Stijn Sintubin
“Fit for purpose” of “slim for purpose”?
“‘IAO en ontwikkelingssamenwerking: fit of (te) slank?’
De jaarlijkse Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie maakte een grondige oefening van haar ontwikkelingssamenwerking, voorbereid in een bijzondere commissie. Want ook de IAO heeft een hele serie ontwikkelingssamenwerkingsprogramma’s lopen met nationale overheden.
UN Women (CC BY-NC-ND 2.0)
De jaarlijkse Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie maakte een grondige oefening van haar ontwikkelingssamenwerking, voorbereid in een bijzondere commissie. Want ook de IAO heeft een hele serie ontwikkelingssamenwerkingsprogramma’s lopen met nationale overheden. Het doel van deze samenwerking is om nationale overheden te ondersteunen om hun wetgevend kader en overheidsapparaat in lijn te brengen met de Conventies van de IAO en om ratificatie hiervan te promoten.
Er worden ook specifieke thematische programma’s ontwikkeld, zoals de strijd tegen kinderarbeid, aids en gezondheid op het werk, Better factories in Cambodia en _Better wor_k elders in Azië. Ook de sociale partners van die landen krijgen vanuit deze samenwerkingsprogramma’s steun.
De IAO geeft hen technische assistentie. Het belangrijkste instrument daarvoor zijn de landenprogramma’s voor waardig werk (Decent Work Country programs). Deze programma’s vormen de roadmap voor de IAO om in en bepaald land samen met de sociale partners en de overheid de waardig werk agenda te bewerkstelligen. Deze programma’s hebben een duur van gemiddeld 4 à 5 jaar en worden in tripartiet overleg uitgewerkt, tussen overheden, werkgevers- en werknemersorganisaties.
Belangrijke kwesties: hoe omgaan met de SDG’s of Agenda 2030? Wat met de hervorming van de VN? En wat met de financiering van ontwikkeling door de privésector?
De laatste herziening en bespreking van de ontwikkelingssamenwerkingsstrategie van de IAO dateert van 2006. Ondertussen is er in de wereld van ontwikkelingssamenwerking veel gebeurd. Onder andere het proces van Parijs in verband met ontwikkelingsefficiëntie (met opeenvolgende high level meetings in Accra, Busan en Nairobi). Verschillende topbijeenkomsten rond klimaatverandering, waarvan de laatste in 2016 in Parijs (de COP21). De hervorming van de VN- instellingen. De Sustainable Development Goals (SDGs) van de VN.
Redenen genoeg om na 12 jaar eindelijk de strategieën en prioriteiten van de IAO-aanpak inzake ontwikkeling onder de loep te nemen en te hervormen.
Belangrijke kwesties: hoe omgaan met de SDG’s of Agenda 2030? Wat met de hervorming van de VN? En wat met de financiering van ontwikkeling door de privésector?
SDG’s 2030 als nieuwe driver
De SDG’s s vormen de ontwikkelingsdoelen waaraan iedereen - overheden, instellingen en civiele maatschappij - moeten deelnemen. De 17 doelen en hun 160 indicatoren moeten worden bereikt worden tegen 2030. De baseline van de SDG’s s - leaving no one behind - spreekt voor zich. Armoedebestrijding staat centraal.
Maar ook de Waardig Werk Agenda van de IAO zit volledig in deze SDG’s geïntegreerd, met onder andere referenties naar sociale zekerheid in SDG 1, gendergelijkheid in SDG 3, waardig werk in SDG 8, en SDG 16 heeft zelfs een indicator over vrijheid van vereniging… Logischerwijze staat de algemene discussie over de ontwikkelingssamenwerking van de IAO volledig in het teken van deze duurzame ontwikkelingsdoelstellingen.
Met de centrale vraag hoe de IAO efficiënter zal kunnen bijdragen tot het bereiken van de SDGs. Hierover is iedereen het eens.
IAO vermalen?
‘Als je geen plaats aan de tafel hebt moet je je ongerust maken of je misschien op het menu staat’. Deze uitspraak van een Afrikaanse collega maakt het duidelijk. Krijgt de IAO een degelijke plaats in de nieuwe structuur van de VN of wordt de IAO door de andere VN-instellingen ‘opgegeten en verteerd’? De voorliggende hervormingen zijn immers bijzonder drastisch. Ze beogen duidelijk besparingen door middel van een betere samenwerking, zelfs samensmelting tussen de verschillende VN-agentschappen. Met als bedoeling om door schaalvoordelen meer middelen naar de acties en de projecten te sturen. Daar kan niemand op zich tegen zijn.
Op dit moment is er al veel beslist, maar ook nog veel onduidelijk. De algemene vergadering van de VN keurde op donderdag 31 mei, midden in onze discussie goed dat alle de programma’s in de landen alle worden gecentraliseerd in een programma, namelijk de UNDAF (UN Development Assessment Frameworks). Bovendien wordt telkens een centrale coördinator aangesteld (_UN resident coordinato_r). Die krijgt eigenlijk alle macht om te beslissen welke agentschappen in een land actief kunnen zijn, welke fondsen er aan worden gelinkt en voor wat precies, welke programma’s er zijn…
Maar wat dan met de specificiteit van de IAO, zoals het tripartisme, de sociale dialoog, het kader van internationale normen, het supervisie mechanisme voor deze normen… ? Dat zijn stuk voor stuk elementen die de sociale partners niet zomaar willen opgeven binnen een nieuwe structuur van de VN.
Ook de Waardig Werk landenprogramma’s moeten de basis vormen van de actie van de IAO binnen die fameuze UNDAF’s.
De optimisten zien ook mogelijkheden voor de IAO in deze hervorming. Misschien kan de IAO haar normatief kader en mechanisme, evenals haar tripartite beheersmethode ook wel binnen de vernieuwde VN propageren. Dat valt nog te bezien. De sociale partners zijn het er in ieder geval over eens dat ze dit niet lijdzaam moeten ondergaan. Want als ze dit verliezen, dan staan ze wel op de menukaart.
Privédollars
Almaar meer ziet men in de privésector het wondermiddel om het bereiken van de SDG’s te financieren. Tja, ergens moet het geld van komen, gezien de officiële ontwikkelingshulp van de overheden nog ver onder de in 1970 reeds vastgelegde norm van 0,7% van hun BBP zitten.
Almaar meer ziet men in de privésector het wondermiddel om het bereiken van de SDG’s te financieren.
Ook bij de IAO stelt men zich de vraag om meer middelen van de privésector in de ontwikkelingsprogramma’s te loodsen en dit zelfs met - zoals het in het vakjargon heet- ‘innovatieve financiële instrumenten’. De werkgevers zien dit natuurlijk zitten, watertandend bij de nieuwe afzetmarkten in het Zuiden. En dan liefst ook nog zonder enige voorwaarde als het kan.
De werknemersgroep is zeker niet tegen privé-inbreng, naar analogie van het gezegde van een Chinees politicus: ‘de privésector is een vogel en die moet vrij kunnen vliegen, maar dan wel binnen een gouden kooi’.
Het goud van die kooi zijn de internationale arbeidsnormen van de IAO, principes van transparantie en verantwoordelijkheid…. Hierover zijn we het nog niet eens.
Fit or slim? De hamvraag
Het basisrapport voor de algemene discussie, opgemaakt door de experten van de IAO zelf, stelt dat de IAO ‘fit for purpose’ (geschikt voor het doel) moet worden om te overleven. Het is te hopen dat de IAO noch op financieel vlak, noch op het vlak van haar functioneren, mandaat en principes ‘_slim for purpos_e’ (te zwak voor het doel) wordt.
Alle documenten van deze discussie op de Internationale Arbeidsconferentie vind je op de website van de IAO.