De rechtzetting van een oude wereldblog
“‘Rubem Cesar Fernandes, surfen op de golven van de geschiedenis’
Rubem Cesar Fernandes, directeur van de 54ste grootste ngo ter wereld, begon zijn carrière binnen de protestantse gemeenschap in Niteroi in Rio de Janeiro, Brazilië. Hij wist zich door de geschiedenis heen te bewegen. En zo kon hij zich steeds weer profileren binnen elke tijdsgeest en bleef hij aan de top van zijn generatie. Hier bespeekt Willemjan zijn autobiografie.
De jeugd van Rubem Cesar speelde zich af binnen de protestantse gemeenschap in Niteroi. Hij studeerde van jongs af aan de protestantse leer en werd actief in de beweging die het protestantisme aan het marxisme wou koppelen; een soort protestantse bevrijdingstheorie avant la lettre. Hier werd hij actief binnen de communistische partij van Brazilië en al snel werd hij journalist voor een krant in Rio de Janeiro stad. Als jonge student was hij één van de eerste die het Cuba van Castro ging bezoeken.
Van Braziliaanse communist tot balling in Polen
Hij ging filosofie studeren en toen het socialistische regime van João Goulard werd omvergeworpen in 1964 ging hij in ballingschap in Polen. Daar dacht hij de wonderen van het communisme te bestuderen, maar kwam hij aan in een faculteit filosofie vol reactionairen die niet geïnteresseerd waren in exotische ballingen.
De groep Braziliaanse ballingen bleef bij elkaar en kon maar het ijs breken door een lezing over de militaire dictatuur in Brazilië. Hij had in Polen een rustig leven, deed veel roadtrips door Europa en zijn familie kwam enkele keren op bezoek; dit alles terwijl de gewapende strijd uitbrak tegen de militaire dictatuur in Brazilië.
Toen Solidarnosc in opstand kwam in Polen tegen het Poolse Communistische Regime zag hij hoe de decaan van de faculteit één van de rebellenleiders in elkaar sloeg. Hij getuigde en werd de held van de faculteit omdat dit leidde tot het ontslag van een pion van het Poolse regime en de faculteit filosofie. Hierdoor kon hij zijn studies afwerken door één paper te schrijven, voor hij naar de VS vertrok voor een doctoraat.
Keep on rocking in ‘the free world’
Hij was één van de vele Latijns-Amerikaanse ballingen in de VS en moest daar met het absolute minimum overleven. Door toedoen van het noodlot moest hij terugkeren naar Brazilië: Hij verloor zijn ouders.
Daarna ging aan de slag in de Universiteit van Campinas, even buiten São Paulo. Hij had schrik van de militaire dictatuur omdat hij in de Communistische Partij had gezeten. Later werd hij directeur van een religieus instituut in Campinas, maar dat instituut verloor zijn functie en hij kon van hieruit naar de functie van directeur van Viva Rio.
Pascificatie van Bel Air, Port-Au-Prince
Deze ngo is dus ontstaan uit een beweging tegen het geweld Rio De Janeiro. Het was een beweging die ontstond vanuit het middenveld. Deze beweging raakte geïnstitutionaliseerd en Cesar werd de visionair van deze beweging. Hierdoor werden zij gevraagd in Haïti na de val van President Aristide om samen met de VN-Veiligheidstroepen (Minustah), die voornamelijk uit Brazilianen bestaan, voor de pacificatie van de sloppenwijken te zorgen. Ze waren dus één van de weinige ngo’s die voor de aardbeving in Haïti al actief waren.
In hun garde hadden ze een Kolonel van de politie van Rio die voor de pacificatie had gezorgd: Ubiratan D’Angelo. Zijn ‘know how’ in het ‘pacificeren_’_ van favela’s in Rio werd hij gevraagd om de sloppenwijken van Port-Au-Prince te pacificeren die bekend stonden als de gevaarlijkste ter wereld. D’Angelo, een mythische figuur voor de politie in Rio, richtte een politie brigade op die actief was in Bel Air, Delmas en Cité Soleil.
Viva Rio had een amateurfotograaf in hun rangen uit de sloppenwijken die foto’s trok van elke bendeleider die uitgeschakeld werd en de fotograaf toonde deze foto’s fier aan iedereen. Wat voor Viva Rio een bewijs was dat met hun War on Gangs samen met de Minustah ze succesvol bezig waren.
De onbekende Brutus
Het duurde dan ook niet lang of Rubem kreeg vijanden, hij werd bijna vermoord, maar zijn Haïtiaanse chauffeur werd in zijn plaats vermoord, dit is één van de hypotheses rond de dood van Fenolon. Rubem die zeer emotioneel was over de dood van zijn chauffeur, vermeld Marcel Fenolon, de man die zijn leven heeft gered, echter niet in zijn autobiografie.
Hij evalueert elke expat van Viva Rio Haïti in zijn autobiografie, zoals hij eigenlijk alle andere personen rond zich evalueert. Hij gaat zelf zo ver dat hij de buitenlandse vrijwilligers vol onbegrip afschrijft in zijn autobiografie omdat zij gratis voor zijn organisatie komen werken. En hij stelt dat hij niet snapt dat mensen vrijwilligerswerk doen in het buitenland.
Op dit moment is Viva Rio in mijn ogen geen ngo meer, maar een organisatie die deel is van de overheid.
Bron: Fora do Ordem - Fundação Getulio Vargas. Willemjan werkte als vrijwillig fotograaf en wereldblogger gedurende drie weken voor Viva Rio, bekijk zijn werk op www.willemjanvandenplasphotography.com.