Staat Haïti op de drempel van radicale verandering, of op de rand van de afgrond?
“‘Algemene volksopstand in Haïti tegen armoede, corruptie en wanbeheer’
Het is ondertussen bijna 10 jaar geleden dat de gruwelijke beelden van de verwoestende aardbeving in Haïti alle nieuwsuitzendingen wereldwijd domineerden. Vandaag trilt de aarde opnieuw in Haïti, dit keer niet door een natuurramp, maar door de dagelijkse, steeds gewelddadiger wordende straatprotesten. Anders dan 10 jaar geleden, krijgt de crisis in Haïti vandaag echter maar weinig internationale aandacht.
Pèyi lòk: barricades in Port-au-Prince dwingen het openbare leven tot stilstand
© Pieter Thys
Peyi Lòk
Sinds ruim een maand ligt het openbare leven in Haïti nagenoeg volledig stil. Brandende autobanden en barricades van bijeengeraapt hout, ijzer en afval blokkeren de kruispunten en toegangswegen in hoofdstad Port-au-Prince en in verschillende andere steden van het land. Deze strategie werd door de radicale politieke oppositie “peyi lòk” (land op slot) gedoopt en heeft als einddoel om het onstlag van president Jovenel Moïse af te dwingen.
De operatie “peyi lòk” gaat gepaard met dagelijkse straatprotesten, die meestal vreedzaam beginnen maar naarmate de dag vordert vaak ontaarden in gewelddadige confrontaties met een erg hard optredende politie, brandstichting in openbare gebouwen, en plundering en vernieling van handelszaken.
Scholen blijven dicht, waardoor de meeste Haïtiaanse kinderen sinds het begin van het schooljaar nog geen dag les hebben gevolgd, en ook winkels, banken en pompstations sluiten uit voorzorg hun deuren. Ziekenhuizen functioneren niet of nauwelijks, en er dreigt een tekort aan water en voedsel.
Brandstofschaarste
De onmiddellijke aanleiding voor deze meest recente golf van protesten was een algemene brandstofschaarste aan het begin van de maand september, het moment waarop het nieuwe schooljaar van start moest gaan. Door de crisis in Venezuela heeft Haïti sinds 2018 geen toegang meer tot goedkope brandstof uit dat land en is het gedwongen om brandstof aan te kopen aan veel hogere prijzen op de internationale markt.
In juli 2018 probeerde de overheid de brandstofprijzen aan de pompen nog te verhogen om de rekeningen te kunnen blijven betalen, maar onder de druk van hevige straatprotesten moest de overheid de maatregel terug intrekken. De onbetaalde facturen stapelden zich op, brandstofleveringen werden steeds onregelmatiger, en begin september droogden de voorraden uiteindelijk op. De weinige brandstof die nog beschikbaar was vond zijn weg naar de zwarte markt waar ze tot op vandaag aan woekerprijzen wordt verkocht.
De brandstofschaarste was niet meer dan de lont aan het kruidvat van een reeds lang sluimerende populaire revolte tegen “het systeem”
Onder invloed van de brandstofschaarste schoten de prijzen van openbaar vervoer en levensmiddelen de hoogte in, en dit in een land waar 60% van de bevolking onder de armoedegrens leeft en de grootste moeite heeft om kinderen naar school te sturen of medische zorgen te betalen. De brandstofschaarste zorgde ook voor frequentere stroomonderbrekingen, want in Haïti wordt electricieit voornamelijk opgewekt via de verbranding van fossiele brandstoffen.
De recente protesten nemen almaar meer de vorm aan van een algemene volksopstand. De brandstofschaarste was immers niet meer dan de lont aan het kruidvat van een reeds lang sluimerende populaire revolte tegen “het systeem” dat onrecht, armoede en ongelijkheid genereert.
Dagelijks stromen duizenden manifestanten de straten op
© Pieter Thys
Het PetroCaribe dossier
Anderhalf jaar geleden startte een groep geëngageerde Haïtiaanse jongeren de zogeheten “PetroChallengers” beweging. Ze hadden maar één vraag voor de Haïtiaanse machtshebbers: ‘Kote kòb PetwoKaribe a?’ ofwel ‘Waar is het PetroCaribe geld naartoe?’
In 2008 tekende de toenmalige Haïtiaanse president René Préval een akkoord met de Venezolaanse overheid voor de levering van brandstof aan Haïti onder bijzonder aantrekkelijke voorwaarden: de Haïtiaanse overheid moest maar 60% van de factuur onmiddellijk betalen, en kon de resterende 40% over 25 jaar spreiden. Met de winst uit de verkoop van de brandstof aan privéverdelers in Haïti, richte de Haïtiaanse overheid een fonds op – het PetroCaribe fonds - waarmee het socio-economische projecten kon financieren.
Onder het bewind van Michel Martelly en zijn politieke partij PHTK werd het PetroCaribe fonds niet alleen erg slecht beheerd maar ook schaamteloos geplunderd.
Het PetroCaribe akkoord moest zuurstof geven aan de Haïtiaanse economie en toelaten om een meer onafhankelijke economische koers te varen, want Venezuela legde geen voorwaarden op wat betreft het beheer van de PetroCaribe fondsen. De PetroCaribe akkoorden waren een belangrijk onderdeel van de zogeheten “oliediplomatie” van Hugo Chavez, die de dominante positie van de Verenigde Staten in de regio wilde verzwakken en steun ronselen voor een Bolivariaanse revolutie in Latijns Amerika en de Caraïben. Het hoeft geen betoog dat de Verenigde Staten, onder druk van Amerikaanse oliemagnaten, alles in het werk stelden om het PetroCaribe akkoord te dwarsbomen. Zonder succes… of toch?
In 2010 werd Michel Martelly, een populaire volkszanger zonder politieke ervaring maar wel met sterke steun van de Verenigde Staten - die de weerbarstige president René Préval meer dan moe waren -, president van Haïti. Onder het bewind van Michel Martelly en zijn politieke partij PHTK werd het PetroCaribe fonds niet alleen erg slecht beheerd maar ook schaamteloos geplunderd.
Na een vernietigend rapport van een senaatscomissie, dwongen de jonge “Petrochallengers” het afgelopen jaar via allerhande creatieve acties bij het Nationale Rekenhof een voldragen audit af van het beheer van de PetroCaribe fondsen door opeenvolgende regeringen tussen de jaren 2008 en 2018.
De conclusies van de audit van het Nationale Rekenhof zijn hallucinant: een groot deel van de ruim 2,3 miljard dollar van de PetroCaribe fondsen die bestemd waren voor socio-economische projecten zijn grotendeels verkwist en verduisterd in allerhande schijnprojecten, en het PetroCaribe fonds is verworden tot niet meer dan een gigantische schuld aan Venezuela zonder positieve impact op de Haïtiaanse economie.
En de gewone Haïtiaan, die betaalt de rekening, want de overheid wil die schuld aflossen via verhoogde belastingen en de onvermijdelijke verhoging van de brandstofprijzen aan de pompen.
In het PetroCaribe dossier schuilt de woede van de Haïtiaanse bevolking tegenover haar president: Jovenel Moïse, huidig president van Haïti, die door zijn partij PHTK naar het presidentschap werd gekatapulteerd, wordt in de audits van het Rekenhof genoemd als oud-directeur van minstens 2 bedrijven die met onafgewerkte schijnprojecten PetroCaribe geld hebben verduisterd. Hij werd daarmee symbool van “het systeem” dat gekenmerkt wordt door het machtsmisbruik en de hebzucht van de Haïtiaanse economische en politieke elite die zich verrijkt ten koste van een straatarme bevolking.
Een groot kruispunt in het hart van Port-au-Prince werd omgedoopt tot ‘kruispunt van de weerstand’
© Pieter Thys
Kroniek van een aangekondigde dood
Het presidentschap van Jovenel Moïse leest als een kroniek van een aangekondigde dood. Wars van enige realiteitszin, beloofde Jovenel Moïse meteen na de verkiezingen aan elke Haïtiaan 24 uur op 24 electriciteit, een waardig inkomen, en elke dag voedsel op het bord, terwijl de economische realiteit vandaag de dag bikkelhard is voor de gewone Haïtiaan.
Het PetroCaribe dossier werd onder de mat geveegd als niet meer dan politieke propaganda, en een verschrikkelijk bloedbad in een arme, opstandige wijk van Port-au-Prince dat werd georkestreerd met medeplichtigheid van hoge functionarissen uit Jovenel Moïse’s eigen administratie bleef onbestraft. Maandenlang schuwde Jovenel Moïse elke openbare verschijning en bleef hij stil en schijnbaar onverschillig tegenover de snel bergaf gaande socio-economische situatie van het land.
Met de rug tegen de muur door dagdagelijkse straatprotesten, haalt Jovenel Moïse vandaag uit naar “het systeem” dat hem zou dwarsbomen, zonder zich rekenschap te geven van het feit dat “het systeem” hem aan de macht bracht. Jovenel Moïse heeft in de ogen van de Haïtiaanse bevolking alle geloofwaardigheid verloren, maar klampt zich vooralsnog vast aan zijn mandaat als democratische verkozen president.
De afgelopen weken trokken diverse sectoren van de Haïtiaanse samenleving - waaronder fabrieksarbeiders, religieuze groeperingen, en zelfs de nationale politie - de straat op in protest tegen de president.
Chaos in Port-au-Prince: de overheid is alle controle kwijt
© Pieter Thys
Op de rand van de afgrond of op de drempel van verandering ?
De vraag blijft echter of Haïti momenteel op de drempel van radicale, positieve verandering staat, of net op de rand van de afgrond. Hopend voor het eerste, kan men toch niet anders dan ook vrezen voor het laatste…
Het land is de afgelopen maand in totale chaos vervallen: de psychologische impact van het dagelijkse geweld en de materiële schade van de straatprotesten zijn enorm, de economie ligt aan flarden, gewapende bendes controleren grote delen van Port-au-Prince en er dreigt een acute humanitaire crisis. De internationale gemeenschap, die een lang verleden heeft van kwalijke interventies in Haïti, houdt zich deze keer opvallend afzijdig, wat door velen dan weer als een vorm van medeplichtigheid aan het regime wordt ervaren.
Wie Haïti wil veranderen zal een pervers systeem van corruptie, nepotisme en quasi-monopolies in handen van bijzonder machtige families moeten ontmantelen.
Jovenel Moïse mag dan wel het symbool zijn geworden van corruptie, wanbeheer en de onverschilligheid van de macht tegenover het lijden van de bevolking, de Haïtiaanse crisis gaat bijzonder diep en “het systeem” zit diep verankerd in de samenleving. Dat zal niet van vandaag op morgen veranderen.
Jovenel Moïse won de verkiezingen onder andere ook door een schrijnend gebrek aan visie, leiderschap en eensgezindheid bij de politieke oppositie. Het volk heeft echter genoeg van wat men ‘retire pye w pou mete pam’ noemt (‘trek je voet terug zodat ik de mijne kan zetten’), oftewel het eeuwig machtsspel tussen regering en oppositie waarbij de inzet niet zozeer verbeterde levensomstandigheden voor de bevolking, maar wel toegang tot macht en middelen lijkt.
Het uitzonderlijke leiderschap en de moed die nodig zal zijn om deze crisis te bedwingen en werk te maken van radicale verandering voor de Haïtiaanse bevolking, liggen niet voor het oprapen. Wie Haïti wil veranderen zal een pervers systeem van corruptie, nepotisme en quasi-monopolies in handen van bijzonder machtige families moeten ontmantelen. Dit is althans de verwachting van de woendende volksmassa’s op straat : ‘chavire chodyè a’ (‘de ketel omver werpen’), ‘rebat kat yo’ (‘de kaarten herschudden’), ‘chanje sistèm nan’ (het systeem veranderen’) zijn de slogans die elk protest begeleiden.
Temidden van de chaos, zijn er toch lichtpuntjes. Een nieuwe generatie van jonge, geëngageerde Haïtianen stapte op de voorgrond, liet zijn stem horen, en lijkt vastberaden om het systeem een halt toe te roepen. Haïtianen uit de armste lagen van de bevolking kwamen tot het besef dat de extreme armoede waar ze zich in bevinden het gevolg is van wanbeheer, corruptie en onbekwaamheid van de politieke klasse, en de hebzucht van de economische elite. Of dit tot radicale verandering kan leiden, blijft vooralsnog koffiedik kijken…