Academie voor anders denken

Blog

Academie voor anders denken

Academie voor anders denken
Academie voor anders denken

Toen ik na een dagje weg uit Ouaga over de verontrustende verkiezingsuitslagen in België en over de monsterscore van extreemrechts in Frankrijk en Engeland las, zag ik het even voor me: een flink kwart van de Vlamingen in gele T-shirts met daarop netjes geblokletterd de ‘kracht van verandering ‘…

Waar al die misnoegd verzuurde burgers zich precies door laten omkopen, is moeilijk te vatten maar dat het geen biljetten van vijf euro of foute T-shirts zijn, daar ben ik vrij zeker van. Dat houdt ook nog even de illusie gaaf dat ze zich voor hun keuze beroepen op het zelfstandig kritisch denken waar bijna iedereen in Vlaanderen echt wél de tijd en de luxe voor heeft. Dat ligt in Burkina Faso anders. De overgrote meerderheid van de Burkinabè heeft wel wat anders aan zijn hoofd dan politiek hersenwerk, hoe fundamenteel dat ook is voor de keuzes die in hun levens een verlossende ommezwaai zouden kunnen betekenen.

Referendum

De weg naar de presidentsverkiezingen in 2015 lijkt vaak al netjes geplaveid. Flink tegen de zin van de oppositie en de burgerbeweging Le Balai Citoyen is er almaar vaker sprake van een referendum over de wijziging van Artikel 37 van de Grondwet, dat nu een herverkiezing van president Blaise Compaore onmogelijk maakt. Als dat referendum er komt, zullen de biljetten van 1000 FCFA (nog geen 2 euro), de petjes en de T-shirts alomtegenwoordig zijn, en de uitslag van het referendum is dan een uitgemaakte zaak. Zodra Blaise zich opnieuw kandidaat kan stellen, zal dat scenario zich herhalen en dan zal Burkina Faso de prijs voor de ‘vrede’ nogmaals betalen met armoede en gesnoerde monden.

Petten en biljetten

Er zullen sterke politieke en maatschappelijke leiders moeten opstaan om dat tij te keren. Ik ben er – ondanks hun overduidelijke potentieel en mobiliserende kracht - niet helemaal van overtuigd dat de leiders van Le Balai Citoyen vernieuwend, creatief en integer genoeg zijn om dat te kunnen. De meeste oppositiepartijen hanteren bovendien dezelfde petten-en-biljetten strategie als de regeringspartij CDP; alleen hun budget is minder groot. De onderbuik van de Burkinese samenleving zou zich vaker mogen en moeten roeren. Ik kijk hoopvol naar het engagement van een aantal van de artiesten die regelmatig in Le Foyer over de vloer komen en naar dat van jongeren en ouderen die op de sociale media van zich afbijten. Later voel ik die hoop weer helemaal slinken.

Het is maar een T-shirt

Het gesprek met één van mijn medewerkers, een universiteitsstudent die met zijn salaris uit het restaurant zijn studies betaalt, staat me nog altijd fris voor de geest. Ik had hem er eerder al grappend op gewezen dat het restaurant geen plek was om aan politiek te doen. Toen hij enkele weken geleden opnieuw met zijn T-shirt van oppositiepartij ADF/RDA verscheen, riep ik hem bij me en ik vroeg hem nu bloedserieus om voortaan iets anders te dragen. Hij probeerde mijn ernst weg te lachen (‘komaan, Mien, het is maar een T-shirt’) en ik had alle moeite van de wereld om hem duidelijk te maken een T-shirt met een boodschap in de eerste plaats een boodschap is. Helemaal mooi werd het toen hij de pijn probeerde te verzachten door me toe te vertrouwen dat hij eigenlijk helemaal geen supporter is van ADF/RDA. Was ik Louis Paul Boon geweest, ik had hem eigenbenig een geweten geschopt…

Nieuwe doelen

Dat gesprek en een lange babbel met Claire, een jonge Franse actrice die al een paar maanden stage loopt in het Atelier Théâtre Burkinabè (ATB), wakkerden in elk geval mijn creatieve ongeduld aan. Nu mijn personeelsploeg eindelijk op zijn pootjes lijkt gevallen en Le Foyer rustig verder bolt op het ritme van fijne vrijdagse concerten en van nu eens heel drukke en dan weer lome luie dagen, is de boogschutter in mij druk op zoek naar nieuwe doelen om zijn pijlen op te richten.

Le théâtre au service du développement’ – zo veelbelovend luidt de baseline van het ATB. Zo mooi heeft zijn oprichter en bezieler Prosper Kompaore die ook jarenlang waar gemaakt. Alleen betekent ontwikkeling vandaag niet meer wat het dertig jaar geleden betekende. Het Festival International du Théâtre pour le Développement (FITD) dat hier in april even de site nieuw leven leek in te blazen, was niet meer dan een schim van wat het ooit moet zijn geweest. Voor de rest is het stil in de twee theaterzalen en de acteurs van het huis hangen meestal doelloos rond. Niemand lijkt bovendien te weten waar het in de nabije toekomst precies heen moet met het ATB.

Academie voor anders denken

Ik smeed een plan dat een antwoord zou kunnen bieden op zowel het gebrek aan inspiratie en energie binnen het ATB als op – een klein stukje van – het feit dat kritische zin en zelfstandig denken hier heel pover verankerd zitten in onderwijs en opvoeding. Ik denk voorzichtig aan een soort van ‘academie voor anders denken’, aan vormingen waarin individuele en groepsexpressie (theater, slam, dans, muziek, fotografie, …) in functie staan van bouwen aan zelfvertrouwen, van assertiviteit-zonder-arrogantie, van visievormen en met die visie aan de slag gaan, van loskomen van het veel te wijd verspreide ‘wiens brood men eet, diens woord men spreekt’, van de kracht van de boodschap zonder de blabla.

Au service du développement’ lijkt me vandaag te gaan over het herdenken van oude werkvormen en niet-zo-oude ideeën (bijv. die van Thomas Sankara) in het licht van brandend actuele uitdagingen zoals de politieke toekomst van Burkina Faso en maatschappelijke spoedgevallen zoals voedselzekerheid, gezondheidszorg, onderwijs. Het zou ook kunnen gaan over hoe solidariteit en bewegingsvorming niet noodzakelijk impliceren dat er om de vijf minuten ‘La patrie ou la mort, nous vaincrons!’ gescandeerd wordt. Over hoe dat krachtig model van verdraagzaamheid, de parenté à plaisanterie, een inspiratie zou kunnen zijn voor Afrika en de wereld. Of over hoe traditie en moderniteit op heerlijke manieren verbonden kunnen worden, zoals ik onlangs nog zag in het muzikaal project van kora-speler Tim Winsey en elektronica-componist Claude Gomez, en hoe ook dat een boodschap van onschatbare waarde is.

Een nieuw zaadje in een wondere wereld

Er is een nieuw zaadje geplant, dat zich de komende weken en maanden zal voeden met veel goede gesprekken, veel vragen en veel overwegingen. Intussen verdiep ik me met een boekhouder in de financiële gezondheid van Le Foyer en in alle verplichtingen waar ik – nu mijn onderneming niet meer echt informeel valt te noemen – aan moet voldoen. Ik weet ook dat de grens tussen rust en onrust dun is. Ik blijf wakker en waakzaam en vooral heel blij met de wondere wereld waarin ik me beweeg.