Wat hebben Braziliaanse soja-import en Belgische frietexport met elkaar te maken?
“‘Is dit echt de landbouw die we nodig hebben?’
Momenteel worden in de supermarkten vroege aardappelen uit Spanje en Israël aangeboden. Want, ja, onze Belgische patatten staan vooral in dienst van de exporterende frietindustrie. Is dit echt de landbouw die we nodig hebben?, vraagt Wereldblogger Luc Vankrunkelsven zich af.
Wouter Hagens / Wikimedia (CC BY-SA 3.0)
Op 17 april 1996 werden in de Braziliaanse Amazone 19 landloze boeren vermoord. Sindsdien werd deze dag internationaal uitgeroepen tot dag van de boerenstrijd. In Vlaanderen hielden Boerenforum en andere organisaties die zaterdag een actie rond ‘de moeilijke toegang tot grond’.
Terwijl Boerenforum, in samenwerking met diverse organisaties de internationale Boerenstrijddag in België vaste grond doet krijgen, doen de supermarkten in samenspraak met de Belgian Feed Association nog eens een charme-offensief i.v.m. “duurzame soja”.
Terwijl zaterdag in Oosterzele de focus vooral lag op “toegang tot grond”, had de actie zondag 18 april aan de aardappelfabriek van Clarebout in Frameries nabij Bergen als thema “export, gestuwd door agro-industrie versus boerenlandbouw en agro-ecologie”.
Moeten we met zijn allen fier zijn dat postzegel België de number one is in de export van aardappelproducten?
In Frameries was het alsof ik me aan de Amazonerivier in Santarém bevond. Cargill pootte daar illegaal een sojafabriek neer om de soja sneller op de schepen richting Rotterdam en China te kunnen laten vertrekken.
Cargill spreekt over “duurzame” soja, zoals Delhaize en co het over hun ambities van zogenaamd duurzame soja hebben. De megafabriek van Clarebout werd er ook aanvankelijk zonder vergunning neergezet. Maar zoals in Brazilië wordt dat achteraf wel “geregeld”.
Silo’s aan beide kanten van de oceaan
In Brazilië zie ik nu in bijna heel het land immense sojasilo’s staan. In Frameries staan ook enorme silo’s om aardappelen op te slaan en een fabriek waar de diepgevroren aardappelproducten voor de export zitten te wachten.
België voert 90 procent van zijn aardappelproducten uit en bedreigt zo kleine familiale boeren, bv. in de Andes, waar de aardappel nota bene oorspronkelijk vandaan komt.
Het is weekend en toch staan er drie diepvriesmastodonten van vrachtwagens: uit Italië, Roemenië en Polen. Dat is nog wel in Europa, maar er heerst al jaren een frietoorlog tussen België en Brazilië; tussen België en Colombia.
Dat verhinderde de Vlaamse en Waalse Ministers van landbouw niet om met de Coronacrisis de gedupeerde aardappelsector ieder 10 miljoen euro toe te schuiven. 20 miljoen samen dus. Crevits gaf zelfs nog 1 miljoen euro om een nieuwe aardappelfabriek van Aviko Belgium in Poperinge te bouwen. Deze fabriek zal een jaarlijkse productiecapaciteit hebben van 175.000 ton diepgevroren frieten en 11.000 ton aardappelvlokken.
België voert 90 procent van zijn aardappelproducten uit en bedreigt zo kleine familiale boeren, bv. in de Andes, waar de aardappel nota bene oorspronkelijk vandaan komt. Onze Noord-Zuidrelaties worden door deze praktijken verziekt, maar ook de relatie met duurzame boerenlandbouw in België/Europa, de relatie met een gezonde bodem, volksgezondheid, (agro)biodiversiteit, etc.
Is dit echt de landbouw die we nodig hebben, in tijden dat we dringend actie moeten ondernemen om de extreme opwarming van de aarde tegen te gaan? Diepvriesproducten naar Brazilië of Roemenië vervoeren hoort daar niet echt bij.
Reconversie mijnen?
Voorlopig worden de frieten van Clarebout nog in Komen geproduceerd en in Frameries opgeslagen en geëxporteerd. De bedoeling is om er nog een grote fabriek naast te zetten om de frieten daar ter plekke te produceren. Dat zou 2800 ton per dag meebrengen en een veelvoud aan vrachtwagens.
Zoals de fabriek in Santarém de ontbossing aanzuigt voor soja-monocultuur, zo hypothekeren mega aardappelfabrieken onze Vlaamse en Waalse akkers.
We zitten in de Borinage. De terrils van de voormalige mijnindustrie zijn nog goed zichtbaar. Het industrieterrein ligt tussen deze historische heuvels. Het is goed dat er reconversie kwam voor de teloorgegane mijnbouw, maar hoort zo’n megapatattenfabriek daarbij? De plaatselijke bevolking verzet er zich alleszins heftig tegen.
Zoals de fabriek in Santarém de ontbossing van Amazone en Cerrado aanzuigt voor soja-monocultuur, zo hypothekeren deze en andere fabrieken onze Vlaamse en Waalse akkers. Het zwengelt de vernietigende, veel gif gebruikende monocultuur van aardappelen in ons land aan. Samen met de diepvriesgroenten jagen ze mee de grondprijzen op.
Moeten we met zijn allen fier zijn dat postzegel België de number one is in export van aardappelproducten? Wie wordt in Brazilië beter van de (duurzame) sojawaanzin? Wie wordt in België beter van deze friethistorie? Of van de diepvriesindustrie in West-Vlaanderen?
Duurzaam met geweld en gif
Hoe kan de overzeese soja ooit duurzaam genoemd worden, als het om gebieden gaat die vijftien jaar geleden nog illegaal ontbost werden en waar volkeren verjaagd en vergiftigd worden? Vliegtuigen spuiten landbouwgif, dat in Europa geproduceerd wordt, maar waarvan het gebruik op ons eigen continent verboden is.
De soja wordt vervolgens soms 2000 km. per camion over het land vervoerd en dan 10.000 km. met erg vervuilende zeeschepen naar onze voedertroggen. Is deze energiebalans ooit gemaakt? Wordt deze CO2-uitstoot in al de schakels meegeteld bij de uitstoot van onze zó geroemde Vlaamse landbouw(export)?
Er zijn hoopvolle initiatieven. Omdat de sojaprijs, omwille van de groeiende vraag van China, structureel hoog blijft, begint dezelfde Vlaamse Minister van Landbouw onderzoek te stimuleren naar eigen eiwitbronnen voor onze Vlaamse akkers. Misschien kan ze ook eens onderzoek financieren naar agro-ecologische aardappelteelt.
Momenteel worden in de supermarkten vroege aardappelen uit Spanje en Israël aangeboden. Want, ja, onze Belgische patatten staan vooral in dienst van de exporterende frietindustrie.