In Duitsland is het niet ok reclame voor abortus te maken. Wel toegestaan: abortus gelijkstellen aan de Holocaust
“‘Abortus als babyholocaust’
In Duitsland is het volgens het strafwetboek niet oké reclame voor abortus te maken. Wel toegestaan: abortus gelijkstellen aan de Holocaust.
De antiabortusflyer die in Duitsland ciculeert
kindermord.org
In november 2017 werd de Duitse gynaecologe Kristina Hänel uit Gießen tot een geldboete van 6000 euro veroordeeld, omdat ze op haar website informatie rond abortus gepubliceerd had. En reclame maken voor abortus is in Duitsland illegaal.
Op haar website was alleen informatie te vinden over de praktische kant van abortus: hoe verloopt de operatie en wat breng je best mee voor nadien. Volgens paragraaf 219a van het Duitse strafwetboek is echter alle mogelijke verstrekking van informatie rond abortus die tot een mogelijke bijdrage aan het vermogen van de arts kan leiden, strafbaar. Omdat ook haar eigen prijzen bij haar aangeboden diensten te lezen waren, werd de mededeling van het uitvoeren van abortussen door het gerecht als reclame gezien. Op 12 oktober van dit jaar werd Hänels veroordeling in beroep bevestigd.
De Duitse situatie rond informatie omtrent abortus doet een beetje denken aan de Amerikaanse Mexico City Policy, bij het grote publiek bekend als Global Gag Rule. Een gag rule is de Engelse term voor een discussieverbod over een bepaald thema bij wetgevende of uitvoerende machten. De Global Gag Rule verbiedt de Amerikaanse financiering van ngo’s die abortus aanbieden.
Republikeinse presidenten hebben sinds Ronald Reagan in 1984 maar al te graag de Policy ondertekend. Trump ondertekende de Gag Rule meteen op zijn eerste werkdag in het Oval Office, nadat Obama ze weer ongedaan gemaakt had. En Trump verscherpte de regel. Sinds vorig jaar wordt Amerikaans geld voor alle ngo’s wereldwijd die zelfs maar (informatie over) abortus vermelden geschrapt. Tot dan gold de Gag Rule vooral voor fondsen die familieplanning in de VS steunden.
In Keulen prijkte in de etalage van een christelijke boekhandel een flyer met het opschrift “Abtreiben [aborteren] macht frei”: een niet mis te verstane verwijzing naar het opschrift “Arbeit macht frei” op de ingangspoort van het concentratiekamp Auschwitz.
Duitsland heeft dus ook te maken met een dergelijk beleid, waarin het verschaffen van informatie over abortus afgestraft wordt. Wat wel legaal blijkt in Duitsland, is reclame tégen abortus. In Keulen prijkte in de etalage van een christelijke boekhandel een flyer met het opschrift “Abtreiben [aborteren] macht frei”: een niet mis te verstane verwijzing naar het opschrift “Arbeit macht frei” op de ingangspoort van het concentratiekamp Auschwitz.
Op de achtergrond van de flyer geen concentratiekamp, maar wel het kerkhof van Wiesbaden, en wel dat deel van het kerkhof waar ongeboren kinderen begraven liggen. Paragraaf 219a werd overigens in 1933 ingevoerd, een maand na de machtsovername door Hitler.
Karl Noswitz, de bezitter van de christelijke boekenwinkel, is bekend als anti-abortusactivist. De flyer, die vijf pagina’s lang is, noemt verder nog begrippen als Endlösung der Kinderfrage (refererend aan het begrip Endlösung der Judenfrage); abortusklinieken worden als Massenvernichtungsfabrik (massavernietigingsfabriek) omschreven. Beide eveneens bekende naziretoriek. Het doel is de link te leggen tussen de massamoord in Auschwitz en de gelijkaardige Massenvernichtungsfabrik die abortus volgens hen is.
Trump ondertekent de Mexico City Policy, bij het grote publiek beter gekend als “Global Gag Rule”. Achter hem zeven tevreden mannen
Whitehouse (CC0)
Ook Margarete Bause, parlemenslid voor die Grünen (de groene partij) kreeg de flyer onder ogen. Zij diende daarop in juni een klacht in tegen Noswitz, op grond van Volksverhetzung, een Duitse gerechtelijke term die verwijst naar de verstoring van de openbare orde en vooral in processen tegen ontkenning van de Holocaust ter sprake komt. Bauses aanklacht werd niet lang geleden verworpen.
Het Openbaar Ministerie in München ziet namelijk geen reden voor een verdere gerechtelijke procedure en verwijst daarbij naar het recht op vrije meningsuiting. Daarenboven zou de flyer volgens het Duitse parket niets te maken hebben met de ontkenning of banalisering van de Holocaust, maar zou het om kritiek op de beroepsactiviteit van gynaecologen gaan. En zulke kritiek is volgens de Duitse wet niet verboden.
Op het internet zijn vergelijkingen van abortus met de Holocaust geen zeldzaam geval. Er bestaan websites met de naam kindermord.org (de eigenaar is Noswitz) of babykaust.de. Specialisatie van die laatste: gynaecologen zoals Kristina Hänel, die abortus aanbieden, opsporen en aanklagen. Hun aanpak lijkt te werken. Hänel werd veroordeeld voor het aanbieden van informatie, terwijl babykaust-flyers – in een land waar het woord Holocaust nog steeds voor de nodige schroom en schok zorgt – rustig verder uitgedeeld mogen worden.