Noodkreten van duizenden vluchtelingen
“‘Brand, dromen en tranen op Lesbos’
‘Brand! Brand!’ is wat je vaak aangeleerd krijgt te roepen om aandacht of hulp te vragen bij noodgevallen. Het brandt in Griekenland, maar niemand die nog omkijkt bij de duizenden noodkreten van mensen op de vlucht.
© Dimitri Van Zeebroeck
Wat is je grootste droom? Het hele interview blijft ze kalm en kranig, vertelt ze hoe ze de zee overstak met haar drie dochtertjes, hoe ze in Moria leeft, over haar angsten en haar helse realiteit, maar wanneer ze gedwongen wordt na te denken over haar hoop, haar dromen, schieten haar ogen vol en rollen de tranen langs haar wangen.
Karima spreekt Farsi, dus ik begrijp haar antwoord in eerste instantie zelfs niet. Dat wordt pas later vertaald voor de film, die we aan het draaien zijn over Lesbos en zijn bewoners. Ik pik enkel op wat ik hier al zo vaak hoorde: ‘een normaal leven leiden en niet langer als een dier in een veel te kleine kooi, met duizenden gevangen zitten, elke dag opnieuw bang zijn. Een normaal leven.’
Intussen komt Isa, een twaalfjarige vlotte buurjongen, die maar al te graag gefilmd wil worden en zichzelf de volgende Ronaldo noemt, de krappe tent binnen met een lege capsule traangas, die op hun deel van het kamp werd afgeschoten door de politie. De nieuwsberichten spreken over twee doden, verschillende kampbewoners over meer. Het blijft onduidelijk hoeveel slachtoffers er werkelijk vielen tijdens de brand van zondagavond.
We krijgen video’s onder onze ogen geschoven, waarin de bewoners op de rand van een brandende container staan en een levenloos lichaam over de muur heffen in een deken. De vader van Isa haalt een verkoold blok ter grootte van een baksteen uit een plastic zak. Hij peutert het blok open: een koran. Langs buiten zwart, als een stuk hout na een kampvuur, maar binnenin zijn alle woorden nog leesbaar. Het enige wat er uit het vuur te redden was. Een mens zou voor minder beginnen geloven in God, op een plek waar alle aardse wonderen opgaan in rook.
Na de brand brak er paniek en onrust uit, die de politie trachtte te stoppen met traangas. Al blijkt dat het traangas ook gericht werd op plekken waar geen rellen plaatsvonden, en waar gezinnen met kleine kinderen, alsook zwangere vrouwen in hun tent lagen. Bewoners maken een gravend gebaar met de handen, als een hond die een bot zoekt, om uit te beelden wat hun reactie was om hun kinderen in de tent te beschermen: begraven onder lakens. Verschillende media spreken over “relschoppers”, maar hoe zou je zelf reageren, als je net een aantal kinderen en volwassenen, levend of dood, uit een brandende container moest halen omdat de brandweer en andere hulpdiensten niet op tijd waren om dit te doen? Het is niet de eerste brand in Moria, noch de eerste dode op deze bodem.
Artsen Zonder Grenzen was wel spoedig ter plaatse om slachtoffers te verzorgen, en werkte tot middernacht om snijwonden, fracturen en mensen met gevolgen van het traangas te behandelen en te transfereren naar het ziekenhuis. Onder de patiënten waren acht kinderen, waaronder een van twee maanden oud. ‘Het team is gechoqueerd na het tragische event van zondag. De situatie is op een breekpunt. Zoals al verscheidene keren aangegeven, moeten kwetsbare mensen dringend geëvacueerd worden naar een veiligere accommodatie’, aldus Simon Lagrange, verpleegkundige bij AZG en coördinator van de medische activiteiten in de Moria kliniek.
De dagen na de brand kwamen mensen de straat op om vreedzaam te protesteren tegen de onmenselijke leefomstandigheden, met leuzen als ‘Moria is de hel’ en ‘Wij willen vrijheid’. Mannen, vrouwen en kinderen trotseren de hitte, tot de politie hen dwingt terug te keren naar het kamp. Alternatief: meer traangas.
Ook Grieken en internationale hulpverleners verzamelden voor een manifestatie in de hoofdstad, om op te komen voor mensenrechten en in te gaan tegen het extreemrechtse beleid in Griekenland en Europa, dat tegen diezelfde rechten indruist. Cameraploegen en fotografen zijn elke dag van de partij. Of er eindelijk iets verandert aan de situatie, is een ander paar mouwen.
Niet enkel het aantal slachtoffers bij dergelijke incidenten, maar ook het effectieve aantal Moria-bewoners is flou. Sommigen berichten over 13.000, anderen speken van 15.000 inwoners. Moeilijk bij te houden, aangezien elke dag nieuwe boten aanmeren en de olijfboomgaard, het onofficiële deel van Moria kamp, almaar blijft groeien. ‘Moria no good’: de zin die ik vorig jaar zo vaak hoorde, wanneer ik hier als vrijwilliger werkte, en die nu nog steeds gescandeerd wordt.
Toen was de situatie al onhoudbaar, met 9000 mensen op een plek voor maximum 3000. Toen was het al wachten tot de bom ontplofte. Een jaar later: same same, but different. Dezelfde miserie, dezelfde onmenselijke toestanden, dezelfde verhalen en getuigenissen. Maar, meer mensen, nog langer wachten, nog minder hoop. Dat plekje in Europa waar alle hoop sterft. Die plaats op de wereld waar spreken over je grootste dromen geen glimlach, maar pijnlijke tranen op een jonge vrouw’s gezicht tovert.
Lize Van Dyck verblijft momenteel op Lesbos om ‘En route’, een documentaire, en een portrettenreeks voor MO* te maken over vluchtelingen, hulpverleners en locals op Lesbos, in samenwerking met Dimitri Van Zeebroeck, met de steun van het Fonds Pascal Decroos.