Gijs Justaert (WSM)
Ongezien, ongekend en onbeschermd
“‘Zonder papieren heb je geen sociale bescherming in de Dominicaanse Republiek ’
De coronacrisis heeft hard toegeslagen in Latijns-Amerika en de Caraïben. Sommige landen zoals de Dominicaanse Republiek zijn er beter vanaf gekomen dan andere landen zoals Peru. In heel de regio is duidelijk geworden hoe fragiel de sociale bescherming is, schrijft Gijs Justaert van de ngo WSM.
De coronacrisis heeft hard toegeslagen in Latijns-Amerika en de Caraïben. Met gezondheidssystemen die vrijwel meteen instortten, met wanbeleid zoals in Brazilië of helemaal geen beleid zoals in het kleine Nicaragua ten aanzien van de gezondheidscrisis. Of overheden die de crisis aangrepen om de repressie te versterken, zoals in Guatemala. Sommige landen, zoals de Dominicaanse Republiek zijn er globaal genomen beter vanaf gekomen dan andere landen zoals Peru. Maar in heel de regio is pijnlijk duidelijk geworden hoe fragiel, onbestendig en ontoereikend de sociale beschermingssystemen zijn, schrijft WSM-medewerker Gijs Justaert vanuit de hoofdstad Santo Domingo.
Voor een groeiende groep aan migranten in Latijns-Amerika was de coronacrisis bijzonder hard. Het grootste deel van hen valt, met of zonder crisis, onder de meest kwetsbare groep van de bevolking (zie kader onderaan). Met geen of een heel gebrekkige sociale bescherming, maar vooral vaak zonder statuut, zonder rechten, zonder erkenning.
Tijdens de crisis en de verschillende lockdowns zijn de meeste onder hen opeens onzichtbaar geworden, of moeten worden. Toegang tot de COVID-steunmaatregelen waren zelden bestemd voor migranten, zeker wiens status niet geregeld was. Maar ook nu de pandemie in een nieuwe fase van vaccinatie komt, blijft de grote groep migranten opnieuw buiten beeld, soms letterlijk en figuurlijk.
De onzichtbare Batey La Redonda
Voor de meeste overheden is het een gemakkelijke oplossing dat migranten zo weinig mogelijk te zien zijn: ongekend is onbemind. Maar zo’n beleid heeft gevolgen, en heeft vaak nare effecten zoals xenofobie en racisme, die sterk ingebakken zitten in de Dominicaanse samenleving. Voor sociale bewegingen en migrantenorganisaties betekent dat torenhoge uitdagingen: hun situatie zichtbaar maken, hun rechten verdedigen, en hun toegang tot een zekere sociale bescherming organiseren. En de dagelijkse strijd aangaan tegen een xenofobe en soms racistische ondertoon in de samenleving.
Het is eigenlijk moeilijk om wat dan ook te doen in de Dominicaanse Republiek zonder geldige papieren.
La Redonda ligt zo’n 2 kilometer van de weg af, verstopt tussen metershoge rietsuiker. Het is een batey (een dorpje zeg maar) van Haïtiaanse migranten in de Dominicaanse Republiek. Generaties geleden kwamen ze aan om in de arbeidsintensieve rietsuiker te werken. Maar die rietsuikerproductie is intussen gedecimeerd, en vele van de Haïtianen bleven achter zonder werk. La Redonda is één van de weinige bateyes waar men nog wél afhankelijk is van de rietsuiker. Al is dat relatief, een vrachtwagen vol gekapte rietsuiker levert enkele tientallen euro’s op, een loon dat te verdelen is onder alle arbeiders die geholpen hebben.
De tachtig families die in de batey wonen zijn eigenlijk vooral afhankelijk van externe hulp. En die moet liefst nog naar hen komen, want zonder geldige verblijfsdocumenten ben je een vogel voor de kat als je zelf de straat op gaat. Zeker sinds de coronacrisis die nog meer dan voordien een vrijgeleide heeft gegeven om iedereen te pas en te onpas tegen te houden en te controleren. Liever onzichtbaar tussen de rietsuiker. Zonder geldige papieren is het daarenboven moeilijk om werk te vinden, niet geheel onlogisch. Het is eigenlijk moeilijk om wat dan ook te doen in de Dominicaanse Republiek zonder geldige papieren.
Officiële cijfers spreken van een half miljoen migranten, maar officieuze cijfers van één miljoen, wat neerkomt op 10% van de bevolking. Het merendeel van hen komt uit Haïti, en sinds enkele jaren een groter wordende groep Venezolanen. Zonder papieren krijg je geen gezondheidszorg in de Dominicaanse Republiek, heb je geen sociale bescherming, of toegang tot steun. Voor hen begint alles bij papieren.
Papieren, vorming en werk: een vakbondsstrategie voor migranten
De Fundación Etnica Integral of kortweg FEI werd een tiental jaren geleden opgericht door de Dominicaanse vakbond CASC. Met als doel de arbeidsmigranten te organiseren en zo hun rechten beter te verdedigen. En dat is wat FEI vandaag nog altijd doet, met een steeds groter wordende migrantengemeenschap die in steeds erbarmelijkere omstandigheden leeft.
Die papieren komen en gaan. In La Redonda had ooit eens bijna iedereen papieren, een werkvergunning van bepaalde duur, maar toen die afliep gooiden nieuwe regels roet in het eten en kon niemand zijn verblijfsdocumenten verlengen. En eens dat probleem was aangepakt, was ieders paspoort vervallen en moest ook dat vernieuwd worden. Tot overmaat van ramp moest je voor een nieuw paspoort, zo bleek, over een geboorteakte te beschikken. Iets wat zo’n 99% van de Haïtiaanse migranten in de Dominicaanse niet heeft.
Bij papieren begint alles. Want heb je ze, dan kan je terecht op de arbeidsmarkt, met een contract en misschien wel sociale bescherming.
FEI begeleidt hen in dit proces, onderhandelt met de Dominicaanse overheid en Haïtiaanse ambassade, organiseert juridische begeleiding samen met een netwerk van zo’n 75 erkende promotoren, en faciliteert waar nodig een veilig en georganiseerd vervoer van en naar de ambassade of het Ministerie van Migratie wanneer documenten mogen afgehaald worden.
Bij papieren begint alles. Want heb je ze, dan kan je terecht op de arbeidsmarkt, met een contract en misschien wel sociale bescherming. FEI organiseert technische opleidingen voor de jongeren als loodgieter, metser, kapper enz. zodat ze in afwachting van papieren een stiel kunnen leren. Ze organiseren de mensen in de verschillende bateyes en richten verengingen en coöperatieven op zodat er samen een economische activiteit kan opgezet worden.
Ze bouwen zo aan een netwerk van migrantenverenigingen in de zowat vijftig bateyes waar ze actief zijn. Een groep jongeren heeft een idee voor een online platform uitgewerkt, dat ze morgen willen lanceren. Waarbij FEI diensten aanbiedt via het online platform, van elektriciteit, allerlei reparaties, loodgieterij, tot kuisdiensten. FEI is dan de werkgever, sluit het dienstencontract af en zorgt dat de stielmannen, met of zonder papieren, veilig en wel op hun werkplek geraken. Benieuwd of het zal lukken.
Geen papieren geen vaccin?
Ook dat, uiteraard, is het gevolg van een ongeregelde situatie. De Dominicaanse overheid heeft het recht op een vaccin gekoppeld aan de residentie – dus het hebben van officiële verblijfspapieren. Iets waar het merendeel van de Belgische ‘verblijvers’ hier bovendien ook niet over beschikt. Maar waar Europese expats mét paspoort altijd wel een toegang kunnen vinden tot een vaccin, ligt dat voor Haïtiaanse migranten heel wat minder evident. Bovendien staan ze niet te springen voor een vaccin, waar ze amper over geïnformeerd werden.
In de Dominicaanse Republiek loopt de vaccinatie relatief vlot, met honderdduizenden vaccins die wekelijks vanuit China worden ingevlogen.
In de Dominicaanse Republiek loopt de vaccinatie relatief vlot, met honderdduizenden vaccins die wekelijks vanuit China worden ingevlogen en een vaccinatiestrategie die zeker wat minder geregeld en georganiseerd is naar westerse normen, maar misschien net daarom zo vlot verloopt. Elke 18-plusser kan zich met paspoort of identiteitskaart aanmelden in elk vaccinatiecentrum. De bevolking die zich wil laten vaccineren, heeft dat intussen dan ook al gedaan. Behalve dan de grote groep migranten.
Met steun van WSM heeft die andere beweging van Haïtiaanse arbeidsmigranten in de Dominicaanse, MOSCTHA, een campagne kunnen opzetten gericht op sensibilisering, informatie én vaccinatie van de migrantenbevolking. Door geslaagd beleidswerk is de kliniek van MOSCTHA, in het Noorden van Santo Domingo, waar vele Haïtianen of Dominicanen van Haïtiaanse origine samen wonen, vandaag erkend als vaccinatiecentrum en slaagt de organisatie erin om migranten, met en zonder papieren, te vaccineren. Met veilig en georganiseerd vervoer vanuit de bateyes.
‘Op de vaccinatiedagen is er steeds iemand van het leger en van het Ministerie van gezondheidszorg aanwezig’, vertelt Maria Martinez, verantwoordelijke van het juridische departement van MOSCTHA. ‘In principe mogen we geen migranten zonder papieren vaccineren. Maar we slagen erin om ze er mee tussen te nemen. Voorlopig lijkt het te werken.’
MOSCTHA organiseerde de eerste twee vaccinatiedagen op 14 en 15 mei. Met een militair voor de deur geen evidentie voor mensen zonder papieren. Maar dankzij het grote vertrouwen dat de organisatie geniet in de Dominicaanse migrantengemeenschap, slaagde ze erin zowat honderd vaccins toe te dienen op de allereerste dag.
Latijns-Amerika post-COVID = ongelijkheid, achteruitgang en een kwetsbare middenklasse
De coronacrisis heeft méér ongelijkheid gebracht, en heeft vooral de onderste lagen van de befaamde omvangrijke Latijns-Amerikaanse middenklasse opnieuw in de armoede geduwd. Eigenlijk was die achteruitgang al enkele jaren eerder ingezet, rond 2015 – wanneer na vijftien voorspoedige jaren voor de regio, de internationale crisis de Latijns-Amerikaanse export van grondstoffen deed dalen met besparingen in het beleid als gevolg. Desalniettemin heeft de coronacrisis de achteruitgang aan een stevig tempo versneld.
Net voor de coronacrisis had de Economische Commissie voor Latijns-Amerika van de VN , kortweg CEPAL, het thema van de Latijns-Amerikaanse middenklasse onderzocht in haar Panorama Social de América Latina (CEPAL, 2019) en kwam ze tot een onrustwekkende vaststelling: het gros van die middenklasse is uiterst tot extreem kwetsbaar. Sterker nog, neem de “echte armen” (de onderste lagen armen, 30,8% en extreme armen, 11,5%) samen met dat kwetsbare deel van de middenklasse samen en je komt uit op 76,8% van de bevolking. Dat is meer dan driekwart van de bevolking in de regio die als kwetsbaar tot extreem kwetsbaar beschouwd kan worden.
In een andere studie van CEPAL heftzelfde jaar over “Migratie en Sociale bescherming, naar een inclusie zonder racisme en xenofobie” (CEPAL, 2019), stelt de organisatie dat drie groepen steevast terug te vinden zijn in de onderste, meest kwetsbare en onbeschermde lagen van de bevolking: de autochtone bevolking (de indigenas in het Spaans); de latino’s van Afrikaanse afkomst (afrodescendientes) en migranten.
Xenofobie lijkt in landen zoals de Dominicaanse Republiek niet alleen een gevolg van het beleid, maar maakt er ook deel van uit: van het beleid, de instellingen en systemen zoals de sociale bescherming die anno 2021 nog steeds ongegeneerd zo’n 10% van de bevolking uitsluiten, zo besluit ook een recente studie van het sociale beschermingsnetwerk INSP!R Dominicaanse Republiek.
Gijs Justaert werkt voor de ngo WSM (het vroegere Wereldsolidariteit).