“‘Waardig werk ook in de mondiale toeleveringsketens’
In een eerste reeks van blogberichten over de Internationale Arbeidsconferentie berichtte Chris Serroyen van de ACV-studiedienst over de globale inzet dit jaar. Met als hoofdinzet de algemene discussie over de mondiale toeleveringsketens. Bart Vannetelbosch, nationaal secretaris van ACV Voeding & Diensten, treedt aan in de conferentiecommissie daarover. En diept in dit blogbericht verder uit.
GSC’s
Computers, kleding, sportschoenen, chocolade, … Als westerse consument kopen wij ze gretig aan. Zonder er stil bij te staan hoe deze tot stand komen. De productie ervan is meer en meer wereldwijd georganiseerd in mondiale toeleveringsketens. Hier in het jargon GSC’s genoemd, global supply chains.
Volgens de Unctad is 80 procent van de wereldhandel gelinkt aan internationale productiewerknemers. De IAO schat dat minstens 1 op 5 van de werkenden in mondiale toeleveringsketens werkt. Al is dat wellicht een serieuze onderschatting, omdat de werknemers verspreid zitten over onderaannemers en toeleveranciers, vaak zelfs tot in de informele economie.
De Internationale Arbeidsconferentie in Geneve buigt zich van 30 mei tot 10 juni over dat thema, op basis van een gedegen rapport van de IAO. Het betreft een algemene discussie, die de oriëntaties voor de IAO over dit onderwerp voor de komende jaren zal vastleggen. Het heeft jaren geduurd om dit onderwerp op de agenda te krijgen, want de inzet is groot.
Transparantie
De moederbedrijven dulden geen pottenkijkers en transparantie is ver zoek.
Het fenomeen van de mondiale toeleveringsketens kende een sterke opgang sinds de jaren ‘80 van vorige eeuw, toen de productie meer en meer werd opgesplitst werd en uitbesteed aan landen in het zuiden. Niet alleen door het oprichten van dochterbedrijven in het zuiden maar meer en meer ook via commerciële akkoorden met toeleveranciers die op hun beurt hun productie uitbesteden aan onderaannemers.
Het blijkt dus erg moeilijk een goed zicht te krijgen op deze ketens. De moederbedrijven dulden geen pottenkijkers en transparantie is ver zoek.
Waardig werk
Ook inzake arbeidsomstandigheden in deze toeleveringsketens is er geen transparantie. Al is duidelijk dat die vaak zeer slecht zijn, soms zelfs onmenselijk: onleefbare lonen, geen sociale bescherming, onveilige arbeidsomstandigheden, kinderarbeid, … Het respect voor de internationale arbeidsovereenkomsten zoals de vrijheid van onderhandelen en de vrijheid om een vakbond op te richten is vaak zoek.
…kinderarbeid op de cacaoplantages, sweat shops in Azië, lock-outs van stakende werknemers,…
De mondiale toeleveringsketens hebben misschien soms wel een positieve impact gehad op de economie en de werkgelegenheid van de landen in het zuiden, maar in het algemeen is er ook een schromelijk deficit inzake waardig werk.
Onze partners in het zuiden rapporteren heel vaak wantoestanden en deze duiken meer en meer op in de pers: kinderarbeid op de cacaoplantages, sweat shops in Azië, lock-outs van stakende werknemers, ontslag van vakbondsleiders, wantoestanden in vrijhandelszones, enzovoorts… Met als triest dieptepunt de instorting van de Rana Plaza, een fabrieksgebouw met confectieateliers in Bangladesh, die in 2013 het leven kostte aan meer dan duizend werknemers.
Stappen vooruit
Er zijn hier en daar wel al positieve evoluties, bijvoorbeeld via gedragscodes van bedrijven, wereldwijde bedrijfsakkoorden of akkoorden voor een bepaalde sector of land. Maar deze zijn vaak nog te vrijblijvend en nog te beperkt in aantal om de zaken fundamenteel te veranderen.
De internationale vakbeweging heeft de ambitie om via deze algemene discussie binnen de IAO structureel stappen vooruit te zetten voor waardig werk in deze mondiale toeleveringsketens. Dat vragen niet alleen de betrokken werknemers, maar meer en meer ook de consumenten. Dat kan bijvoorbeeld door meer transparantie, betere controle op het naleven van de internationale arbeidsnormen, verdere promotie van deze, tot en met het erkennen van vakbonden als gesprekspartner om de werknemers te vertegenwoordigen.
Grote uitdaging zal zijn de bedrijven te overtuigen een beleid te voeren gebaseerd op het zorgvuldigheidsprincipe. Met andere woorden een beleid dat ervoor zorgt dat de rechten van de werknemers mee centraal staan in de bedrijfspolitiek. Dit mag geen vrijblijvend verhaal blijven maar moet een afdwingbaar karakter krijgen. De komende weken zal blijken hoe ver we de werkgevers en de regeringen mee krijgen in dit verhaal.
Bart Vannetelbosch