Gezocht: iemand met een hart bij de Dienst Vreemdelingenzaken

Blog

Als de nood het hoogst is

Gezocht: iemand met een hart bij de Dienst Vreemdelingenzaken

Gezocht: iemand met een hart bij de Dienst Vreemdelingenzaken
Gezocht: iemand met een hart bij de Dienst Vreemdelingenzaken

Het gezin van een medewerker uit de Kringwinkel van Avelgem stevent af op een drama, omdat de Dienst Vreemdelingenzaken documenten verkeerd gelezen heeft. Maar is het wel een misverstand of is het eerder onwil?, vraagt medewerker Rino Feys zich af.

© Rino Feys

© Rino Feys

Hij komt binnen in de keuken en zegt zacht ‘Hallo’ van achter dat mondmasker. Zijn ogen staan vriendelijk en hij knikt als je hem aankijkt.

We vragen ons af hoe hij het volhoudt.

Het is vakantie en alles draait op halve kracht. Straks begint het zomerverlof en valt ons landje helemaal stil. We durven hem niet te zeggen dat er enkele weken weinig zal gebeuren. Zijn familie zit al ruim een half jaar vast onderweg van Jemen naar België. Opgehouden door de papiermolen waar niemand het fijne van weet. Kafka.

Nadat hij de keuze kreeg zich aan te sluiten bij de vijand of te sterven, vluchtte hij en probeerde hij ook de weg te banen voor zijn vrouw en kinderen; elf, negen en een peuter. Zo kwam hij hier terecht. Een aanvraag voor een gezinshereniging werd vorig jaar positief onthaald en opgestart.

Wachten op een brief

Vol goede moed begon het wachten op de brief waarvan hij reeds wist wat erin stond maar die nog verstuurd moest worden.

Toen het zijn gezin begin dit jaar te heet onder de voeten werd, gingen ze hem achterna onder het mom van een dringende operatie in het buitenland. Sindsdien verblijven ze in een hotel in Caïro, in afwachting van een positief advies waarna ze verder kunnen reizen. Zijn broer is mee als begeleider.

Mijn medewerker stuurt zijn loon en wat hij kan lenen om in huur en levensmiddelen te voorzien, ondertussen al bijna een half jaar lang. Ook de familie van zijn vrouw stuurt geld.

Het trouwboekje ging verloren, het duplicaat ervan wordt hier gewantrouwd, en daarom eiste de Dienst Vreemdelingenzaken een bijkomende DNA-test. Die kost 200 euro per persoon. De uitnodiging voor de test valt normaal gezien binnen de twee maanden in de bus, de procedure zelf wordt in enkele weken afgerond.

Vol goede moed begon het wachten op de brief waarvan hij reeds wist wat erin stond maar die nog verstuurd moest worden.

Negen weken later had hij of zijn familie nog niets ontvangen. Ik contacteerde het OCMW, het CAW, Vluchtelingenwerk Vlaanderen, de dienst Integratie en Inburgering. Met alle respect voor het fantastische werk dat deze diensten leveren, maar zij kunnen in een dergelijke situatie niet veel meer doen dan advies geven. Voor actie op het terrein moet je bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) zijn.

Maar, zo werd me gezegd, het was niet zeker of het wel een goede zaak was dat ik contact opnam met de Dienst Vreemdelingenzaken. Het kon in slechte aarde vallen. En hoogstwaarschijnlijk kreeg ik toch geen antwoord.

Ten einde raad stuurde ik een mailtje naar onze staatssecretaris, Sammy Mahdi. Zo kwam ik bij de Cel Beleidsondersteuning van de Dienst Vreemdelingenzaken terecht en werd het eindelijk duidelijk dat het oponthoud te maken had met een datum op één van de formulieren. Het formulier in kwestie was gedateerd op 01/06/2021. Gezien het dossier op 24 februari werd ingediend, was er argwaan ontstaan.

Telkens kreeg ik de melding dat de geadresseerde een week afwezig was. Kon er dan niemand invallen?

Toen ik mijn medewerker vroeg hoe dat kwam, schudde hij verslagen het hoofd en bezorgde hij me soortgelijke documenten van bevriende migranten. Eén daarvan was opgesteld op 12/29/2020. Het blijkt ginds gebruikelijk: eerst de maand, dan de dag en daaropvolgend het jaartal. Ik bezorgde deze documenten aan DVZ, en intussen informeerde mijn medewerker via een familielid naar nieuwe papieren bij het politiekantoor in Jemen en de ambassade in Caïro.

Ook deze documenten stuurde ik door. Telkens kreeg ik de melding dat de geadresseerde een week afwezig was. Op mijn vraag of er dan niemand kon invallen, kwam een week later het bericht dat mijn mailtjes naar de dossierbehandelaar waren doorgestuurd, waar de documenten dit keer wel werden aanvaard. De uitnodigingen voor de DNA-test zouden spoedig volgen. Op mijn vraag of het niet sneller kon, aangezien de vertraging op een misverstand berustte, las ik een week later dat wachten het enige is dat we kunnen doen.

Altijd aan het piekeren

Maar tijd is nu net wat er niet meer rest. De komende dagen zijn cruciaal. Voor eind juli moest het gezin nieuwe visa aanvragen voor een verblijf in Caïro, wat nog eens 150 dollar per persoon zou kosten. Bovendien moest zijn vrouw nu ook een huurcontract voor een jaar kunnen voorleggen, wat een onmogelijke zaak was.

Die beloofde maar niet arriverende uitnodigingen van DVZ bepalen nu eenmaal alles.

Daar komt nog eens eens bovenop dat de broer zijn rol als begeleider opgeeft, omdat hij op het punt staat zijn werk te verliezen. Op 28 juli is hij teruggereisd. Dat is een ramp, want hij spreekt de taal, doet de boodschappen, kent de weg in Caïro; de vrouw en de kinderen zijn in al die tijd amper buitenshuis geweest. Zij zijn de uitputting nabij.

En nog steeds heeft niemand die uitnodiging voor een DNA-test ontvangen. Mijn collega slaapt amper nog, vermagert terwijl we erop staan te kijken, heeft pijn aan zijn hart. Hij is een schim van wie hij was toen hij hier begon. Altijd aan het piekeren, zich afvragend wat hij nog kan doen.

Zo heeft hij de politie in Caïro gecontacteerd. Die verzekerde hem ervan dat er de eerste week van augustus nog niet zal ingegrepen worden. Maar de euforie van de eerste minuten maakte snel plaats voor wanhoop, want daarna is niets nog zeker.

Die beloofde maar nog niet aangekomen uitnodigingen van DVZ bepalen nu eenmaal alles: vallen die eerstdaags in de brievenbus, dan kan de man het nodige doen om de zaken in orde te brengen en kan zijn gezin naar België komen. Laten de documenten langer op zich wachten, dan verblijft zijn gezin illegaal in Caïro en kan men zijn vrouw en kinderen terugsturen naar Jemen, waar ze als vijanden bejegend kunnen worden.

Als we naar hem kijken, zien we iemand die op het punt staat te breken. We ballen de vuisten in onze zakken. Konden we maar iets doen om te helpen…

We weten dat we naïef zijn, maar toch hopen we stilletjes dat de redding nabij is en er morgen alsnog een uitnodiging in de bus valt. Want wat kunnen we nu nog meer doen dan hopen?

Lees hier het volgende blogbericht van Rino Feys: ‘Misschien zijn ze mijn familie vergeten’