“‘(On)veiligheid in Port-au-Prince’
De berichtgeving in internationale media over Haïti is bijna uitsluitend negatief. De uitzichtloze situatie van miljoenen mensen, al decennialang en honderden miljoenen euro's ontwikkelingshulp verder, valt dan ook niet te verbloemen. Minstens de helft van de bevolking is straatarm, kan niet lezen en schrijven, en heeft geen toegang tot degelijke medische zorg. Uitgerekend hier is slavernij nog steeds een realiteit. Maar betekent dat ook dat Port-au-Prince per definitie gevaarlijk en onveilig is?
Eén pot nat?
Miserie en politiek-sociale instabiliteit zijn inderdaad weinig aantrekkelijk. In Haïti wonen iets meer dan tien miljoen burgers, maar er is ook een Haïtiaanse diaspora van bijna vijf miljoen mensen. Maar behalve de armoede staat ook een veronderstelde permanente staat van onveiligheid centraal in de westerse beeldvorming over dit land. Criminaliteit en veiligheid in Port-au-Prince (en daarbuiten) dienen omzichtig benaderd te worden.
De relatie tussen armoede en criminaliteit is niet zo simplistisch als we vaak durven denken. De overgrote meerderheid van de bevolking hier is arm én vredelievend. Daarenboven heeft Haïti een slecht functionerend overheidsapparaat dat de veiligheid van zijn eigen burgers niet kan garanderen. Justitie hier is klassegebonden, onderbemand en zwaar gecorrumpeerd. Anders gezegd: voor een bevolking die te kampen heeft met een dermate slechte sociaal-economische situatie, legt ze erg veel zelfdiscipline aan de dag.
Criminaliteit in de grootstad
Het klopt dat veiligheid een luxe is in Port-au-Prince. Alleen de elite kan zich die permitteren en het is vooral een probleem voor de arme massa. Onderzoek toont aan dat mensen die wonen in de arme buurten véél vaker slachtoffer van geweld en diefstal zijn dan mensen in rijke buurten.
Port-au-Prince is een grootstad en dat is op zich al een factor die tot meer criminaliteit leidt. Er zijn zones zoals Cité Soleil, Cité Militaire, Bel-Air en Gran Ravine die op momenten geteisterd worden door (rivaliserende) bendes en hun geweld, maar op andere momenten kennen dezelfde zones een opvallende rust. De lokale bevolking geeft wel aan dat het moeilijker geworden is om te reageren omdat de daders meer dan vroeger over vuurwapens beschikken. De onveiligheid wordt mede veroorzaakt door de aanwezigheid van armes blanches.
De grootstad zelf is een factor van onveiligheid.
Ontvoeringen voor losgeld vormden een groot probleem aan het begin van deze eeuw, maar de aantallen zijn drastisch gedaald. Slachtoffers waren (en zijn) bijna steeds Haïtianen. Wat betreft moord en doodslag is Port-au-Prince met pieken (!) van 40 à 50 per 100000 inwoners in het afgelopen decennium minder gevaarlijk dan grote steden in de Caraïbische en Centraal-Amerikaanse regio, zoals in onder andere Jamaica, Guatemala en Honduras. En op het vlak van moord en geweldcijfers doen talloze plekken in de Verenigde Staten het eigenlijk niet eens veel beter.
Zwakke staat, brutale staat
Hierboven betreft het interpersoonlijke misdaden. Veel meer impact op de onveiligheid en dit gedurende lange tijd had het staats- of systeemgebonden geweld. Op nagenoeg elke vierkante meter is ooit wel bloed gevloeid, zo turbulent is de Haïtiaanse geschiedmaking. De afgelopen halve eeuw ging de samenleving gebukt onder de terreur van de Duvalier-dynastie (1957-1986) en van de militaire coup onder Raoul Cedras (1991-1994). De tienduizenden moorden die werden begaan, waren quasi allemaal politiek geïnspireerd en uitgevoerd door paramilitaire organisaties van formele dan wel informele aard, soms waren het simpelweg doodseskaders.
De zwakke staat verschaft amper rechtspleging en werkt soms straffeloosheid in de hand. Dat vergroot het gevoel bij de bevolking op zichzelf aangewezen te zijn en kan uitzonderlijk leiden tot erg extreme reacties van mensen die bijna instinctief rechtvaardigheid willen doen geschieden.
Op een ochtend bevond ik me aan een marktplaats in Damien. Er lag een dode man op de straat met heel wat wonden en bloedvlekken doorheen zijn shirt. Rondom hem lagen vuistdikke stenen, ook met bloedvlekken. Ik vernam dat het om een dief ging, tot de dood toe bekogeld met stenen door verkopers en kopers.
Ook sommige ernstige, dodelijke verkeersongevallen kunnen aanleiding geven tot lynchpartijen. Afhankelijk van de situatie en de getuigen maakt de verantwoordelijk geachte autobestuurder zich best zo snel mogelijk uit de voeten, want de lokale bevolking kan binnen luttele seconden de auto in brand steken en soms nog met de chauffeur er in (die uit angst niet durft uit te stappen).
Blanken in Port-au-Prince
En voor buitenlanders hier: is vrij bewegen nagenoeg altijd een pertinent risico voor hun fysieke integriteit? Officiële reisadviezen voor Haïti zijn vrij duidelijk. Je komt alleen als het echt moet, je mijdt het openbaar vervoer en taxi’s, je begeeft je niet in volksbuurten en je zorgt dat je steeds begeleid wordt door een betrouwbaar persoon.
Als buitenlander alleen in de stad is enige voorzichtigheid aan te raden, maar vooral het stuitend gebrek aan infrastructuur en beheer is het grote probleem. Slachtoffers van criminaliteit zijn trouwens bijna uitsluitend lokale mensen. En Haïtianen zelf zullen je graag vertellen waar je beter niet naar toe moet gaan.
Het gebrek aan infrastructuur is een groter probleem dan criminaliteit.
Het is opmerkelijk dat in een land met de meeste ngo’s per hoofd de sociale afstand tussen Haïtianen en buitenlanders zo groot is. Op heel veel plekken in Port-au-Prince kom ik nooit een blanke mens (te voet) tegen. Dit komt het wederzijds begrip niet ten goede. Enerzijds speelt het in de kaart van de dominante westerse beeldvorming en anderzijds versterkt dit het Haïtiaans beeld over blanken.
De relatie met blanken is zo al moeizaam. We verblijven hier sinds een paar eeuwen met kleine bosjes en we hebben nog steeds onevenredig veel te zeggen. We denken onterecht dat dit een door en door gevaarlijke plek is. Soms zouden we beter zwijgen.