Vakbonden en ziekenfondsen zijn het probleem, niet? Trend 3

Blog

Vakbonden en ziekenfondsen zijn het probleem, niet? Trend 3

Vakbonden en ziekenfondsen zijn het probleem, niet? Trend 3
Vakbonden en ziekenfondsen zijn het probleem, niet? Trend 3

De Internationale Arbeidsorganisatie werd opgericht in 1919 in uitvoering van het Verdrag van Versailles dat stelde dat 'geen duurzame vrede mogelijk is zonder sociale rechtvaardigheid.' De politici aan de tafel erkenden dat zowel regeringen als werkgevers en werknemers daarin een rol hebben. Die erkenning was ten dele ingegeven door sociale onrust en niet te vergeten door de angst voor het communisme. Nu - 95 jaar na datum - in economische crisistijd, lijkt het dat vakbonden, ziekenfondsen, de middenveldorganisaties die er toe doen, niet meer een deel van de oplossing zijn, maar een deel van het probleem. Dat maakt werknemers zwak en de crisis verleidt niet sociale politieke partijen, sommige werkgeversorganisaties en media om vakbonden te demoniseren. Zij zouden vooruitgang, economische groei en zelfs werkgelegenheid tegengaan en te behoudend werken. Voor de crisis in de Internationale Arbeidsorganisatie verwijs ik naar de vorige reeks.

‘Wij dienen allemaal of hebben toch dezelfde belangen’ het bekt weer goed wanneer het over arbeidsverhoudingen of sociaal overleg gaat. Toch is de bewering fout. Velen horen het niet graag maar sociaal overleg gaat over het herstellen van het evenwicht. Het gaat dus over macht (ondernemingen) en tegenmacht (werknemers en hun vakbonden), omdat mensen afhankelijk zijn van de onderneming waar zij werken.

Die balans wordt hersteld door arbeidswetgeving en arbeidsovereenkomsten en de bescherming die ervan uit gaat. Zo is het individueel, zo is het collectief.

Als je de rol van vakbonden inperkt, dan wordt hun rol overgenomen door een veelheid van corporatistische belangengroepen en extreem-rechtse, extreem-linkse of populistische groepen of partijen.

Vergeet sociaal overleg als vakbonden weinig leden hebben, dan worden ze zowel door werkgevers als regeringen weggevaagd. De werknemersgroep is heel divers geworden, dat maakt het moeilijker hen te organiseren. Het duurt ook even eer het nieuwe type gestudeerde werknemer beseft dat hij/zij erg afhankelijk is van nauwelijks bereikbare economische krachten. Wereldwijd is het moeilijk werknemers te organiseren.

In België blijft ondanks bakken kritiek, het lidmaatschap bij vakbonden het goed doen, zelfs bij jongeren, zelfs bij de nieuwe beroepen. Zij hebben vrij vlotjes het lidmaatschap van de verdwijnende klassieke arbeiders vervangen. Zij vragen dat vakbonden in hun sociale actie niet alleen de sociale bescherming van de huidige generaties, maar ook die van de toekomstige verdedigen. Die signalen vallen overigens niet in dovemansoren.

Ook voor werkgevers zijn vakbonden interessant omdat zij het ongenoegen kanaliseren en in banen leiden. Vakbonden zijn dan voor hen het aanspreekpunt en de organisaties die op representatieve wijze akkoorden kunnen sluiten. En als dat lukt staan ze samen met de vakbonden sterk tegenover regeringen. Nu lijken werkgeversorganisaties echter meer soelaas te vinden bij politieke partijen en regeringen die ‘business’-genegen zijn.

Werkgevers denken toenemend het sociaal overleg niet meer nodig te hebben. Politiek neemt afstand van vakbonden en ziekenfondsen. Hun dienstverlening wordt als kostelijk en overbodig beschouwd. Ze zouden bovendien in de weg staan van de burgerdemocratie. Deze internationale tendens  is inderdaad heel goed te vertalen naar de Belgische situatie.

Maar zoals ik in een vorige bijdrage over het stakingsrecht schreef: ‘Democratie is niet alleen om de 5 jaar een mandaat geven aan een regering’… ‘Werkgevers- en werknemersorganisaties, middenveldorganisaties zijn broodnodig in democratische samenlevingen. Het primaat van de politiek is beperkend, niet democratisch en op termijn tot mislukken gedoemd omdat sociaal-economische maatregelen enkel werken wanneer ze gedragen zijn door sociale partners.’

Geen alternatief voor sterke vakbonden en sociaal overleg

Op wereldvlak is het Internationaal Vakverbond de grootste vrije organisatie van de wereld.

Daarom zijn sterke vakbonden heel belangrijk en geen ‘relict uit de 19de eeuw’. Zij die zeggen dat vakbonden en het sociaal overleg niet meer van de 21ste eeuw zijn, willen vooral inhakken op werknemersrechten en werknemersbescherming. Ik zie alleszins geen ander systeem. Ongenoegen zal er altijd zijn.

Als je de rol van vakbonden inperkt, dan wordt hun rol overgenomen door een veelheid van corporatische belangengroepen en extreem rechtse, extreem links of populistische groepen of partijen die veel minder of vooral geen rekening hoeven te houden met het algemeen belang.

Die zien hun kansen nu al schoon, je ziet ze als paddenstoeltjes allerhande uit de grond rijzen, wereldwijd, in Europa en ook bij ons. Het radicalisme neemt daardoor niet af, het neemt toe. Met vakbonden die zich moeten verantwoorden tegenover hun leden (onderschat het lidmaatschap en de maandelijkse bijdrage niet) en steeds meer tegenover de hele samenleving, kan je wel een eind weegs gaan.

Op wereldvlak is het Internationaal Vakverbond (IVV-ITUC) de grootste vrije organisatie van de wereld. Geen enkel ngo die zo wijd vertakt en zo groot is. De ITUC vertegenwoordigt 176 miljoen werknemers in 161 landen en telt 325 nationale organisaties als lid. Dat is heel indrukwekkend, maar toch worden zo slechts 7% van de werknemers wereldwijd vertegenwoordigd.

Trend 3 stelt dat vakbonden nu sterk geviseerd worden en daardoor fragieler lijken. Toch is er geen alternatief voor de vertegenwoordiging van de werknemers, voor sociaal overleg, sociale vrede en duurzame economische groei.

Dit stuk maakt deel uit van de reeks 5 trends bepalend voor onze toekomst.

Tags