“‘Een kleine mooie ritselende revolutie’
Eergisteren bereikte de transitieregering in Burkina Faso een akkoord over de datum van de verkiezingen die eind dit jaar een nieuwe president zullen leveren. Radicalisering en polarisatie gooien grimmige schaduwen over een wereld die op vele plaatsen bloedt, maar hier wordt er nog altijd voorzichtig en vastberaden aan de hoop gebouwd.
De discussies laaien soms hoog op en de strijd tegen hardnekkige uitingen van ‘compaorose’ (de corruptie, het nepotisme, de hebzucht en de andere ondeugden die 27 jaar Blaise Compaore in de geesten heeft gezaaid) is lang niet gestreden maar het transitieproces gaat wel gestaag zijn weg.
Wortel schieten
Tegen het licht van de gebeurtenissen van de voorbije maanden leek en lijkt mijn eigen kleine mooie revolutie (© Lucebert) verwaarloosbaar. Niettemin is ze even reëel als die op politiek en sociaal vlak in Burkina Faso. Ze doet me bovendien net nog iets vaster wortel schieten in dit land dan al het geval was.
Op 28 oktober, de dag van de memorabele stakingsmars die de voorbode was van de revolutie die Blaise Compaore tot het verleden deed behoren, reed ik over een godverlaten weg van Bobo Dioulasso naar Kouremaganfesso, een klein dorp in het zuidwesten van het land. Ik zat achter op de moto van de man die een paar maanden eerder, tijdens zijn concert in Le Foyer, mijn hart had gestolen en dat vervolgens stap voor stap ook heeft veroverd. Armel, ook wel Art Melody, stelde me in het dorp voor aan zijn ouders, zijn broers en zijn twee, nog jonge, kinderen.
De wereld van Art Melody
Het was een intense ontmoeting met de wereld waarin hij is opgegroeid. Ook vandaag is er geen stromend water of elektriciteit en de kinderen die naar school gaan, lopen nog elke ochtend 5 kilometer naar hun veel te druk bevolkte klas. Het was ook een verwarrende mengeling van indrukken: het loodzware gewicht van de werkloosheid en het gebrek aan middelen, de vrolijke gulheid van de natuur in dat deel van Burkina Faso, de glanzende aubergines en tomaten die in de zon liggen te rotten omdat het vervoer naar minder vruchtbare regio’s onbestaande of onbetaalbaar is, de kinderen die elke dag tô (een vrij smakeloze pasta van maïsmeel) of rijst eten en daar ongezond bolle buikjes van krijgen, terwijl er zoveel groenten voor handen zijn, de ondernemende landbouwers die niettemin flink loon naar werk verdienen, … Het is die wereld die Armel – toen er geen geld meer was voor zijn studies – achter zich liet voor een jarenlange zoek –en zwerftocht door westelijk Afrika. Uiteindelijk kwam hij terug naar zijn geboorteland, vastbesloten om de wereld een geweten te schoppen en zijn brood te verdienen met de kunst die hij onderweg meesterlijk tot de zijne had gemaakt. Vandaag is hij één van de meest gerespecteerde hip hoppers in Burkina Faso en West-Afrika.
Onverwachte wendingen
Twee en een halve maand na het eerste bezoek reden we samen weer over die weg, deze keer met mijn ouders achter op onze beide moto’s. Wat bedoeld was als een kennismaking draaide tot onze verbazing uit op een informele verloving. In het dorp gelden nu eenmaal andere wetten. De vader van Armel, die tegelijk de naaba (chef) is van zijn dorp, wist zich met het bezoek van mijn ouders niet zo goed blijf. Het zijn de ouders van de man die de ouders van de vrouw horen te bezoeken in haar dorp, om hen daar de dot (bruidsschat) te overhandigen. Mijn ouders probeerden hem gerust te stellen met de verzekering dat het geluk van hun kinderen het enige is dat voor hen van tel is. Niettemin keerden we – na een intensieve dag vol begroetingen en bedankingen – terug naar Bobo met drie kippen en een jonge haan, twaalf eieren, een immense hoeveelheid arachidenoten en een flinke zak sesam. Armel en ik zaten er naar te kijken en lieten het ons glimlachend overkomen.
Huisje, tuintje, kindje
We zijn er klaar voor. Bij de jaarwisseling verhuisden we samen naar een groter huis, met zowaar een kleine tuin. Over enkele weken willen we de kinderen naar Ouagadougou laten komen, zodat ze eindelijk weer bij hun papa kunnen zijn, naar school kunnen en evenwichtiger kunnen eten en groeien. Een huis met een tuin en kindjes: ook daarvoor moest ik dus naar Burkina Faso komen!
Dat geluk op dit moment ook met mijn ouders mogen delen is prachtig. Zevenendertig jaar na hun vertrek uit het Zuid-Afrika waar ik ben geboren, zijn ze eindelijk terug op Afrikaanse bodem. Verbaasd, nieuwsgierig, geïntrigeerd, nu eens hoofdschuddend en dan weer mateloos bewonderend. De wereld die op zoveel plaatsen bloedt en zo weinig van zichzelf begrijpt, is hier dan toch weer een stukje kleiner en hechter geworden.