“‘De genadeslag voor de generaal’
Enige reserve bij het vroege victorie kraaien was duidelijk terecht vorige week. Ouagadougou had recht op een adempauze op de dag van het Offerfeest. Daarna ging het snel weer de verkeerde kant op in Burkina Faso.
Op vrijdag 25 september kwam de ministerraad voor het eerst sinds de staatsgreep weer bijeen. President Kafando en Premier Zida werden er met staande ovaties ontvangen. De gedelegeerd minister van veiligheid, kolonel Sidi Paré, die half juli nog de plaats innam van de geliefde minister Auguste Denise Barry en van wie vermoed wordt dat hij betrokken was bij de staatsgreep, was de enige afwezige. Hij werd meteen ontslagen.
Ook kolonel-majoor Boureima Kere, een oude krokodil van het regime Compaore die na eerdere oprispingen van de presidentiële garde RSP benoemd was tot bijzondere stafchef van de Présidence de Faso, werd uit zijn functies ontzet. De RSP zelf werd ontbonden en de militairen van het regiment kwamen onder het gezag van de stafchef van het leger. De opdracht tot ontwapening van de tot de tanden gewapende presidentiële garde ging meteen in.
De procureur-generaal van het Hof van Beroep besliste bovendien tot de blokkering van de bankrekeningen en andere goederen van de putschisten, van verschillende kaderleden van de CDP (de partij van ex-president Blaise Compaore) en van een aantal politieke partijen die betrokken waren bij de putsch.
Het loopt mis
De volgende dag al liep het mis. In het kamp Naaba Koom, waar de ex-RSP gekazerneerd was, ontstond er onrust tijdens de ontwapeningsoperatie. Een aantal hardliners weigerden daaraan mee te werken. De rust leek snel terug te keren en dezelfde avond nog publiceerde de stafchef van het leger een nota voor de reaffectatie van alle ex-RSP-leden in de verschillende andere regimenten. Ouagadougou balanceerde op een dunne koord tussen hoop en ongerustheid.
Op zondagavond 27 september moest de ontwapeningsoperatie uiteindelijk echt stopgezet worden, omdat de soldaten van de ex-RSP de mannen belast met de operatie aanvielen en weigerden zich over te geven. Putschist Gilbert Diendere liet weten dat hij en zijn getrouwen niet akkoord gingen met de unilaterale beslissing tot ontbinding van het regiment en de bevriezing van de bankrekeningen. Hij beschuldigde bovendien de bevolking van vergeldingsacties tegen zijn manschappen en hun families.
Impasse
Maandag kondigde de stafchef van het leger officieel een impasse aan. In de loop van de dag verscheen er een zeer verontrustend communiqué van de transitieregering: generaal Djibril Bassolé (voormalig buitenlandminister van Blaise Compaore en uitgerangeerde kandidaat voor de presidentsverkiezingen) had zich aan de zijde van Diendéré geschaard. Beangstigender nog was dat de regering weet zou hebben van jihadistische en buitenlandse dreigementen aan het adres van Burkina Faso.
Klaar voor de aanval
Gisteren, dinsdag, volgde dan de finale ontknoping. Dat gebeurde eigenlijk in alle stilte. Aan de bevolking werd gevraagd om de chique wijk Ouaga 2000, waar ook het presidentieel paleis én het kamp Naaba Koom van de ex-RSP zich bevinden, te mijden maar zich verder geen zorgen te maken. Het leven ging dus zo goed en kwaad als mogelijk zijn gewone gang. Tegen de middag raakte bekend dat Djibril Bassolé in zijn huis gearresteerd was, op verdenking van medeplichtigheid aan de staatsgreep en de excessen daarvan. Het kamp Naaba Koom werd intussen omcirkeld door een indrukwekkende troepenmacht. Drie vooraanstaande commandanten van de voormalige RSP lieten hun generaal in de steek en gaven zich over, samen met een honderdtal soldaten. Een driehonderdtal anderen bleven zich verschansen in Naaba Koom, aan de zijde van hun goeroe Diendere.
Game over
In de vooravond werd Ouagadougou opgeschrikt door drie zware knallen. Onmiddellijk sloeg de geruchtenmolen op hol. Mensen haastten zich naar huis.
Later bleek dat die angst nergens voor nodig was. Vanuit het kamp Lamizana (dat in het westen van de stad ligt) waren drie raketten op de lange afstand afgevuurd. Ze kwamen terecht op Naba Koom. Radio Omega (de eerste radio trouwens die de generaal met de grond gelijk maakte bij het begin van de crisis) zond een vooraf opgenomen boodschap uit van Diendere aan zijn soldaten: “geef jullie over, leg de wapens neer!” Diendere zelf had intussen al het hazenpad gekozen. Zijn auto, volgepropt met wapens, werd in Ouaga 2000 teruggevonden. Na een tevergeefse ronde langs verschillende ambassades vond hij uiteindelijk toevlucht in de Nonciature (de ambassade van het Vaticaan). Daar liet hij horen ter beschikking te staan van justitie. Iedereen wacht nu op het verlossende nieuws van zijn daadwerkelijke arrestatie. Intussen zijn alle posten van de ex-RSP in handen van het leger. De crisis is – op die ene arrestatie na dus – voorbij.
De transitie likt zijn wonden
De grote euforie lijkt uit te blijven en dat is misschien goed ook. Burkina Faso en de transitieregering likken sinds vanmorgen hun wonden, ze schrapen hun moed bijeen en ze maken zich op voor het langverwachte sluitstuk van dit historische jaar: de verkiezingen (die voorzien waren voor 11 oktober maar vanzelfsprekend enig uitstel zullen kennen).
Er ligt niettemin veel meer hooi nog op de vork van een ploeg die al behoorlijk wat stevig voer te verwerken heeft gekregen. De balans van de militaire operatie van gisteren is nog niet bekend. De voorlopige cijfers over de staatsgreep maken gewag van 11 doden, 271 gewonden, en een verlies van zeker 51 miljard FCFA. Het zijn – alweer – zware klappen voor een land en een bevolking die nog niet de kans hebben gekregen om te genezen van zevenentwintig jaar dictatuur en van de volksopstand die daar abrupt een einde aan maakte.
Lessen voor Afrika en de wereld
De beste remedie voor een hoopvolle toekomst zou nu een degelijk en diepgaand juridisch traject zijn. Gilbert Diendéré is letterlijk en figuurlijk de vertegenwoordiger van drie decennia straffeloosheid en neo-koloniale lippendienst. Als zijn proces oprecht en ten gronde wordt gevoerd en het aandurft om alle verantwoordelijkheden (ook die van het Westen) en linken (wapenhandel en jihadisme, de val van Khadaffi, de huidige vluchtelingencrisis in Europa, …) te situeren, is dit een uitgelezen kans voor de emancipatie van het land dat jarenlang het meest kleurloze van West-Afrika was. De lessen voor de rest van Afrika én voor de wereld liggen nu al voor het grijpen.