Intussen in de buitengebieden
“‘We moeten weldra afscheid nemen van 1840 Spaanse dorpen’
De Spanjaarden maken zich zorgen om hun binnenland. De ontvolking lijkt niet te stoppen en in de komende jaren zullen maar liefst 1840 dorpen verdwijnen bij gebrek aan inwoners. De één brengt nog vlug in beeld wat stilaan verdwijnt, anderen willen het tij keren.
Antonia Ferrer, een van de laatste inwoners van Luco de Bordón, in de regio Maestrazgo (Teruel)
© Navia
De Spanjaarden maken zich zorgen om hun binnenland. De ontvolking lijkt niet te stoppen. Het Centrum voor demografische studies voorspelt dat in de komende jaren maar liefst 1840 dorpen zullen verdwijnen bij gebrek aan inwoners. Valt het doek over deze plaatsen? Fotograaf Navia nam het zekere voor het onzekere en brengt alvast in beeld wat er nu (nog) is.
De ontvolking van het Spaanse platteland mag dan al niet te stoppen lijken, toch is niet iedereen fatalistisch. Steeds meer plattelandsjongeren komen op voor hun dorp, en in de nationale politiek staat het probleem met stip geagendeerd. Er wordt ook ingezet op een herbevolkingsstrategie met buitenlanders. Zijn dit tekenen van een kentering in het voordeel van het platteland? Of is het een stuiptrekking?
De eeuw van de stad
‘Van de Spaanse gemeenten die minder dan 1000 inwoners tellen, zal 20 procent ophouden te bestaan’, oordeelt het rapport van het Centrum voor Demografische studies onverbiddelijk. Veel van de bedreigde dorpen liggen van oost naar west in de regio rond Madrid gedrapeerd. (zie kaart: De rode gebieden lopen risico op onomkeerbare ontvolking)
Deze streek is tegenwoordig zo dun bevolkt dat ze vergelijkbaar wordt met de meest desolate delen van Scandinavië. Daarbij komt nog een uitgesproken vergrijzing. Wie er nog woont, is vaak oud tot zeer oud. De gemiddelde leeftijd is er 59,1 jaar. Het nationale gemiddelde is 43,5.
Voor de rurale jeugd ligt hun toekomst in de steden. 90 procent van de Spanjaarden hokt samen in 1500 steden op nog geen derde van het grondgebied.
Bijna twee op drie (61,4 procent) van alle Spaanse stadjes en gemeenten tellen minder dan 1000 inwoners. Die plaatsen liggen verspreid over het uitgestrekte Spaanse binnenland en bedekken 40 procent van het Spaanse territorium. In dat enorme gebied woont slechts 3,11 procent van de bevolking. Een eeuw gelden was dat nog 20 procent.
De geschiedenis van deze ontvolking begint op het einde van de negentiende eeuw. De prille industrialisering in en rond steden van Baskenland en Catalonië lokte heel wat mensen van het platteland. Die plattelandsvlucht werd al vlug afgeremd door de slechte economische conjunctuur, de burgeroorlog, de depressie, in de jaren dertig.
Bovendien zorgden agrarische hervormingen ervoor dat het leven op het platteland aantrekkelijk bleef. Tot de jaren vijftig van de vorige eeuw was het platteland op sommige plaatsen zelfs overbevolkt.
Het platteland zou in veertig jaar tijd 2,5 miljoen bewoners zien vertrekken
Franco voerde vanaf de jaren vijftig grootse hervormingen door en wilde Spanje in sneltempo moderniseren. Na de wereldoorlog had het land niet zo veel bevriende regimes meer in Europa. Het zou daarom een min of meer autonoom economisch systeem moeten ontwikkelen. De landbouw werd gemechaniseerd waardoor minder landarbeiders nodig waren.
Spanje wilde ook een eigen industrie ontwikkelen. Werkkrachten werden massaal vanop het platteland aangevoerd en belandden in steden. Die groeien zo snel dat daar een proletariaat ontstond dat vaak in erbarmelijke omstandigheden leefde.
Maar de belofte van een beter leven, en de relatieve verarming van het platteland zorgde ervoor dat de rurale exodus nu niet meer om te keren was. Het platteland zou in veertig jaar tijd 2,5 miljoen bewoners zien vertrekken, die allemaal in de steden belandden.
Het platteland werd een oudemannenwereld
Het waren vooral jongeren die op zoek gingen naar werk, en scholing. Relatief meer vrouwen dan mannen zijn uitgeweken, waardoor op een bepaald moment voor elke 100 vrouwen er 160 mannen leefden in deze gebieden. Vrouwen kregen minder kansen in de harde boerenwereld, of werden meer geschikt geacht voor huishoudelijk werk. Of voor een job in de fabrieken van de stad.
Vandaag is het platteland nog steeds vermannelijkt. Gemiddeld genomen zijn er voor elke tien (vruchtbare) mannen negen vrouwen. Er zijn ook minder jongeren op het platteland. En die jongeren krijgen kinderen in de stad, niet op het platteland.
Generaties worden opgevolgd door steeds kleinere generaties. De rurale bevolking wordt oud en soms hulpbehoevend. Het is pas in dat stadium, op hoge leeftijd, dat er weer meer vrouwen zijn dan mannen omdat vrouwen gemiddeld ouder worden.
Hoewel de intensiteit van de ontvolking sinds de jaren 1980 afnam, lijkt het kwaad toch geschied en slaagt het platteland er niet meer in om te herbevolken. De achterblijvers zijn te oud, te weinig talrijk en het numerieke onevenwicht tussen mannen en vrouwen maken het onmogelijk om een demografisch herstel in te zetten. En het platteland blijft zijn jongeren verliezen. Voornamelijk omdat er geen economische perspectieven zijn. Zonder jongeren is er geen duurzame toekomst mogelijk.
Een visueel eerbetoon aan het boerenbestaan
Alma Tierra is een fotoreeks die redelijk wat ophef veroorzaakt in Spanje. José Manuel Navia is een filosoof en gevierd fotograaf. Hij werkt steeds in kleur en typeert zijn werk meer als documentair dan artistiek.
Valle del Corneja, Ávila, 2019. Belén Marqués, ganadera de Villafranca de la Sierra
© Navia
Jarenlang trok Navia door het Spaanse binnenland om een visueel eerbetoon samen te stellen aan de bewoners van de streken die met uitsterven zijn bedreigd. Hij bezocht 25 plaatsen, en sprak er met de -vaak oude- bewoners. El País ontwaart – de tono elegiaco – de toon van een klaagzang in zijn foto’s. De fotograaf ziet zijn werk dan ook als een testament voor een levensstijl die zal verdwijnen.
Dit boek documenteert, volgens Navia zelf, de dood van een cultuur, de boerencultuur, die niet langer combineerbaar is met het leven van de 21ste eeuw in Spanje. Zijn werk brengt hulde aan zij die standhouden, en met de foto’s wil hij een gezicht geven aan de mensen (en hun landschappen) omdat ze al te lang zijn vergeten en buiten beeld zijn gebleven in de Spaanse samenleving.
In een interview legt hij zich er bij neer dat alles uiteindelijk verdwijnt, maar betreurt hij het dat we deze oude wereld geen fatsoenlijke begrafenis geven.
Politiek momentum?
Of het fatalisme van Navia terecht is, kan niemand zeggen. Al lijkt het Centrum voor demografische studies hetzelfde te voorspellen. Zolang jongeren massaal blijven uitwijken naar de Spaanse en Europese steden ziet de toekomst er somber uit voor heel wat dorpen.
Maar precies die jongeren lijken nu in het verweer te komen tegen de gang van zaken. Sinds eind vorig jaar verenigden een aantal van hen, die in Madrid wonen, maar afkomstig zijn uit de dorpen van de regio Castilië en Leon, zich in een belangengroep die een antwoord wil vinden op de ontvolking van hun streek. De groep bestaat uit – slechts – vijftig jonge mensen.
Honderden mensen steunen hun strijd via sociale netwerken. Via een zeer actief Twitterkanaal (op een klein jaar stuurden ze 3400 confronterende tweets de wereld in) en door een plaats op te eisen op publieke fora creëren ze een nieuwe politieke arena waarin ze de beleidsmakers (maar ook de media) wijzen op hun verantwoordelijkheid. Volgens hen is de verhuis van duizenden jongeren naar de stad vaak een verplichting, en zelden een echte wens.
Ook de media pikken steeds vaker de problematiek op waardoor ontvolking stilaan een nationaal thema is geworden. Dit voert dan weer de politieke slagkracht op van de jongeren die een leven willen op “hun” platteland.
Op een studiedag in het hoofdkwartier van de Adviesraad van Castilië en Leon, verzette één van de leden zich hevig tegen de framing door de president van de regio, als ‘een Spanje van opportuniteiten’. Zolang er geen kansen zijn voor jongeren en zij verplicht zijn te emigreren ‘zal dit het Lege Spanje zijn’, repliceerde María José Pérez. Zij is sinds vorig jaar één van de drijvende krachten achter de beweging en klaagt de braindrain van het platteland aan.
De grote steden van het land trekken steeds meer intellectueel kapitaal aan, dat zijn de universitair geschoolde jongeren. De helft van de emigranten uit Castilië en Leon hebben een universitair diploma in hun bagage mee. Die jongeren komen ook steeds vaker uit de provinciale hoofdsteden, dus niet enkel van het echte platteland. Logisch: want daar wonen stilaan geen jongeren meer. Dit resulteert in een steeds groter wordende kloof tussen de metropolen (Madrid, Barcelona, Valencia,…) en de rest van het land wanneer het aankomt op hooggeschoolden.
Deze clip is gebaseerd op het verhaal van Carlos en Raquel, één afscheid waarvan er meer dan 108.000 plaatsvonden in Castilië en Leon de afgelopen tien jaar. De regio is de meest verouderde en meest ontvolkte van heel Spanje is. Het is ook de regio waaruit het meeste jongeren vertrekken.
Een tweede element, dat zou kunnen wijzen op een politiek momentum, is dat voor het eerst in de geschieden is dat dit thema een prominente plaats heeft veroverd op de politieke agenda van het Spaans beleid. Veroverd, omdat er nu voor het eerst een vertegenwoordiger in het Spaanse parlement werd verkozen die zich specifiek op dit thema heeft geprofileerd.
Tomas Guitarte, de leider van Teruel Existe! (Teruel bestaat), heeft bovendien de sleutel in handen wanneer het tot stemmen komt in het Spaanse parlement. De fragiele meerderheid van de progressieve fracties die de regering steunen, is mede afhankelijk van de stem van Guitarte. Teruel bestaat nu ook in het hart van de politiek.
In ruil voor zijn steun legde Guitarte een aantal eisen op tafel die ervoor moeten zorgen dat de territoriale ongelijkheid tussen de provincie en de rest van Spanje wordt weggewerkt. Er moet werk gemaakt worden van een Staatsplan tegen ontvolking, Teruel moet beter ontsloten worden, de veiligheid moet verbeteren… stuk voor stuk maatregelen die het tij moeten keren.
De beweging van Guitarte strijd al 20 jaar tegen ontvolking en met zijn verkiezing in het parlement heeft hij een gouden kans om wetten en beleidsmaatregelen voor te stellen.
De progressieve, linkse regering installeerde bovendien een “Minister van Demografische Uitdaging” die als opdracht heeft om de gevolgen van ontvolking in kaart te brengen en de territoriale ongelijkheid bij te sturen. In haar beleidsnota staan met stip acties aangeduid die inzetten op werkgelegenheid, sociale voorzieningen en de betere (digitale) ontsluiting van de getroffen regio’s.
Red de migrant echt het platteland?
In een optimistisch artikel in MO* wordt nu de hoop gevestigd op de instroom van migranten, die met tal van websites en ondersteunende maatregelen worden bijgestaan om zich te vestigen op het platteland. Daar moeten we toch enige kanttekeningen bij maken.
Want wie de regio’s ten noorden van Madrid doorkruist, ziet toch vooral een wegkwijnend sociaal en economisch weefsel, dat niet gered zal worden door de druppelsgewijze instroom van, soms geprecariseerde, immigranten. Dat die een grote aanwinst zullen zijn voor het dorp waar ze neerstrijken lijdt geen twijfel, maar hen de last van een rurale renaissance op de schouders leggen, getuigt van overmoed. Of overschatting.
In het beste geval wordt de ondergang van een dorp enigszins afgeremd, maar stellen dat ‘impact van buitenlanders in die ontvolkte gebieden cruciaal is’, is wedden op het verkeerde paard. Spanje heeft, net als als die andere ontvolkende gebieden op het oude continent, nood aan een meer integrale aanpak.
De hamvraag daarbij is hoe je herverdeling (van rijkdom, van talent, van bevolking) organiseert in een Unie die steeds meer welvaart creëert in steeds meer geconcentreerde stadsregio’s. Er dreigt een sociaal-economische tweedeling te ontstaan die enerzijds een web van welvaart laat bestaan, en daartussen rurale gaten laat vallen waar zich de ouderen, minder getalenteerden, minder gefortuneerden ophouden. Die tweedeling los je niet op met de invoer van buitenlanders.
Het lijkt er op dat de komende jaren cruciaal zullen worden voor het Spaanse platteland. In zekere zin liggen de kaarten iets beter dan de afgelopen jaren. Het probleem is erkend, ook in de steden en de machtscentra. De schaarse bevolking lijkt een stem te hebben gevonden. Een artistieke, sociale én politieke.
De vraag zal zijn of het platteland genoeg veerkracht heeft en of de maatregelen die het beleid neemt toereikend zullen zijn om dit gebied weer leefbaar en aantrekkelijk te maken. En nu het laatste uur lijkt te slaan is het alsof het Spaanse volk zich herinnert dat, voor velen van hen, hun wortels op dat platteland liggen.
En misschien zou het wel eens die – lang veronachtzaamde – liefde voor hun eigen roots kunnen zijn die het platteland alsnog van de dood redt.
Dit artikel verscheen eerder op www.pericyclism.net
Dit artikel maakt deel uit van het journalistieke reisproject ‘Intussen in de buitengebieden’, dat steun ontving van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek. Tussen twee coronagolven door fietste Tom Ysewijn over het Franse platteland, om van de bewoners te weten te komen hoe zij het leven en hun toekomst zien.