Drie boeken, twee rapporten, één hooggebergte
De Himalaya, waar sneeuw, mensen en moeilijke tijden samenwonen
‘De bergen leken oneindig, permanent, onveranderlijk. Maar ik wist dat ze op weg waren naar de zee, steen voor steen’, schrijft Erika Fatland wanneer ze na een tocht van een jaar de Himalaya achter zich laat. Wie schrijft over de Himalaya moet vandaag verder kijken dan yeti’s en gebedsvlaggetjes.
De Himalaya-regio is thuis voor 240 miljoen mensen, terwijl stroomafwaarts 1,65 miljard mensen afhankelijk zijn van water uit de bergen.
© Tom Claes
‘De bergen leken oneindig, permanent, onveranderlijk. Maar ik wist dat ze op weg waren naar de zee, steen voor steen’, schrijft Erika Fatland wanneer ze na een tocht van een jaar de Himalaya achter zich laat. Ze zag er onderdrukking en vrijheidsdrang, pessimisme en optimisme, religieuze dwang en diepe vroomheid. Wie schrijft over de Himalaya moet vandaag verder kijken dan yeti’s en gebedsvlaggetjes.
‘Bergen zijn altijd al plaatsen geweest waar laaglanders hun verbeelding de vrije loop konden laten’, schrijft Ed Douglas in Himalaya. A human history. En dat geldt met name voor de Himalaya – letterlijk: de woonplaats van de sneeuw. Het hoogste gebergte ter wereld heeft eeuwenlang gefunctioneerd als een enorm wit doek waarop alle bezoekers hun fantasieën konden projecteren, zegt Douglas: ‘Verbannen koningen, buitenlandse imperialisten, spirituele zoekers, zelfingenomen ontdekkingsreizigers, archeologen, missionarissen, spionnen, kaartenmakers, kunstenaars, hippies en alpinisten.’
Zijn opsomming is niet uitputtend, want ook cineasten, schrijvers en tekenaars putten uit de ‘verhalen over verborgen kennis en nieuwe horizonten, over plekken die zich ergens aan het einde der dingen bevonden, ergens aan de andere kant.’
De Noorse reisschrijfster Erika Fatland, bijvoorbeeld, is sinds haar kindertijd gefascineerd door de Himalaya, toen ze in boekjes van Donald Duck kennismaakte met een hooggelegen vallei die ‘Tralla La’ heette. De kinderliteratuur bracht haar naar dikke atlassen. ‘En nergens waren de namen magischer dan in de bruin-witte berggordel tussen China en India…’, schrijft ze in het recente Op grote hoogte. Een reis door de Himalaya.
Na de eerste kennismaking, als negentienjarige, met de chaotische Nepalese hoofdstad Kathmandu en de pizzatenten rond de Annapurna realiseerde ook zij zich dat de Himalaya zich niet laat beperken tot de dromen van spirituele toeristen en bergbeklimmers.
Ed Douglas voegt nog toe dat de mythen die over de Himalaya de ronde deden ‘bijna nooit de complexiteit en rijkdom van de culturen erkenden die zich doorheen millennia ontwikkelden, en die zo gevarieerd zijn als de bergen die hen geboetseerd hebben. Die culturen werden ofwel genegeerd, of ze werden door buitenstaanders toegeëigend om er winst uit te puren. Die spanning, tussen mythe en realiteit, treft de Himalaya vandaag nog altijd.’
De behoefte om te exotiseren en de daarbij horende projecties zijn inderdaad nog altijd actueel. Dat geldt voor Chinezen en Indiërs uit laaggelegen steden, maar ook voor westerse auteurs die zich bewust zijn van de valkuilen. Fatland benadert de Himalaya bijvoorbeeld niet alleen als een plek waar mensen wonen, maar ook als haar bestemming.
Daarom is ze soms evenveel bezig met haar visum en vertalers/gidsen als met de bewoners van steden, dorpen, valleien en haast onbereikbare bergen. En voor Douglas, een doorgewinterde bergbeklimmer, blijven de bergen in de eerste plaats fysieke uitdagingen, zelfs al schrijft hij een sterke en gedetailleerde geschiedenis van de regio.
© Tom Claes
Welke bergen?
De eerste vraag waarmee elke Himalaya-auteur worstelt is: waar begint en eindigt de Himalaya? Dat hangt kennelijk af van waar je dat vraagt. In Nepal beperkt het antwoord zich tot een kleine reeks bergen, terwijl het in de buurlanden gaat om de bergketens tussen de Indus in het westen en de Brahmaputra in het oosten. Of wie het liever in bergen dan rivieren uitdrukt: tussen de Nanga Parbat in Pakistan en de Namche Barwa in Tibet.
Geografisch gezien kan je de Himalaya zelfs niet echt scheiden van de meer westelijk gelegen ketens als Karakoram, Hindoekoesj, Pamir of Tien Shan. De permanente ijskappen van die gezamenlijke Euraziatische hooggebergtes worden de ‘Derde Pool’ genoemd, omdat de permanente ijsmassa’s er in omvang alleen moeten onderdoen voor de Zuid- en de Noordpool.
Het Hindu Kush Himalaya Assesment Report onderstreept met enkele cijfers dat het een grote vergissing is om over de Himalaya en aansluitende bergen alleen te spreken als ‘het dak van de wereld’. De bergen, gletsjers en rivieren zijn immers niet alleen van levensbelang voor wie in het hooggebergte leeft, maar ook voor enorme massa’s mensen in de laagvlaktes.
De Hindoekoesj-Himalaya, zegt het rapport, beslaat in totaal 4,2 miljoen km2 in acht landen en er ontspringen zeker tien grote stroomgebieden: de Indus, Tsangpo/Brahmaputra/Jamuna, Ganges, Yangtze, Huang He (Gele Rivier), Mekong, Salween, Irrawaddy, Amu Darya en Tarim. 240 miljoen mensen zijn rechtstreeks afhankelijk van het water, voedsel en energie uit de Hindoekoesj-Himalaya.
Ongeveer 1,65 miljard mensen die stroomafwaarts leven profiteren rechtstreeks of onrechtstreeks van de rijkdom die de bergen bieden, terwijl meer dan drie miljard mensen gebruikmaken van voedsel dat in de rivierbassins geproduceerd wordt. Kortom, elk boek over de Himalaya gaat over de toekomst van de mensheid.
© Tom Claes
Gletsjers, water en leven
‘De Himalaya is India’s belangrijkste natuurlijke rijkdom’, schreef de Indiase historicus Ramachandra Guha twee jaar geleden. Zijn opiniebijdrage voor het nieuwskanaal NDTV was een alarmkreet, omdat de Himalaya op steeds meer manieren bedreigd wordt: ‘Commerciële houtkap, open mijnbouw, enorme dammen en massatoerisme hebben al gezorgd voor een opstapeling van giftig afval, luchtvervuiling, verlies van wouden en biodiversiteit, achteruitgang van waterbronnen, aardverschuivingen en overstromingen.’ En Guha is lang niet de enige die zich zorgen maakt over de kwetsbare ecologie van het hooggebergte en de impact daarvan op miljarden mensen.
Begin januari werd die zorg pijnlijk actueel toen bleek dat het stadje Joshimath, in de Indiase bergstaat Uttarakhand, ontruimd moest worden. Het begon letterlijk weg te zinken in de bergwanden. Oorzaak: wegenbouw, waterkrachtcentrales en andere economische projecten die geen rekening hielden met de ecologische kwetsbaarheid van de bergen. ‘Een zorgvuldig berekende ramp’, noemde milieuactiviste Sunita Narain het in het blad Down to Earth.
Het hooggebergte kan écht onbewoonbaar worden, terwijl de landbouw stroomafwaarts ontregeld of zelfs onmogelijk kan worden.
Erika Fatland noteert tijdens haar lange tocht door de Himalaya op verschillende plaatsen verhalen over klimaatverstoring. Dat zijn geen ‘wetenschappelijke vaststellingen’, maar observaties van bewoners die nog weten wat voorgaande generaties vertelden over oogsten en seizoenen. ‘Vroeger was het hier groen’, citeert ze Lopsang, een paardenbegeleider in de afgelegen Nepalese Mustang-regio. ‘Aan beide zijden van de rivier stond hoog gras. Dit was goede landbouwgrond.’
Fatland vult zelf aan: ‘Aan de rechterkant van de bijna opgedroogde rivier was er geen teken van leven meer, aan de linkerkant stak hier en daar een armzalige graspol uit de grond.’ Een paar bladzijden verder praat ze met Topke Gurung, een van de weinigen die nog in zijn geboortedorp is blijven wonen: ‘De rivier was breed, het water kwam helemaal tot aan onze knieën, en je kon hier makkelijk aan landbouw doen. Ik teelde boekweit, mosterd, aardappels, radijs. Maar langzaam droogde de rivier op. Nu kan je hier niets meer telen, en de waterstand van de rivier zakt nog elk jaar.’
In een recent rapport bevestigt de VN-Milieuorganisatie (UNEP) dat de opwarming van het klimaat in het hooggebergte het dubbele bedraagt van de gemiddelde opwarming sinds 1960. Maar over de enorme oppervlakte van het Aziatische hooggebergte stellen de wetenschappers geen eenduidige patronen vast in de impact van die opwarming. Drie trends lijken vandaag te domineren: meer neerslag, smeltende gletsjers en toenemende onvoorspelbaarheid.
Het gevolg op korte termijn is dat er op sommige momenten meer water door de rivieren vloeit, al spreken de vaststellingen van Fatland dat tegen. Die neerslag zou een goede zaak kunnen zijn voor de landbouwers, maar hij is onvoorspelbaarder én meer geconcentreerd. Dat betekent meer erosie (en dus afvoer van vruchtbare grond naar het laagland), meer kans op overstromingen stroomafwaarts en toenemende kans op plotse dijkbreuken.
Zowel Pakistan als India hebben daar de jongste jaren mee af te rekenen. Op lange termijn dreigen rivieren droog te komen staan. In elk geval bedreigt de klimaatverandering de waterhuishouding waarvan honderden miljoenen mensen afhankelijk zijn. Het hooggebergte kan écht onbewoonbaar worden, terwijl de landbouw stroomafwaarts ontregeld of zelfs onmogelijk kan worden.
Lijnen op landkaarten
De brede Himalaya-regio staat niet alleen voor enorme uitdagingen op vlak van klimaat en biodiversiteit. Ook de geopolitiek van de hoofdsteden in het laagland is bepalend voor het leven in de bergen. Zo is er het intussen 75 jaar oude conflict tussen India en Pakistan over de vroegere Himalaya-staat Jammu en Kasjmir. Daarnaast betwisten India en China in totaal 9 gebieden die her en der verspreid liggen over hun 3380 kilometer lange grens. Zowel met Pakistan als met China vocht India intussen al een open grensoorlog uit in het hooggebergte, en de afgelopen jaren vermenigvuldigden zich de incidenten langs de Chinees-Indiase grens.
Die grensconflicten worden nauwelijks aangeraakt in het reisverhaal van Erika Fatland, en als ze toch opduiken is het bij wijze van korte notitie. Ed Douglas heeft wel oog voor de historische achtergrond van wat vandaag Chinees-Indiase onenigheid is. Die ontstond toen India nog de parel aan de Britse kroon was en China in chaos en burgeroorlog verkeerde. De Britten sloten bijvoorbeeld akkoorden met de Tibetanen om het concurrerende Russische imperialisme de pas af te snijden. En de Chinezen hadden in die periode geen greep op het uitgestrekte Tibetaanse rijk, maar erkenden na de communistische machtsovername niet de diverse lijnen die de Britten op de Himalaya-kaart hadden getrokken.
‘Lijnen op landkaarten zijn complex en gecompliceerd, omdat ze gaan over gecontesteerde gebieden en geschiedenissen, over concurrentieel staatsbestuur en symbolische uitdrukkingen van co-existentie’, schrijft Nirupama Rao in het vuistdikke boek dat ze helemaal wijdt aan de Chinees-Indiase grens. Rao stond tussen 2009 en 2011 aan het hoofd van de Indiase overheidsdienst Buitenlandse Zaken.
Ze schrijft dus geen neutrale analyse, maar biedt wel een weelde aan materiaal om het conflict vanuit Indiaas standpunt te bekijken. ‘Een consensus over de Himalaya blijft momenteel een visionaire maar onbereikbare droom’, schrijft Rao. ‘Intussen domineren westerse begrippen zoals centrum en periferie, grondgebied en grensgebied het discours over soevereiniteit.’
Die nationale soevereiniteit, stelt Rao terecht vast, zorgt voor gesloten grenzen waar vroeger zonder problemen handel gedreven werd. De mobiliteit van bergbewoners wordt opgeofferd voor ingebeelde nationale belangen. Ook Ed Douglas stelt dat de bewoners van bergen en valleien in vroegere tijden weinig hinder ondervonden van wat er aan de hoven of in de paleizen van de lagergelegen rijken omging. Met de komst van onafhankelijke natiestaten in de tweede helft van de twintigste eeuw werd de obsessie met grenzen, en vervolgens met controle alleen maar erger. Zowel Douglas als Fatland documenteren dat laatste uitgebreid voor het leven op het Tibetaanse plateau.
© Tom Claes
Panta rhei
De ware complexiteit van de Himalaya zit natuurlijk in de echte mensen en hun economieën, in de culturen en gemeenschappen die in zowat elke vallei verschillend zijn. Die menselijke factor is ook voortdurend in beweging, sneller nog dan milieu en klimaat. Zoals Fatland noteert als ze vanuit het vliegtuigraampje de laatste glimp van de Himalaya opvangt: ‘Ik had gezien hoe nieuwe autowegen zich als lintwormen van zwart asfalt een weg baanden door de valleien, met op hun rug de moderniteit die meereed. Ik had de leegloop van de dorpjes gezien, en de telefoons die met die aanlokkelijk kille schijn oplichtten tijdens de donkere avonden in de bergdorpjes van de Himalaya, net als overal ter wereld waar jongeren samenkomen. Alles is in verandering, altijd.’
Die laatste vaststelling zou zo kunnen komen uit de overwegingen van de Boeddha, die vijfduizend jaar geleden door deze bergen trok. ‘In het Westen is Tibet bijna synoniem voor boeddhisme’, stelt Ed Douglas vast. En dat boeddhisme, schrijft hij, wordt er gezien als ‘een op rijke filosofische inzichten gebouwd alternatief voor de milieuverwoestende consumptiemaatschappij die China gebruikt heeft om zijn economie te transformeren.
Maar in China vormen de Dalai Lama en Tibets regering in ballingschap pijnlijke herinneringen aan de vernederingen die China door gulzige imperialisten werden aangedaan.’ Alles is in beweging, en niets is wat het lijkt.
Zulke pseudomystieke overwegingen versluieren de harde realiteit. Onderzoekers stellen vast dat de productiviteit van de landbouw in het hooggebergte het voorbije decennium al met een kwart verminderd is. Dat leidt tot snel groeiende migratie, vooral van mannen, terwijl de levenskansen van, vooral vrouwelijke, boeren achteruitgaat.
Migratie als antwoord op ecologische degradatie en klimaatverandering laat zich voorlopig vooral binnenlands voelen, en de bevolkingsaantallen in het hooggebergte zijn klein. Maar in toenemende mate zet zowel de klimaatverstoring als migratie zich ook door in laaggelegen landbouwgebieden en rivierdelta’s in Bangladesh, India en Pakistan.
De bestemming van deze “klimaatvluchtelingen” is niet langer het binnenland maar Europa. Zij maken de kring tussen oorzaak en gevolg rond, en brengen de rekening van de smeltende gletsjers mee naar de plekken waar de fossiele uitstoot ontstond en accumuleerde.
Op grote hoogte. Een reis door de Himalaya door Erika Fatland. Uitgegeven door De Geus (2022). 683 blz. ISBN 978 90 445 4478 7
Himalaya. A human history door Ed Douglas. Uitgegeven door W.W.Norton & Company (2020). 580 blz. ISBN 978 0 393 54199 1
The Fractured Himalaya. India, Tibet, China 1949-1962 door Nirupama Rao. Uitgegeven door Penguin Random House India (2021). 609 blz. ISBN 978 0 670 08829 4
The Hindu Kush Himalaya Assessment. Mountains, Climate Change, Sustainability and People door Philippus Wester, Arabinda Mishra, Aditi Mukherji en Arun Bhakta Shrestha (eds.). Uitgegeven door International Centre for Integrated Mountain Development (ICIMOD) (2019). 638 blz. ISBN 978 3 319 95051 8
A Scientific Assessment of the Third Pole Environment door Tandong Yao en Deliang Chen. Uitgegeven door UNEP (2022). 64 blz. ISBN 978 92 807 3941 1
Deze recensies werden geschreven voor het lentenummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.