en broodnodig beleid wordt groter en groter. Nergens is dit zichtbaarder dan op onze arbeidsmarkt. Waar economische migranten lange tijd kop van Jut waren, zijn ze door de arbeidskrapte – decennia na onze zoektocht naar “gastarbeiders” – opnieuw in trek. In 2021 al vertelde Bert Mons, gedelegeerd bestuurder van werkgeversorganisatie Voka West-Vlaanderen, aan MO*journalist John Vandaele dat we nood hebben aan ‘economische migratie van buiten de Europese Unie. Van hooggeschoolde mensen, maar ook van lager- en middengeschoolde.’

Er heerst nog steeds een internationale jacht op mankracht, dat blijkt uit de vele openstaande vacatures. Wie aan onze pensioenen denkt en naar de bevolkingspiramide kijkt, weet dat er zo snel mogelijk zoveel mogelijk mensen aan de slag moeten. En er zijn efficiëntere manieren om dat te bereiken dan te blijven investeren in het opjagen van kwetsbare mensen.

Het Ziekenhuis Oost-Limburg rekruteert vandaag verpleegkundigen in India. Agoria, Voka en de VDAB leiden al in het land van vertrek Marokkaanse – en in de toekomst mogelijk ook Senegalese en Nigeriaanse – IT’ers op ter voorbereiding van een komst naar België.

Maar mensen zonder papieren, die hier al wonen en vaak al deel uitmaken van onze maatschappij, blijven in de kou staan. Ze mogen niet werken en worden zo massaal het belastingontduikende zwartwerk en andere strafbare feiten in geduwd als ze willen overleven. De obstakels die we voor hen opwerpen, en de kosten daarvan, nemen steeds toe en zetten geen zoden aan de dijk.

Werknemers van buiten de Unie die wél mogen werken, blijken dan weer vaak de sociale zekerheid te financieren zonder er zelf van te kunnen genieten. Dat blijkt uit een nieuwe studie van het European Trade Union Institute, het onderzoekscentrum van de Europese koepel van vakbondsbewegingen EVV. Een verrassende conclusie, die volledig ingaat tegen de heersende perceptie en retoriek. De korte periode waarin sommige van die derdelanders in de Unie werken, sluit hen vaak uit van uitkeringen.

We laten deze werknemers dus wel onze sociale zekerheid financieren, maar ontzeggen hen de bijhorende rechten. Wat een bende profiteurs, die Europeanen.

Deze analyse werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

De internationale jacht op mankracht

Arbeid, het nieuwe goud