‘Daar zijn alleen geesten’: Israël laat joodse terroristen los op Palestijnse herders

Reportage

De droom van ‘1 miljoen Israëli’s in het Bijbelse Land’

‘Daar zijn alleen geesten’: Israël laat joodse terroristen los op Palestijnse herders

Israël bewapent kolonisten om Palestijnse boeren te verdrijven. Ze vernietigden intussen voor bijna 300.000 euro aan scholen, ziekenhuizen en huizen gefinancierd door onder andere België en de EU. MO*journalist Pieter Stockmans sprong op de fiets, bezocht de vernielde gehuchten en sprak met hun moegetergde inwoners.

Je kan dit artikel ook beluisteren:

Toen Yousef zijn schapen liet grazen, zag hij drie graven ter grootte van babylichamen. In elk graf lag een rode roos. De avond ervoor had hij kolonisten voor de school zien graven. Hij had geen macaber dreigement nodig om te begrijpen wat hun plan was. Het Palestijnse gehucht Mu’arrajat in de Jordaanvallei doorstaat al sinds 2019 aanvallen van Israëlische kolonisten.

‘Daar, een kolonist!’, roept Avishai, een Israëlische activist die de aanvallen documenteert. Twee mannen met scherpschuttersgeweren in een landbouwquad komen van Zohar Sabah Farm, een voorpostboerderij van kolonist Neria Ben-Pazi.

In 2015 was Ben-Pazi nog betrokken bij een brandbomaanval op een Palestijns huis waarbij een baby en zijn ouders omkwamen. Vier jaar later kon hij met de steun van de extreemrechtse minister van Financiën Bezalel Smotrich vier voorpostboerderijen naast Palestijnse herdersgehuchten in de Jordaanvallei oprichten.

Avishai draait zijn zoomlens naar links en ziet een zwarte streep van schapen en een orthodoxe herder-kolonist. ‘Het is een tactiek’, legt Avishai uit. ‘Ze laten hun eigen kuddes het land van de Palestijnse herders afgrazen. Ze slaan de Palestijnen als die nog op het land komen, vallen hun huizen binnen, stelen en doden hun vee.’

‘Ze openden zelfs het vuur, vlak bij mijn kinderen’, vult Yousef aan. Het doel van dat geweld is verdrijving, om de aanhechting van de Jordaan-vallei en de Zuidelijke Hebronheuvels bij Israël voor te bereiden.

Een Israëlische kolonist intimideert een Palestijnse boer in Susiya, een bedoeïenen-gehucht in de Zuidelijke Hebronheuvels.

In 2017 onthulde Smotrich zijn ‘Beslissend Plan’: ‘Nieuwe nederzettingen diep in het grondgebied vestigen en er honderdduizenden extra kolonisten laten wonen’. Palestijnen kunnen ‘vrijwillig emigreren’ of opgesloten blijven in de getto’s waar ze ‘zelfbestuur’ hebben.

De Yesharaad, de koepelorganisatie van de Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied, droomt van ‘1 miljoen Israëli’s in het hart van het Bijbelse Land’. Op haar website is te lezen dat ze ‘de oprichting van een Palestijnse staat voorkomen’. Dat is ook het doel van Smotrich en de Israëlische premier Benjamin Netanyahu.

Recent kondigde Smotrich 20.000 nieuwe wooneenheden in de illegale nederzettingen aan. Sinds 2023 is hij verantwoordelijk voor de afbraak van Palestijnse structuren en de regularisering van joodse voorposten diep in de bezette Palestijnse gebieden. Het regeerakkoord plaatste de facto bijna de hele Westelijke Jordaanoever onder zijn controle. De Israëlisch-Palestijnse nieuwssite +972Magazine noemde het ‘Smotrichstan’.

Na de Palestijnse aanslag van 7 oktober 2023 greep Smotrich de historische kans om de uitvoering van het plan te versnellen. Kolonisten van de voorpostboerderijen en de joodse terreurbeweging Heuveltopjeugd verdreven meer dan 1000 mensen, evenveel als in de twee voorgaande jaren samen, en vernielden 290.000 euro aan infrastructuur betaald door het West Bank Protection Consortium (WBPC). Dat hulpconsortium van internationale ngo’s, de EU en tien lidstaten, waaronder België, financiert scholen, ziekenhuizen en bouwmaterialen voor Palestijnen in ‘Zone C’ (zie kader).

Bescherming tegen verdrijving biedt het WBPC echter niet. Dat moeten de lidstaten zelf doen. Pas op 19 april kondigde de EU sancties af tegen Ben-Pazi en de Heuveltopjeugd. Toch zetten die ook daarna hun terreurcampagne verder. Van het geld ziet de EU geen cent terug en de Palestijnen konden nog niet terugkeren.

Bovendien blijven invloedrijke kolonistenorganisaties buiten schot. Regavim, opgericht door Smotrich, zorgt bijvoorbeeld voor de legitimering van de pogroms. In pseudo-juridische rapporten stellen ze de Palestijnse boeren voor als ‘de wortel van het kwaad’ en ‘voorposten van een Palestijnse annexatie van Joods land’. Zo zorgden ze ervoor dat kolonisten echt geloven dat zij gevaarlijke vijanden aanvallen.

Wat is Zone C?

De Oslo-akkoorden van 1995 verdeelden de bezette Westelijke Jordaanoever in drie zones. Zone A zijn de Palestijnse steden, Zone B de dorpen. De Palestijnse Autoriteit heeft beperkte autonomie in deze kleine, omsingelde getto’s. Israël controleert de rest van het gebied, 70 procent van het land, de zogenaamde ‘Zone C’.

Op dit moment leven er 700.000 joodse kolonisten en 300.000 Palestijnen. Die laatsten zijn onderworpen aan het ‘civiele bestuur’ van een commandant van het Israëlisch leger (COGAT). Die weigert alle bouwvergunningen voor Palestijnen. Bouwen ze toch, dan volgt een bevel tot sloop en kan Israël op elk moment de bulldozers laten aanrukken.

In 2014 besliste de Europese Raad te erkennen dat de Israëlische bezettingsmacht niet tegemoetkomt aan zijn plicht onder internationaal recht: de sociale en economische rechten van de lokale bevolking garanderen. ‘In dat geval is de internationale gemeenschap verplicht deze steun te organiseren, dat volgt uit de Vierde Conventie van Genève’, zegt Allegra Pacheco, hoofd van het West Bank Protection Consortium (WBPC) dat daartoe in het leven werd geroepen.   

17.000 machinegeweren

In Mu’arrajat zijn de meeste inwoners voorlopig standvastig, maar op Yousefs gezicht staat wanhoop te lezen. Wadi Seeq is wel gezwicht. Ben-Pazi richtte naast dit gehucht een tweede voorpost op: HaMachoch Farm. Rotsblokken blokkeren de grindweg. Dat betekent meestal dat iets het daglicht niet meer mag zien.

‘Daar zijn alleen geesten’, had de Israëlische rabbijn en activist Arik Ascherman eerder gezegd. Het WBPC kon tot drie maanden na de verdrijving nog geen poolshoogte gaan nemen van de schade. Internationale hulporganisaties moeten zich houden aan een veiligheidsprotocol.

Wij gaan er wel door, met de fiets. Aan de horizon glinstert de Dode Zee. Vernielde barakken liggen verspreid over de ruige valleien. Alleen het geluid van de wind die tinnen platen doet kraken, verbreekt de stilte. Schoenen, schoolboeken en kinderfietsen liggen tussen het puin. Kapotgeschoten watertonnen, een Europese vlag op een verwoest schooltje. ‘Humanitaire hulp en civiele bescherming’ staat erop.

Vernielde barakken liggen verspreid over de ruige valleien. Het is al wat overblijft van het Palestijnse gehucht Wadi Seeq.

De 180 inwoners zijn nu in Taybe, in een van de Palestijnse enclaves. Abu Bashar is al maanden gescheiden van zijn weidegronden, maar draagt nog steeds zijn dikke herdersmantel.

In het gemeentehuis van Taybe vertelt hij wat er gebeurde: ‘De kolonisten gaven ons een ultimatum. Daarom waren we alles aan het afbreken om te vertrekken. Juist op dat moment vielen ze de drie wijken van onze gemeenschap tegelijk aan. Ze schoten met machinegeweren in de lucht. Een soldaat sprak met hen, ging weg en liet hen verder doen. “Zij zijn het leger”, zei die soldaat.’

De Israëlische minister van Nationale Veiligheid Itamar Ben-Gvir zorgde er na 7 oktober voor dat kolonisten als Ben-Pazi en de Heuveltopjeugd als reservisten werden opgeroepen. 17.000 extra machinegeweren werden uitgedeeld, onder het mom van ‘verdediging tegen een nieuwe 7 oktober’.

Ben-Gvir werd ooit zelf veroordeeld voor steun aan een terroristische organisatie en is de opvolger van de extreemrechtse Meir Kahane, die pleitte voor de verdrijving van alle Palestijnen. Vandaag zit hij samen met Smotrich aan de knoppen.

‘Ze sloegen alle mannen in de boeien’, gaat Abu Bashar verder. ‘Ik herkende Ben-Pazi. “Neem je kinderen en dieren, laat al de rest liggen. Achterblijvers schiet ik neer”, riep hij in het Arabisch. Onder schot dwongen ze ons de autosnelweg over. We hebben zeker 30.000 dollar verloren: veevoeder, keukenmateriaal, matrassen, tractors, auto’s, zonnepanelen.’ De zonnepanelen waren een donatie van COMET-ME, gefinancierd door Duitsland, Nederland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk.

‘De kolonisten namen wraak op twee van mijn collega’s die er ook waren’, vertelt Abdallah Abu Rahma van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO). ‘Ze deden prikkeldraad om hun polsen, staken stokken in hun anus en urineerden op hun hoofden.’ Video’s van deze foltering gaan rond in WhatsApp-groepen van de kolonisten met de boodschap: ‘Terroristen probeerden de Ben-Paziboerderij te infiltreren. Onze strijdkrachten grepen hen.’

‘Het is al onze vijfde verdrijving: 1948, 1967, 1985, 1996, 2023’, zegt Abu Bashar droog. ‘We waren in Wadi Seeq sinds 1996, na een beslissing van het Israëlische Hooggerechtshof. Nu helpt Arik Ascherman ons met een nieuwe rechtszaak.’

Exodus

Na de aanval van Iran op Israël midden april lanceerden honderden kolonisten een nieuwe golf van zogenaamde prijskaartaanvallen of wraakacties. Deze keer vielen ze hele dorpen binnen en staken ze huizen en voertuigen in brand. In en rond Duma, waar verdreven herders onderdak hadden gevonden na eerdere verdrijvingen, schoten ze vier Palestijnen dood. Soldaten keken toe.

Mohamed Zawahara is een van die verdreven herders uit het gehucht Rashash. Hij staat op de heuvel in Duma en ziet hoe de kolonisten in de verte op zijn land nieuwe wegen en voorposten bouwen, onder een regenboog.

‘Ze hadden gehoord wat Wadi Seeq was overkomen en kozen eieren voor hun geld’, zegt Sarit Michaeli, onderzoeker bij de Israëlische mensenrechtenorganisatie B’Tselem. Kolonisten juichten, ze verwezen in WhatsAppgroepen naar 1948, toen het gebruik van geweld ook een bredere exodus op gang bracht.

De Israëlische rabbijn en activist Arik Ascherman spreekt met verdreven inwoners van het Palestijnse gehucht Rashash.

Ein Samiya en Ras at-Tin zijn twee gemeenschappen die al voor oktober 2023 vluchtten. De escalatie was immers al in de zomer ingezet. De Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit) had dit opgemerkt en liet optekenen dat ‘Israël hele dorpen van de kaart veegt’.

In Ein Samiya herinneren alleen een paar plastic zeilen aan de aanwezigheid van mensen. In Ras At-Tin is omgeploegd land zonder mensen alles wat overblijft. En, midden in de groene leegte, een wit gebouw. Schoolbanken, stoelen, een bord met de laatste les, glasscherven.

Het WBPC steunde de bouw van deze school in september 2020. COGAT gaf meteen opdracht tot slopen. ‘Dit is een illegaal bouwwerk, opzettelijk gebouwd om feiten op de grond te creëren’, beweerden ze in de gerechtelijke dossiers. Het vuile werk lieten ze uitvoeren door Ben-Pazi’s bendes. Meermaals bestormden ze de school. Ze hadden hier een jaar eerder onder bescherming van het leger hun eerste voorposten opgericht: Micha Farm en Malachei HaShalom Farm.

Bij protesten daartegen schoot een soldaat een vijftienjarige Palestijnse jongen dood. Malachei HaShalom Farm ligt op de heuvel, voorbij een enorme davidster die de kolonisten voor het Palestijnse dorp Al Mughayyir plaatsten.

We fietsen naar de ingang van de voorpost. Ohad, de bewaker, is een van de kolonisten die de regering bewapende. Hij biedt koffie aan en vraagt of we niet bang zijn om hier te fietsen, ‘omdat hier Arabieren zijn’. Komt er vrede? ‘Vrede is niet nodig’, zegt Ohad. ‘We zullen gewapend blijven totdat zij begrijpen dat God dit land aan de Joden heeft gegeven. Dan zullen ze zelf vertrekken, naar Egypte of Jordanië.’

Sarit Michaeli bezocht de school van Ras at-Tin in de laatste weken, met een delegatie van het WBPC. ‘De directrice vertelde me dat er normaal gezien zestig leerlingen waren, maar nu veel minder omdat vele ouders al gevlucht waren. Er was iets op til.’

En inderdaad, op 7 juli 2022 vluchtten alle 120 inwoners, moegetergd nadat kolonisten ’s nachts de huizen bleven binnenvallen en weiland in brand staken. Een jaar later vernielden kolonisten wat overbleef van de school. Het WBPC had er 30.000 euro in geïnvesteerd.

Elf dagen na de vernieling bezochten de vertegenwoordiger van de EU en ambtenaren van EU-lidstaten, waaronder België, het terrein. Ze ‘veroordeelden’ het geweld en ‘riepen Israël op’ om de schade te compenseren. Dat gebeurde nooit.

De inwoners hebben hun kuddes verkocht. Ze woonden sinds 1960 op het land, private eigendom van Palestijnen uit het nabijgelegen dorp Kafr Malik. De Yesharaad beweert dat er geen nederzettingen gebouwd worden op private Palestijnse gronden. Nochtans werden deze Palestijnen verdreven om hier later Israëlische nederzettingen te bouwen.

Israëlische vlag

‘Er zijn kolonisten!’, roept Guli Szor, een Israëlische activiste die overnacht bij de familie van Mohamed Abed Jabarin, een simpele herder in het gehucht Umm Darit in de Zuidelijke Hebronheuvels. Deze uitgestrekte heuvels ten zuiden van de Palestijnse stad Yatta zijn een epicentrum van kolonistenaanvallen.

Er beweegt iets in de verte. Met het blote oog is niet te zien wat het is, maar deze mensen kregen de voorbije maanden brutale aanvallen te verduren.

‘In oktober kwamen gewapende kolonisten van Avigail drie keer ons huis binnen’, vertelt Jabarins vrouw Laila. ‘Ze vernielden onze wasmachine, koelkast, ramen, deuren. Ze stalen onze voedselvoorraden, knipten kleren in stukken, sloegen kippen dood, zaagden olijfbomen door en schoten gaten in onze watertanker.’

Toen ze weggingen, plantten ze een Israëlische vlag. Dat is vaak een oormerk voor de toekomstige uitwissing van de gemeenschap. Daarom zijn hier nu elke nacht Israëlische activisten.

Het gezin heeft geen andere plek om naartoe te gaan. Ze woonden al eens twee maanden bij familie in een naburig gehucht. ‘Maar we kwamen terug, er was geen plaats, we verbleven met vijftien in dezelfde kamer’, zegt Jabarin. ‘We betaalden al 2500 euro om alles te herstellen, zonder zekerheid dat het niet opnieuw vernield zal worden.’ 

Twee dagen later treffen we Jabarin aan in zijn waterput. ‘Gisteren goten kolonisten er dieselolie in’, zegt hij. ‘Dit is schaars drinkwater voor ons vee.’ In dit gebied gebruiken Palestijnen gemiddeld maar 28 liter per dag. In Avigail is dat 211 liter. Jabarins dochter vangt regendruppels op die door het lekke dak naar binnen vallen.

Jabarin wijst ook naar het hek waar we zojuist over klommen. Kolonisten installeerden het onder bescherming van het leger. Jabarin, die zich nog de tijd herinnert toen hij met zijn kuddes tientallen kilometers ver over heuvels en valleien trok, kan met zijn dieren niet verder dan vijftig meter rond zijn huis.

Ondertussen ziet hij de ontwikkeling van de joodse voorposten. ‘Die grindweg waar jullie fietsten, bouwden ze meteen na 7 oktober om een nieuwe voorpost te verbinden met de snelweg’, zegt hij. De weg was omzoomd met Israëlische vlaggen. In de verte weerklinkt ‘tak-tak-tak’: een bulldozer bouwt verder.

‘De aanleg van wegen is een tactiek om controle over het land te krijgen’, zegt Allegra Pacheco van het WBPC. Tijdens ons gesprek ontvangt Pacheco een update over Zanuta: kolonisten begonnen hekken te zetten, nadat ze drie maanden eerder dit gehucht totaal hadden vernield, inclusief de gefinancierde school door het WBPC.

Onderdak in ruïnes

De pogrom tegen Zanuta stond onder leiding van Yinon Levi van de voorpostboerderij Meitarim Farm. Zanuta is vandaag een spookdorp. Schoolboeken liggen ook hier kletsnat op de grond, de laatste les Engels staat nog op het bord.

Het informatiepaneel van het WBPC – ‘Belgium’ staat er ook op – ligt gedeukt tussen puin. ‘Burgers van Israël walsten met een bulldozer EU-gefinancierde infrastructuur plat’, zegt Sarit Michaeli.

Ontheemde dorpelingen van Zanuta vonden onderdak in de ruïnes van eeuwenoude huizen in het dorp Shweika.

De ontheemde dorpelingen verblijven in ruïnes van eeuwenoude huizen in het bedoeïenendorp Shweika. Binnen stookt een groep mannen een vuur om warm te blijven. Op de muur staat een naam geschilderd. ‘Dat is onze vermoorde neef’, zegt Salem Ribhi Battat. ‘We waren aan het werken op ons land. Een kolonist kwam, een gevecht brak uit, hij schoot hem neer.’ De moordenaar nam later deel aan de pogrom van 12, 23 en 27 oktober.

‘De eerste dag sloegen ze met hun wapen in mijn gezicht. We belden de politie, maar niemand kwam. De volgende keer kwamen ze met een militaire escorte. Ze gooiden stenen op onze dieren, beschadigden watercontainers, sloegen ramen en zonnepanelen kapot.’ Met een drone, die de kolonisten krijgen van de regering, filmden ze of de bewoners er nog waren. Toen ze de volgende dag granaten gooiden, was de maat vol. Alle bewoners vertrokken.

In de ruïnes van Shweika, rond het vuur, verschijnen schotels vol met het heerlijke eten dat ze dankzij hun vee produceren. ‘Nu moeten we veevoeder kopen. Maar we hebben geen inkomen meer. Binnen een paar maanden is het gedaan met ons.’

Deze analyse werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Word ProMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in