“‘Licht ontvlambare verkiezingen in Burundi’
24 maart, een avond in Bujumbura. Zoals gewoonlijk staan hier en daar groepjes mensen gebogen over een draagbare radio. Er wordt gefluisterd, en kritisch geknikt. Gsm’s doen dienst als mobiele radio’s en al snel wordt het tumult van de chaotische binnenstad overheerst door één en dezelfde stem: die van de berichtgever op FM 93,7 MHz oftewel ‘Radio Publique Africaine’, met als hoofdonderwerp: de verkiezingen 2015 en ‘la pénurie d’essence’.
Sinds begin deze week wordt het land geteisterd door een nijpend tekort aan benzine.
Zoals vele anderen rijden we wat verloren rond, de benzinemeter flirtend met de nul, hopend een tankstation te vinden waar enkele schaarse liters ons met wat geluk nog even gaande kunnen houden.
In Rohero II, quartier des anciens riches, vinden we een tankstation waar leven is.
Tientallen taximoto’s, fietsers met kleine jerrycans, en een veelvoud aan wagens verdringen elkaar om zo snel mogelijk bij de pomp te raken. Op de gezichten van de wachtenden staat ongeduld, wanhoop en soms zelfs woede te lezen.
Zoals vele anderen rijden we wat verloren rond.
Sommigen staan hier al sinds gisterenavond; velen zijn rechtstreeks afhankelijk van hun voertuig om brood op de plank te krijgen.
Op een balkon kijken enkele mannen gezapig toe; chaos fascineert zo blijkt. Centraal in het gewoel staat een streng ogende vrouw alles kordaat te dirigeren. Wanneer we haar voorzichtig vragen of het zin heeft aan te schuiven, antwoordt ze bits dat niemand meer dan 15 liter krijgt.
Voor wij ooit aan de beurt zijn, blijft er ongetwijfeld niets meer over. De moed zakt ons in de schoenen, zelf Burundi’s ‘Article XV; on se débrouille’ brengt voor één keer geen raad.
Arusha vredesakkoorden
In 1993 trokken de Burundezen voor het eerst sinds de afhankelijkheid van België (1962) naar de stembus. Melchior Ndadaye werd verkozen als eerste Hutu-president, en dit tot ergernis van het Burundese leger, overwegend bestaande uit Tutsi’s.
Ndadaye, de ‘held van de democratie’, werd tijdens een militaire coup vermoord wat het begin van een jarenlange burgeroorlog betekende. Door de vredesakkoorden van 2000, opgesteld in Arusha (Tanzania) kwam een eind aan een lange oorlog met honderdduizenden slachtoffers tot gevolg. Sinds Arusha zwaait president Pierre Nkurunziza, ex-rebellenleider tijdens de burgeroorlog, al tien jaar lang de plak in Burundi.
In principe verbieden de vredesakkoorden een derde mandaat, maar alles lijkt er voorlopig op te wijzen dat Nkurunziza dit toch van plan is.
(Brand)stof tot nadenken
Iedereen voelt dat de rust in het land opnieuw even aan een zijden draadje hing.
Dat er druk naar RPA geluisterd wordt is geen verrassing; de laatste weken werd het land geplaagd door een opeenvolging van opmerkelijke gebeurtenissen waar niemand volledig vat op lijkt te krijgen.
Enkele weken geleden verdween Hussein Radjabu, ooit een vooraanstaand lid van de partij aan de macht, op mysterieuze wijze uit de gevangenis waar hij sinds april 2007 voor al even mysterieuze redenen opgesloten zat.
Vorige week zondag werd op klaarlichte dag een aanslag gepleegd op de vrouw van Agathon Rwasa, één van de grootste oppositieleiders. Ze komt er met de schrik vanaf, maar iedereen voelt dat de rust in het land opnieuw even aan een zijden draadje hing.
Tot slot werd gisteren een brief publiek gemaakt, ondertekend door maar liefst 300 hooggeplaatste Burundezen (waaronder ook heel wat leden van de CNDD-FDD, partij van de president), die zich uitdrukt tegen een derde mandaat.
Er wordt gespeculeerd dat ook het tekort aan benzine een direct gevolg is van de politieke spanningen in het land. ‘Rumors are not news; but they sometimes foreshadow news’ (Ernest Hamlin Abbott, The Outlook, Sep. 15, 1915). Of er een directe link is laten we buiten beschouwing, maar de sfeer aan het tankstation is helaas bijtend representatief voor die in het hele land; licht ontvlambaar…
(Dit artikel is een gemeenschappelijk werk van Pablo Janssen en Nick Rahier naar aanleiding van hun thesisonderzoek in Burundi)