“‘Haïtiaanse bevolking eist het recht op informatie en participatie’
Op 17 maart hield het Inter-Amerikaanse Comité voor de Rechten van de Mens een bijzondere zitting. Op vraag van Haïtiaanse mensenrechtenorganisaties, waaronder partnerorganisaties van Broederlijk Delen, werd de Haïtiaanse overheid er ter verantwoording geroepen voor grove schendingen van het recht op informatie. De overheid stuurde haar kat naar de zitting, maar mensenrechtenactivisten legden niettemin een vernietigend dossier op tafel…
Ile-à-Vache. Een klein eilandje op een steenworp van de zuidkust van Haïti.
Om en bij de 20.000 mensen leven er van kleinschalige landbouw, veeteelt en visvangst.
In de 17de eeuw maakte de beruchte piraat Henry Morgan van het eilandje de uitvalbasis voor zijn rooftochten, en in de eeuwen erna behield Ile à Vache een aparte plaats als een stukje quasi ongerepte natuur in de Caraïben…
Totdat de Haïtiaanse regering op 13 mei 2013 het volledige eiland en de omliggende zee per presidentieel arrest tot een zone gereserveerd voor toerisme uitriep.
De bewoners van het eiland, die geen toegang hebben tot moderne media, vernamen het nieuws via de radio of via de geruchten die van op het vasteland overwaaiden. In oktober 2013 legde Eerste Minister Laurent Lamothe de eerste steen van de geplande internationale luchthaven en andere infrastructuurprojecten. Pas in oktober maakte minister van toerisme Stéphanie Villedrouin een tiental minuten vrij om de eilandbevolking op de hoogte te brengen van de plannen die ze heeft met hun eiland.
In diezelfde maand organiseerden bezorgde bewoners van het eiland zich in het actiecomité Action Citoyenne pour l’Ile à Vache en eisten het recht op informatie en participatie op. De Haïtiaanse overheid reageerde op de eerste tekenen van protest door een extra vrederechter op het eiland te installeren en het politiekorps te versterken met 40 gespecialiseerde agenten. Verschillende bewoners van Ile à Vache werden sindsdien het slachtoffer van geweld en intimidatie vanwege hun protest tegen de overheidsplannen.
Bewoners van de benedenstad van Port-au-Prince op het puin van hun huizen.
© Pieter Thys
Het centrum van Port-au-Prince. Op zaterdag 31 mei 2014 horen de bewoners van de benedenstad het geluid van luidsprekers die hen aanmanen hun huizen onmiddellijk te verlaten. Een kwartier later beginnen bulldozers met het afbreken van de woningen die families hebben gebouwd op wat overbleef van de benedenstad na de verwoestende aardbeving van 12 januari 2010.
De afbraakwerken kaderen in een controversieel presidentieel arrest dat een zone van 30 hectare van de benedenstad tot zone van publiek nut verklaarde om er het nieuwe administratieve centrum van het land op te bouwen. In tegenstelling tot wat de Haïtiaanse wetgeving vereist, werden er nooit concrete plannen publiek gemaakt voor dit project en werden de onteigende mensen niet vergoed voor ze uit hun huis werden ontzet. Een aantal mensen bevond zich nog in hun huizen op het moment van de afbraakwerken en moesten hebben en houden achterlaten om zichzelf en hun kinderen te redden.
Tot op vandaag zijn de aangekondigde werken voor de hernieuwing van de benedenstad niet opgestart en werden slechts een handvol onteigende bewoners vergoed.
De impact van mijnexploraties op het leefmilieu in het Noordoosten van Haïti.
© Pieter Thys
Het Noordwesten van Haïti. Verschillende landelijke gemeenschappen werden de voorbije jaren opgeschrikt door de plotse aanwezigheid van mijnbouwbedrijven die, zonder de bevolking te informeren of toestemming te zoeken, exploraties opstarten op zoek naar goud, koper, zilver en andere mineralen.
De exploraties gebeuren vaak op private gronden zonder de toelating van de eigenaars. In heel wat gevallen laten de bedrijven diepe putten achter die een gevaar vormen voor kinderen en voor het vee van de boeren. De bedrijven zouden naar verluidt de toestemming van de Haïtiaanse regering hebben voor de exploratie en exploitatie op een gebied van 2,400 vierkante kilometer.
Nochtans beschikt Haïti niet over een mijnwet die door het parlement is goedgekeurd, en in 2012 plaatste het parlement zelfs een moratorium op alle exploraties.
In 2014 startte de regering een project op in samenwerking met de Wereldbank om een nieuwe mijnwet te formuleren. De civiele samenleving en het parlement werden in dit proces niet geconsulteerd en de mijnwet is nooit officieel bekrachtigd. Toch werd verschillende mijnbouwbedrijven door de overheid een concessie toegekend.
Op het terrein beschadigen hun exploratieactiviteiten de velden van kleine boeren en brengen zij het milieu ernstige schade toe. Verschillende kleine boeren troffen met grote verbazing hun namen en valse handtekeningen terug op documenten die zij zouden hebben ondertekend voor akkoord met de bedrijven…
Roosevelt Jean-Félixin dialoog met het Inter-Amerikaanse Comité voor de Rechten van de Mens.
© Pieter Thys
Haïtiaanse mensenrechtenorganisaties bundelden de krachten om de vele schendingen van het recht op informatie en participatie van de bevolking bij de projecten van haar overheid aan de kaak te stellen. Het Observatoire des Mégaprojets en het kolektif Jistis Min trokken naar Washington en traden er in dialoog met het Inter-Amerikaanse Comité voor de Rechten van de Mens.
Roosevelt Jean-Félix, medewerker van de Broederlijk Delen partner POHDH, nam er het woord voor het Observatoire des Mégaprojets. De Haïtiaanse mensenrechtenorganisaties maakten een kritische analyse van de ontwikkelingsplannen van de Haïtiaanse overheid, en stelden daarbij vast hoe de participatie en het recht op informatie van de bevolking daarbij van geen tel lijkt te zijn.
Hoewel het zitje van de Haïtiaanse overheid leeg bleef, werd het een boeiende audiëntie, waarbij het comité zich engageerde om de kwestie van naderbij te zullen opvolgen.